ECLI:NL:RBAMS:2020:771

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2020
Publicatiedatum
10 februari 2020
Zaaknummer
7918569
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van provisie tijdens ziekte en uitleg van de CAO

In deze zaak vordert eiser, Konica Minolta Business Solutions Nederland B.V., betaling van provisie over de periode waarin hij arbeidsongeschikt was door ziekte. Eiser is sinds 1 augustus 2011 in dienst van Konica Minolta en heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hij is sinds 18 juli 2018 wegens ziekte niet in staat geweest om zijn werkzaamheden te verrichten, maar is in juni 2019 weer volledig arbeidsgeschikt. Eiser stelt dat hij recht heeft op doorbetaling van zijn provisie, ook tijdens zijn ziekte, op basis van de CAO en de Provisieregeling van Konica Minolta. De kantonrechter heeft de mondelinge behandeling op 28 november 2019 gehouden, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

De kantonrechter oordeelt dat de provisie een variabel bestanddeel van het loon is dat niet naar tijdruimte wordt vastgesteld. De CAO bepaalt dat eiser gedurende het eerste ziektejaar recht heeft op een aanvulling tot 100% van zijn maandsalaris, maar de definitie van maandsalaris in de CAO sluit provisie uit. De rechter concludeert dat eiser geen recht heeft op provisie over de periode van arbeidsongeschiktheid, omdat de provisie niet wordt uitbetaald op basis van het maandsalaris, maar afhankelijk is van gerealiseerde omzet. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zijn situatie gelijk is aan die van een collega die tijdens ziekte wel provisie ontving. De vordering van eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7918569 CV EXPL 19-15779
vonnis van: 6 februari 2020
fno.: 394

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser]

wonende te [woonplaats]
eiser
nader te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. P.J. de Groen
t e g e n

Konica Minolta Business Solutions Nederland B.V.

