Op 9 juli 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1959 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. De officier van justitie had op 19 juni 2020 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen waren gevoegd, waaronder medische verklaringen en politiegegevens. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 juni 2020, waarbij de betrokkene, zijn raadsman, de officier van justitie en psychiater M. Rouwenhorst aanwezig waren. De officier van justitie pleitte voor een zorgmachtiging vanwege de complexe problematiek van de betrokkene en het hoge recidiverisico, terwijl de advocaat van de betrokkene het verzoek steunde, stellende dat er een stoornis was die leidde tot ernstig nadeel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging en bepaalde dat verschillende vormen van zorg voor een periode van zes maanden konden worden toegepast, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is bij voorraad uitvoerbaar en moet binnen twee weken na de dagtekening worden uitgevoerd. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.