Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
“Ik zag als ik mij herinner een kat, waarvoor ik moest uitwijken.”Verdachte heeft dit laatste ook op de zitting verklaard.
Rechtbank Amsterdam
Op 12 februari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 20-jarige man, die op 10 mei 2019 in Amsterdam-West opzettelijk met zijn auto op een scooter is ingereden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op die dag plotseling gas gaf en naar links uitweek, waardoor hij de scooter van [slachtoffer 1] aanreed. Dit leidde tot een veroordeling voor poging tot zware mishandeling. Daarnaast heeft de verdachte [slachtoffer 2] mishandeld door haar te duwen en te schoppen, en haar bedreigd met de dood door te zeggen: “ik ga je vermoorden, hoer het is allemaal jou schuld.” De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, en heeft hem verplicht tot het volgen van een agressie-regulatietraining. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet geloofwaardig was in zijn verklaring dat hij moest uitwijken voor een kat, en dat zijn gedrag een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel met zich meebracht. De benadeelde partij, [slachtoffer 1], heeft een schadevergoeding van € 500,- toegewezen gekregen voor de schade aan haar scooter, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van het strafbare feit.