Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
8.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
vier maanden.
één maand, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
twee jaarvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling, zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit nodig acht.
€ 2.153,81(tweeduizend honderddrieënvijftig euro en éénentachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 juni 2019 tot aan de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
€ 2.153,81(tweeduizend honderddrieënvijftig euro en éénentachtig cent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 juni 2019 tot aan de dag van algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan maximaal 31 (éénendertig) dagen gijzeling worden toegepast. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.