Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de akte overlegging producties,
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
3.099,00(1,0 punt × tarief € 3.099,00)
Rechtbank Amsterdam
Op 29 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een vonnis gewezen in een civiele zaak tussen de eiseressen, Gebrüder Schoeller Beteiligungsverwaltungs GmbH en Schoeller Holding SE & Co. KGaA, gevestigd te Pullach in Duitsland, en de gedaagde, die niet is verschenen. De eiseressen werden vertegenwoordigd door advocaat mr. J.L.A. Nicolai uit 's-Gravenhage. De procedure is gestart met een dagvaarding en de rechtbank heeft op basis van de ingediende stukken en het verleende verstek een oordeel geveld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van de eiseressen niet onrechtmatig of ongegrond is. De gedaagde is veroordeeld om aan de eiseressen een bedrag van € 639.403,74 te betalen, vermeerderd met een contractuele rente van 3% per jaar, en het Europese inflatiecijfer CPI, met ingang van 1 mei 2020 tot de dag van volledige betaling. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiseressen zijn begroot op € 7.332,96.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseressen het vonnis kunnen laten uitvoeren, ook als de gedaagde in beroep gaat. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. Vrugt op de datum van uitspraak.