ECLI:NL:RBAMS:2020:7278

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 april 2020
Publicatiedatum
12 mei 2021
Zaaknummer
RK: 20-1813
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 24 april 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven tot verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1986, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De officier van justitie had op 24 maart 2020 een verzoekschrift ingediend voor deze zorgmachtiging, waarbij diverse bijlagen waren gevoegd, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 april 2020 zijn betrokkene, zijn raadsman mr. S.L.J. Swart, en de officier van justitie mr. C.P. Staal gehoord. Ook de zorgverantwoordelijke M. Rozendal werd telefonisch geraadpleegd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn psychische stoornis, wat leidt tot levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verschillende vormen van zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, toegewezen voor een periode van zes maanden. De rechtbank heeft echter de vormen van zorg 'toedienen van vocht' en 'toedienen van voeding' afgewezen, omdat niet is gebleken dat betrokkene zich hiertegen verzet.

De rechtbank concludeert dat de zorgmachtiging verleend kan worden, omdat voldaan is aan de criteria van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De machtiging is uitvoerbaar bij voorraad en moet binnen twee weken na de uitspraak ten uitvoer worden gelegd. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, in te stellen door een advocaat binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling publiekrecht Team Strafrecht
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Rekestnummer: 681998 / 20-1813
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres: [adres 1]
,
verblijvende in [detentieplaats]
bijgestaan door zijn raadsman mr. S.L.J. Swart, advocaat te Amsterdam,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 24 maart 2020 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring d.d. 9 maart 2020;
  • het zorgplan d.d. 3 maart 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur d.d. 10 maart 2020; en
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 april 2020 in het gebouw van de rechtbank te Amsterdam.
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene;
  • de raadsman van betrokkene, mr. S.L.J. Swart; en
  • de officier van justitie, mr. C.P. Staal.
De rechtbank heeft ter zitting telefonisch ook de zorgverantwoordelijke, M. Rozendal, van betrokkene gehoord.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.
De officier van justitie heeft zich ter zitting aangesloten bij de wijzigingen van het zorgplan die de zorgverantwoordelijke, M. Rozendal, ter zitting telefonisch heeft geadviseerd.

3.Standpunt van betrokkene

De betrokkene heeft ter zitting aangegeven zich wel te kunnen vinden in de aangevraagde zorgmachtiging, omdat hij nu nog in de beginfase zit van zijn herstel en nog verder moet ‘landen’. Hij begrijpt dat een opname in een accommodatie erbij hoort.
De advocaat van betrokkene heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen toewijzing van het verzoek.

4.Toelichting psychiater M. Rozendal

De onafhankelijke psychiater, E. Sikkens, heeft in de medische verklaring als extra vormen van zorg aangevinkt:
o ‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’,
o ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’,
o ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’; en
o ‘beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’.
Psychiater Rozendal heeft telefonisch toegelicht dat het noodzakelijk is dat de hiervoor genoemde vormen van zorg worden toegevoegd aan de genoemde vormen van zorg in het zorgplan. Het zorgplan is geschreven vanuit de gedachte dat betrokkene op een reguliere afdeling zou worden geplaatst, maar het is de bedoeling dat betrokkene in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) wordt geplaatst. Psychiater Rozendal merkt ten aanzien van het ‘beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ op dat dit verband houdt met de huidige Corona-crisis.
Over de in het zorgplan opgenomen vormen van zorg ‘toedienen van vocht’ en het ‘toedienen van voeding’ merkt psychiater Rozendal op dat deze niet nodig zijn.
Psychiater Rozendal geeft aan dat, als een zorgmachtiging wordt verleend, betrokkene vandaag kan worden geplaatst in [instelling] , gelegen aan [adres 2] Echter, als dat bed vandaag niet wordt belegd, moet er een ander bed worden georganiseerd. Dan kan een plaatsing mogelijk weer even duren.
Psychiater Rozendal zegt dat het lastig is te voorspellen hoe lang de opname van betrokkene zal duren omdat dit mede afhankelijk is van zijn medewerking. De opname zal in ieder geval niet langer dan noodzakelijk duren.

5.Beoordeling

5.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
5.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
5.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
5.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en de medische verklaring.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van vocht
6 maanden
toedienen van voeding
6 maanden
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
5.5.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
De in het zorgplan genoemde zorg zal naar het oordeel van de rechtbank echter het ernstig nadeel niet volledig kunnen wegnemen. Om die reden zal de rechtbank bepalen dat er aanvullende vormen van verplichte zorg dienen te worden verleend, te weten:
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene (voor de duur van 6 maanden);
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen (voor de duur van 6 maanden);
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen (voor de duur van 6 maanden); en
  • beperken van het recht op het ontvangen van bezoek (voor de duur van 6 maanden).
De rechtbank bepaalt dat het zorgplan dienovereenkomstig dient te worden gewijzigd.
De rechtbank zal verder de verplichte zorg in de vorm van het ‘toedienen van vocht’ en het ‘toedienen van voeding’ afwijzen, omdat niet is gebleken dat betrokkene zich hiertegen verzet dan wel dat er sterke aanwijzingen zijn dat hij zich daartegen zal gaan verzetten en bepaalt dat het zorgplan in die zin dient te worden gewijzigd. De rechtbank acht deze vormen van zorg voor betrokkene niet noodzakelijk.
5.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.7.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend.
5.8.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

6.Beslissing

De rechtbank:
Wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze machtiging is op 24 april 2020 gegeven door:
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. P.P.C.M. Waarts en J.M.R. Vastenburg rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Struijkenkamp griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor verzoeker beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.