gevestigd te Amsterdam
gedaagde
nader te noemen: Konica Minolta
gemachtigde: mr. H.J. Funke.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 5 juli 2019 met producties;
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 november 2019. [eiser] is verschenen, vergezeld door zijn partner en bijgestaan door zijn gemachtigde. Voor Konica Minolta zijn verschenen [medewerker gedaagde 1] , [functie] alsmede [medewerker gedaagde 2] ( [functie] ) en [medewerker gedaagde 3] [functie] ), vergezeld door de gemachtigde. [eiser] heeft op voorhand producties overgelegd. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De behandeling is geschorst teneinde partijen in de gelegenheid te stellen onderling tot een oplossing van hun geschil te komen, hetgeen niet is gelukt. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
[eiser] is sinds 1 augustus 2011 in dienst van Konica Minolta op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Hij is thans werkzaam als [functie] .
1.2.
Het bruto maandsalaris van [eiser] bedroeg met ingang van 1 april 2018 € 5.037,84 en in 2019 € 5.156,23.
1.3.
In artikel 6 van de arbeidsovereenkomst staat:
Over de door de werknemer gerealiseerde omzet ontvangt werknemer 1,5% provisie. (…).
De target en provisierichtlijnen voor werknemer worden jaarlijks door werkgever vastgesteld bij aanvang van het fiscale jaar. Het fiscale jaar van werkgever loopt telkens van 1 april tot en met 31 maart. Voorts is de geldende Provisieregeling Direct Sales daar waar aangegeven van toepassing op werknemer.
1.4.
De Provisieregeling van Konica Minolta (versie van 1 april 2019) bepaalt in artikel 5.4:
De account eigenaar zoals geregistreerd in SAP ontvangt te allen tijde 100% provisie over de gescoorde order. In uitzonderlijke gevallen met goedkeuring vooraf door de General Manager Direct Sales mag een order verdeeld worden.
1.5.
[eiser] is sinds 18 juli 2018 wegens ziekte niet in staat geweest de bedongen arbeid te verrichten. Vanaf maart 2019 is [eiser] begonnen met re-integratie en vanaf medio juni 2019 is [eiser] weer 100% arbeidsgeschikt.
1.6.
[eiser] heeft over 2015 tot en met 2017 jaarlijks gemiddeld € 39.263,02 bruto provisie ontvangen. Over 2018 heeft [eiser] slechts provisie ontvangen over de periode van 1 april 2018 tot 18 juli 2018, een bedrag van € 2.903,88.
1.7.
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor de informatie-, communicatie-, en kantoortechnologiebranche van toepassing (hierna de CAO).
In cluster 4 (Definities) staat in artikel 8 (doelinkomen):
Het doelinkomen is het vaste jaarinkomen vermeerderd met het variabele inkomen (provisie, commissie, bonus) dat is gerelateerd aan het behalen van 100% van de te realiseren doelstellingen, zoals vastgesteld op 1 januari van het kalenderjaar.
Artikel 9.1(bestanddelen jaarinkomen) luidt:
Het jaarinkomen in enig kalenderjaar bestaat uit de op 1 januari overeengekomen vaste en gegarandeerde salarisbestanddelen, waartoe in elk geval behoren:
- 12 maal het maandsalaris (…);
- met de werkgever schriftelijk overeengekomen vaste jaarlijkse uitkering(en) onder welke benaming ook, zoals vaste 13e maand, vaste eindejaarsuitkering, gegarandeerd tantième e.d.;
- vakantietoeslag;
- Voor de werknemer, die naast vaste en gegarandeerde salarisbestanddelen een variabel inkomen ontvangt, is de hoogte van het jaarinkomen gelijk aan het doelinkomen.
Artikel 13 (Maandsalaris) luidt:
Maandsalaris is het actuele met de werkgever overeengekomen salaris per maand, gebaseerd op de individuele arbeidsovereenkomst.
In cluster 12 (Arbeidsongeschiktheid) in artikel 3 (Aanvulling bij arbeidsongeschiktheid voor werknemers die arbeidsongeschikt zijn geworden) staat onder 3.1 (Wettelijke regelingen bij arbeidsongeschiktheid) sub b:
Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer zal aan de werknemer gedurende de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW van maximaal 104 weken (…) op grond van artikel 7:629 leden 11 en 12 BW verlengd tot en met maximaal 156 weken 70% van het loon (tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de wet financiering sociale verzekeringen) worden doorbetaald
.
Artikel 3.2. (Bovenwettelijke aanvullingen) sub b luidt:
Gedurende het eerste ziektejaar (52 weken) ontvangt de werknemer boven op de wettelijke loondoorbetaling respectievelijk de wettelijke uitkering als genoemd in art. 3.1.b een aanvulling tot 100% van het maandsalaris gedurende maximaal 52 weken. (…)
Artikel 3.3 (Maandsalaris) luidt:
Onder maandsalaris als bedoeld in dit artikel wordt verstaan het maandsalaris dat de werknemer zou hebben ontvangen indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest.

Vordering

2. [eiser] vordert, na vermeerdering van eis, dat Konica Minolta bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 26.043,37 bruto ter zake van provisie over de periode 18 juli 2018 tot en met maart 2019, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente hierover vanaf 5 juli 2019, binnen twee weken na betekening van het vonnis;
b. € 8.248,05 bruto ter zake van provisie over de periode 1 april tot 18 juli 2018, binnen twee weken na 1 april 2020;
c. € 1.500,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
d. de proceskosten inclusief nakosten.
[eiser] stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij volgens de CAO in geval van ziekte gedurende de eerste 52 weken bovenop de wettelijke loondoorbetaling recht heeft op een aanvulling tot 100% van het maandsalaris. Onder maandsalaris wordt in de CAO verstaan het maandsalaris dat de werknemer zou hebben ontvangen indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest. [eiser] stelt dat, indien hij in 2018 arbeidsgeschikt zou zijn geweest, hij een maandsalaris zou hebben ontvangen dat niet alleen zou bestaan uit het vaste deel, maar ook uit provisie. Ook op grond van artikel 7:628 lid 3 BW heeft hij recht op doorbetaling van de over de laatste drie boekjaren berekende, gemiddelde provisie. Verder is Konica Minolta op grond van goed werkgeverschap dan wel de redelijkheid en billijkheid gehouden tot doorbetaling van de provisie, aldus [eiser] .

