ECLI:NL:RBAMS:2020:7562

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 maart 2020
Publicatiedatum
18 januari 2022
Zaaknummer
8068170
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging lease-overeenkomst op grond van gebrek aan toestemming

In deze zaak vordert eiser, [eiser], dat de lease-overeenkomst met Dexia Nederland B.V. wordt vernietigd op basis van een vernietigingsbrief die hij heeft verzonden. Eiser stelt dat zijn echtgenote, [naam], geen schriftelijke toestemming heeft verleend voor het aangaan van de lease-overeenkomst, wat volgens artikel 1:88 BW vereist is. Dexia betwist de vorderingen en stelt dat de vernietigingsbrief niet is ontvangen en bovendien niet ondertekend of gedateerd is. De kantonrechter oordeelt dat de lease-overeenkomst niet is vernietigd, omdat de vernietigingsbrief niet voldoet aan de vereisten van artikel 1:89 BW. De rechter concludeert dat de vorderingen van eiser niet toewijsbaar zijn en wijst deze af. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van Dexia, die zijn begroot op € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde. De beslissing is uitgesproken op 12 maart 2020.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Privaatrecht
zaak- en rolnummer: 8068170 DX EXPL 19-64
vonnis van: 12 maart 2020
f.no.: 466
Vonnis van de kantonrechter:
i n z a k e
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
nader te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. G. Van Dijk,
t e g e n
de besloten vennootschap
DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
nader te noemen: Dexia,
gemachtigde: mr. J. van Staveren.
De procedure
1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 19 september 2019 van [eiser] , met producties.
  • de conclusie van antwoord van Dexia, met producties.
  • Bij tussenvonnis van 12 december 2019 is bepaald dat de onderhavige zaak schriftelijk zal worden voortgeprocedeerd. Vervolgens zijn ingediend.
  • de conclusie van repliek van [eiser] , met producties,
  • de conclusie van dupliek van Dexia.
Vonnis is bepaald op heden.
Gronden van de beslissing
De feiten2. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
2.1. Dexia Bank Nederland N.V., de vennootschap die aanvankelijk partij was, is na een fusie met haar aandeelhoudster verdwenen als rechtspersoon. Dexia is haar rechtsopvolgster onder algemene titel. Dexia is tevens de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V., alsmede van Legio-Lease B.V. (hierna: Labouchere of Legio-Lease). Waar hierna sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
2.2 [eiser] heeft de volgende lease-overeenkomst ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Dexia:
Nr
Contractnr.
Datum
Naam overeenkomst
Looptijd
Leasesom
I.
[contractnr.]
31-01-2001
Cash-Click Lease service
84 mnd
ƒ 73.021,20
2.3. Dexia heeft met betrekking tot deze lease-overeenkomst een eindafrekening opgesteld met het volgende resultaat:
Nr.
Datum eindafrekening
Resultaat
Betaald
I.
04-08-2006
+ € 7.572,04
nvt
2.4. [naam] (hierna: [naam] ) heeft [eiser] , met wie zij ten tijde van het aangaan van de lease-overeenkomsten was gehuwd, geen (schriftelijke) toestemming verleend voor het aangaan van deze lease-overeenkomst.
2.5. Bij brief - volgens [eiser] verzonden op – 16 juni 2005 (hierna: de vernietigingsbrief) heeft [naam] met een beroep op artikel 1:89 BW de lease-overeenkomsten vernietigd.

3.Vordering

3.1
[eiser] vordert dat bij vonnis, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht wordt verklaard dat de lease-overeenkomst door de vernietigingsbrief buitengerechtelijk is vernietigd, althans deze te vernietigen en Dexia te veroordelen tot (terug)betaling van al hetgeen in het kader van deze lease-overeenkomst is betaald, vermeerderd met de wettelijke rente. Ten slotte vordert [eiser] Dexia te veroordelen tot betaling van de proceskosten.

4.Standpunten van [eiser]

4.1
stelt, voor zover voor de beoordeling van belang, dat de lease-overeenkomsten moeten worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A:1576 BW en dus de toestemming [naam] behoefde ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW. Omdat zij deze (schriftelijke) toestemming niet heeft verleend, heeft zij de lease-overeenkomst rechtsgeldig kunnen vernietigen.
4.2.
Dexia betwist de vorderingen van [eiser] . Daartoe stelt zij zich voor zover hier van belang op het standpunt dat zij geen vernietigingsbrief heeft ontvangen. Bovendien is de door [eiser] in het geding gebrachte brief niet ondertekend en ook niet gedateerd.

5.Beoordeling van de vorderingen

Huurkoop en artikel 1:88/1:89 BW
6.1.
Ingevolge de arresten van de Hoge Raad van 28 maart 2008, (LJN BC2837) en
9 juli 2010 (LJN BM3868) worden de lease-overeenkomsten aangemerkt als huurkoop.
6.2.
Dit betekent dat artikel 1:88 lid 1 onder d BW op de lease-overeenkomst van toepassing is, zodat [eiser] voor het aangaan van deze lease-overeenkomst de toestemming van [naam] behoefde. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende deze toestemming ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN AZ9721, rov 2.12.3 en het reeds genoemde arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008). Aangezien deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [naam] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid.
6.3.
[eiser] heeft – bij de inleidende dagvaarding - een vernietigingsbrief overgelegd. De bewuste brief is niet gedateerd, niet van een naam voorzien (in casu [naam] ) en niet ondertekend. Gesteld noch gebleken is dat Dexia deze brief - door middel van (bijvoorbeeld) een ontvangstbevestiging dan wel andere ondersteunende stukken - heeft ontvangen dan wel (op mogelijk een later moment) als een vernietigingsbrief van [naam] heeft dienen aan te merken. Anders dan [eiser] heeft betoogd kan deze brief niet worden gekwalificeerd als vernietigingsbrief en is de lease-overeenkomst hiermee niet met een beroep op artikel 1:89 BW vernietigd.
6.4.
Hot vorenoverwogene leidt ertoe dat de vorderingen van [eiser] niet toewijsbaar zijn.
6.5.
[eiser] wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten gevallen aan de zijde van Dexia.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. wijst de vorderingen van [eiser] af;
II. veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure aan de zijde van Dexia gevallen, tot op heden begroot op een bedrag van € 72,00 aan salaris gemachtigde;
III. verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
IV. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.