Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de dagvaarding van 25 november 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het instructievonnis;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Het zonder voorafgaande betaling van het verschuldigde parkeergeld met het voertuig verlaten van de parkeerfaciliteit, bijvoorbeeld door middel van het zogenoemde “treintje rijden” waarbij de parkeerder direct achter zijn voorganger onder de slagboom doorrijdt, is onder geen beding toegestaan. De parkeerder is in dat geval het door Q-Park voor de betreffende parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” verschuldigd (afhankelijk van de parkeerfaciliteit bedraagt dit éénmaal, tweemaal of driemaal het geldende dagtarief), vermeerderd met een bedrag aan aanvullende schadevergoeding ad € 300,- en zulks onverminderd de rechten van Q-Park tot het vorderen van overige daadwerkelijk geleden (gevolg-)schade. Het hiervoor genoemde tarief “verloren kaart” laat onverlet het recht van Q-Park om de parkeerder de werkelijke parkeerkosten in rekening te brengen mochten die hoger zijn dan het tarief “verloren kaart.”
9. Privacy
a. € 360,00 wegens tarief verloren kaart;
b. € 600,00 aan schadevergoeding;
c. € 144,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
d. rente over € 1.104,00 vanaf de datum van pleging, althans verzuim;
e. de proceskosten.
(parkeer-)overeenkomsten, althans onrechtmatig heeft gehandeld tegenover Q-Park. Op grond van de algemene voorwaarden is [gedaagde] de gevorderde hoofdsom van € 960,00 verschuldigd, bestaande uit twee maal een bedrag van € 180,00 wegens tarief verloren kaart en twee maal € 300,00 als schadevergoeding. Aangezien [gedaagde] ondanks daartoe te zijn aangemaand, met betaling in gebreke is gebleven, maakt Q-Park voorts aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten en rente.
Beoordeling
afhankelijk van de parkeerfaciliteit”en
“bedraagt dit éénmaal, tweemaal of driemaal het geldende dagtarief“. Op het bord bij de ingang van de parkeergarage staat vermeld dat het maximale dagtarief van deze parkeerfaciliteit € 60,00 bedraagt en dat bij verlies van de inrijkaart drie keer het dagtarief geldt. Het gevorderde bedrag van € 360,00 is derhalve toewijsbaar.
ontvangstvan de aanmaning, zoals vereist door artikel 6:96 lid 6 BW. In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
BESLISSING
- exploot € 83,52
- salaris € 240,00
- griffierecht € 499,00
-----------------
totaal € 822,52
voor zover van toepassing, inclusief btw;