Verweer

3. Konica Minolta heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [eiser] op grond van de CAO gedurende zijn arbeidsongeschiktheid gerechtigd is tot 100% van zijn vaste maandsalaris. Het maandsalaris volgens de CAO is het actuele met de werkgever overeengekomen salaris per maand, gebaseerd op de individuele arbeidsovereenkomst. Provisie wordt niet per maand overeengekomen en uitbetaald maar per jaar. Pas aan het einde van een fiscaal jaar kan worden bezien of het betreffende jaartarget is behaald en tot hoeveel provisie de werknemer gerechtigd is. Zij concludeert daarom tot afwijzing van de vorderingen.
4. Op de stellingen van partijen zal indien nodig bij de beoordeling nader worden ingegaan.

Beoordeling

5. In de kern gaat het in deze zaak, kort gezegd, om de vraag of Konica Minolta gehouden is tot betaling van provisie over de periode dat [eiser] volledig arbeidsongeschikt was, van 18 juli 2018 tot en met maart 2019.
6. Een werknemer die arbeidsongeschikt is ten gevolge van ziekte, heeft op grond van artikel 7:629 BW aanspraak op loondoorbetaling van 70% van het (maximum dag)loon, in het tweede jaar tot maximaal 70% van het minimumloon. Onder loon dient in dit verband het naar tijdruimte vastgestelde loon te worden verstaan, waaronder, indien het loon niet naar tijdruimte is vastgesteld, ook het gemiddeld loon kan worden verstaan (art. 7:629 lid 8 BW jo. art. 7:628 lid 3 BW).
7. De provisie is een variabel bestanddeel van het loon, dat niet naar tijdruimte wordt vastgesteld. De provisie wordt immers vastgesteld op basis van gerealiseerde omzet. Dat betekent dat op grond van artikel 7:628 lid 3 BW het gemiddelde van de provisie in aanmerking moet worden genomen bij de bepaling van de wettelijke loondoorbetalingsverplichting op grond van artikel 7:629 BW.
8. Van bovenstaande bepalingen is ten gunste van de werknemer afgeweken in de CAO.
[eiser] heeft op grond van de CAO (artikel 3.2 van Cluster 12) gedurende het eerste ziektejaar (52 weken) boven op de wettelijke loondoorbetaling aanspraak op een aanvulling tot 100% van het maandsalaris. Artikel 3.3 definieert wat onder het maandsalaris als bedoeld in dit artikel wordt verstaan: het maandsalaris dat de werknemer zou hebben ontvangen indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest.
9. Partijen verschillen van mening over hoe de CAO en meer in het bijzonder het begrip “maandsalaris” moet worden uitgelegd. Deze vraag dient volgens vaste rechtspraak te worden beantwoord aan de hand van de zogenoemde “CAO-norm”. Die norm houdt in dat aan een bepaling in een CAO een uitleg naar objectieve maatstaven moet worden gegeven. Daarbij zijn in beginsel de bewoordingen van de bepalingen, gelezen in het licht van de gehele tekst van de CAO, van doorslaggevende betekenis. Indien bedoelingen van CAO-partijen uit de bepalingen of een eventuele schriftelijke toelichting daarop kenbaar zijn voor alle individuele werknemers en/of werkgevers die niet bij de totstandkoming van de CAO zijn betrokken, kan daaraan naar objectieve maatstaven ook betekenis worden toegekend. Verder kan bij de uitleg acht worden geslagen op de elders in de CAO gehanteerde formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, mogelijke tekstinterpretaties kunnen leiden.
10. [eiser] wijst erop dat de CAO in artikel 3 van Cluster 12 duidelijk omschrijft wat in het kader van de loondoorbetaling bij ziekte onder het maandsalaris moet worden verstaan. Konica Minolta verwijst voor het begrip maandsalaris naar de definitie in artikel 13 van Cluster 4 in de CAO.
11. Uit de tekst van de betreffende CAO-artikelen volgt niet dat onder het begrip maandsalaris ook de (gemiddelde) provisie valt. Artikel 3 van Cluster 12 bepaalt weliswaar dat onder maandsalaris wordt verstaan het maandsalaris dat de werknemer zou hebben ontvangen indien hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest, maar dit artikel geeft geen definitie van het begrip maandsalaris. Voor die definitie moet daarom worden gekeken naar artikel 13 van Cluster 4 in de CAO. In deze definitie valt niet te lezen dat ook variabele loonbestanddelen onder het begrip maandsalaris moeten worden begrepen. Het gaat om het ‘actuele met de werkgever overeengekomen salaris per maand’. In de overige definities in de CAO, met name die in artikel 8 en artikel 9.1 van Cluster 4 van de CAO, wordt het maandsalaris onderscheiden van het variabele inkomen, waaronder provisie moet worden gerekend. Voor een ruimere uitleg van het begrip maandsalaris zoals door [eiser] bepleit, biedt de tekst van de CAO dan ook geen ruimte.
