In deze zaak heeft eiseres, gevestigd te Zwaagdijk, zeventien beroepen ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten door het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand op zestien aanvragen uit de jaren 2011 en 2012, alsook het niet beëindigen van een modelovereenkomst. De rechtbank Amsterdam heeft op 4 juni 2020 uitspraak gedaan zonder een rechtszitting te houden. Eiseres heeft op 5 november 2019 zestien ingebrekestellingen verzonden, omdat zij van mening was dat verweerder geen subsidievaststellingsbeschikkingen had genomen en de modelovereenkomst niet bij besluit had beëindigd. Eiseres heeft op 31 januari 2020 de beroepen ingesteld, omdat zij geen reactie van verweerder had ontvangen.
Verweerder heeft in zijn verweerschrift gesteld dat hij reeds op de aanvragen van eiseres had beslist en dat de modelovereenkomst van rechtswege was beëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres eerder al in beroep was gegaan tegen besluiten op haar subsidieaanvragen en dat zij geen rechtsmiddelen had aangewend tegen eerdere beslissingen. De rechtbank concludeert dat de beroepen van eiseres niet-ontvankelijk zijn, omdat verweerder al beslissingen had genomen voordat de beroepen werden ingesteld.
Daarnaast heeft eiseres verzocht om schadevergoeding, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat eiseres niet had onderbouwd dat zij schade had geleden. De rechtbank heeft de stukken van eiseres doorgezonden aan verweerder ter afdoening als bezwaarschrift, en eiseres is geen griffierecht verschuldigd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.