12. [eiser] heeft aangevoerd dat Konica Minolta ook op grond van goed werkgeverschap gehouden is provisie te betalen over de periode waarin hij arbeidsongeschikt was. Ter zitting heeft [eiser] aangevuld dat hij op grond van artikel 5.4 van de Provisieregeling van Konica Minolta ten allen tijde recht heeft op 100% provisie over de gescoorde order. Op grond daarvan mocht hij verwachten dat dit ook bij arbeidsongeschiktheid zo zou zijn. Er is met hem nooit besproken dat hij tijdens ziekte anders betaald zou krijgen. Aan een collega, in hetzelfde team werkzaam, is tijdens diens arbeidsongeschiktheid wel provisie toegekend. [eiser] verwijst daartoe naar email-correspondentie met de desbetreffende collega, waarin deze schrijft dat hij door zijn afwezigheid tijdens de ziekte geen omzet heeft gemist. Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld, zo stelt [eiser] .
13. Volgens Konica Minolta heeft [eiser] tijdens zijn ziekte geen omzet gegenereerd. De provisie wordt toegekend aan de account eigenaar zoals geregistreerd in SAP, zo blijkt uit de van toepassing zijnde Provisieregeling. Het kan zo zijn dat [eiser] voor een bepaald account (Peters) vóór zijn ziekte nog voorbereidende werkzaamheden heeft gedaan, de uiteindelijke omzet is echter door een collega gerealiseerd. Dit betrof niet alleen het zetten van een handtekening maar ook de voorbereiding en de aftersales. Daarom is dit account op naam van de collega in het systeem SAP gezet en heeft deze collega ook de provisie ontvangen, aldus Konica Minolta. De vergelijking met de zieke collega gaat volgens Konica Minolta niet op, omdat deze collega gedeeltelijk arbeidsongeschikt was en tijdens zijn ziekte nog twee orders heeft aangeleverd. Dit was daarom niet een gelijk geval.
14. Het provisiesysteem bij Konica Minolta geeft recht op 100% provisie bij een ‘gescoorde order’. De betaling daarvan is niet afhankelijk gesteld van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer. Het is mogelijk dat ook tijdens arbeidsongeschiktheid een order wordt gescoord, zoals volgens Konica Minolta bij de door [eiser] genoemde collega tweemaal het geval was. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat de situatie waarin deze collega zich bevond, exact hetzelfde was als die van hem. [eiser] heeft geen 100% provisie gevorderd over ‘gescoorde orders’, maar betaling van een gemiddelde van de door hem in de voorgaande 3 fiscale boekjaren ontvangen provisie, met een beroep op de CAO-bepaling die betrekking heeft op (bovenwettelijke) aanvulling op de wettelijke loondoorbetaling. Daar heeft hij geen recht op, zoals in het voorgaande is overwogen. Dat toepassing van het provisiesysteem mogelijk tot een andere uitkomst kan leiden, is onvoldoende om aan te nemen dat Konica Minolta niet als een goed werkgever handelt door geen (gemiddeld) bedrag aan provisie aan [eiser] te betalen gedurende diens arbeidsongeschiktheid.
15. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [eiser] over de periode 18 juli 2018 en met maart 2019 geen recht op provisie heeft.
15. De gevorderde betaling van provisie over de periode 1 april 2019 tot 18 juni 2019, waarin [eiser] zijn werkzaamheden heeft hervat, heeft betrekking op het boekjaar dat loopt van 1 april 2019 tot 1 april 2020. Dit boekjaar is nog niet afgelopen en een eventuele vordering is daarom nog niet opeisbaar. De kantonrechter gaat er van uit dat indien [eiser] in die periode weer omzet heeft gerealiseerd, hij daarover ook provisie zal ontvangen na afloop van het boekjaar.
De vordering die op deze periode ziet zal daarom eveneens worden afgewezen.
15. [eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten die aan de zijde van Konica Minolta tot op heden begroot worden op € 1.442,00 aan salaris van de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.