De vordering heeft betrekking op een gesloten overeenkomst voor het volgen van een opleiding tot apothekersassistente.
Overgelegd is een bevestiging van de door [gedaagde] gedane inschrijving die Capabel per e-mail van 19 april 2018 aan [gedaagde] heeft toegezonden. In die bevestiging wordt 7 mei 2018 genoemd als startdatum van de opleiding.
Onder het kopje
Toelatingstaat in de overeenkomst onder meer het volgende vermeld.
Om toegelaten te worden tot de opleiding moet je voldoen aan de instroomeisen. Je bent verplicht de bewijsstukken die wij van je vragen met betrekking tot de instroomeisen tijdig naar ons op te sturen. Zie de Algemene Voorwaarden voor de procedure indien niet aan alle voorwaarden kan worden voldaan.
Artikel 6.1 van de toepasselijke Algemene Voorwaarden luidt als volgt:
Om toegelaten te worden tot een mbo-opleiding moet de student aantoonbaar voldoen aan de wettelijke instroomeisen. Vanwege het compacte karakter van de opleidingen is Capabel Onderwijs Groep gerechtigd aanvullend specifieke instroomeisen te stellen voor een opleiding. Onder deze instroomeisen vallen mogelijk eisen aan vooropleiding, taalbeheersing, specifieke vakken als onderdeel van een vooropleiding, leeftijd en werkervaring. De actuele instroomeisen staan vermeld op de website van Capabel Onderwijs Groep.
Artikel 6.3 van de Algemene Voorwaarden luidt als volgt:
De student is verplicht de door Capabel Onderwijs Groep gevraagde bewijsstukken met betrekking tot de instroomeisen, tijdig op te sturen.
Artikel 6.4 van de Algemene Voorwaarden luidt als volgt:
Indien de student niet voldoet aan de verplichting tot toelating en na aanmaning blijft verzuimen in zijn/haar verplichting, of op een andere wijze niet meewerkt aan het tot stand komen van toelating tot de opleiding, is Capabel Onderwijs Groep gerechtigd dit te beschouwen als een annulering van de inschrijving. de overeenkomst van opdracht wordt automatisch opgezegd, (…
). Capabel Onderwijs Groep zal dit minimaal aanmerken als een annulering van de overeenkomst van opdracht minder dan 8 weken vóór de start van de opleiding. De student/opdrachtgever is de annuleringskosten verschuldigd zoals bepaald in artikel 9.5 van de annuleringsregeling.
Artikel 9.5 van de Algemene Voorwaarden luidt als volgt:
Indien de opdrachtgever/student annuleert tussen 8 weken en 4 weken vóór de start van de opleiding, is het inschrijfgeld en 10% van het studiegeld verschuldigd.Indien de opdrachtgever/student annuleert minder dan 4 weken voor de start van de opleiding, maar wel vóór de start van de opleiding, is het inschrijfgeld en 25% van het studiegeld verschuldigd.
Artikel 6.8 van de Algemene Voorwaarden luidt als volgt:
Indien blijkt dat de student niet kan worden toegelaten tot de opleiding, wordt de inschrijving automatisch geannuleerd, zonder dat de opdrachtgever/student en Capabel Onderwijs Groep elkaar over en weer kosten verschuldigd zijn. Hiervan uitgezonderd zijn de door Capabel Onderwijs Groep reeds in rekening gebrachte kosten inzake inschrijfgeld (…).
Overgelegd is een e-mail van 1 mei 2018 waarin Capabel [gedaagde] heeft uitgenodigd om 2 mei 2018 een toelatingstest te doen. Capabel schrijft dat zij [gedaagde] daarover heeft proberen te bellen, maar haar niet heeft kunnen bereiken.
Overgelegd is een e-mail van 11 mei 2018 waarin Capabel haar heeft uitgenodigd om op 14 mei 2018 een toelatingstest te doen. Capabel schrijft dat zij [gedaagde] daarover heeft proberen te bellen, maar haar niet heeft kunnen bereiken.
Overgelegd is een e-mail van 16 mei 2018 waarin Capabel aan [gedaagde] schrijft dat zij wegens gebrek aan medewerking bij het tot stand komen van de opleiding haar inschrijving heeft geannuleerd en dat zij een factuur voor de annuleringskosten zal ontvangen. Capabel verwijst daarbij naar artikel 6 van haar Algemene Voorwaarden.
Capabel beroept zich bij haar vordering op een beding in artikel 6.4 van haar Algemene Voorwaarden (zie onder 6). Ook nu [gedaagde] niet is verschenen moet de kantonrechter op grond van rechtspraak van het Hof van Justitie ambtshalve beoordelen of dit beding al dan niet oneerlijk is voor [gedaagde] hetgeen het geval is indien er sprake is van een aanzienlijke verstoring van rechten en verplichtingen tussen partijen.
Capabel heeft in verband met voormelde toetsing stukken in het geding gebracht en informatie verschaft.
Bij de beoordeling of er eventueel sprake is van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht van rechten en verplichtingen tussen partijen, dienen alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst, alsook alle andere bedingen daarvan in aanmerking te worden genomen, met rekening gehouden worden met de toepasselijke regels van het nationale recht wanneer partijen op dit punt geen regeling getroffen hebben en de aard van het goed of de dienst waarop die overeenkomst betrekking heeft (zie HvJ EU 16 januari 2014, ECLI:EU:C:2014:10).
Op grond van (de uitleg door Capabel van) dit beding dient [gedaagde] 25% van het studiegeld te betalen, terwijl eiseres geen enkele prestatie meer hoeft te leveren.
Capabel heeft evenwel (onder meer) gewezen op de vaste kosten die zij moet maken om haar instelling in stand te houden. Zij wijst erop dat zij op enig moment na annulering niet meer in staat is studenten in een bepaalde groep te plaatsen, zodat het redelijk is dat [gedaagde] kosten betaalt.
Geoordeeld wordt dat de kantonrechter niet toekomt aan inhoudelijke toetsing van het in artikel 6.4 opgenomen beding, aangezien het onvoldoende duidelijk is dat het op de situatie tussen partijen van toepassing is, hetgeen hieronder nader zal worden overwogen.
In artikel 6.4 is een sanctie overeengekomen in geval [gedaagde] niet voldoet aan een verplichting tot toelating (tot de opleiding) of op een andere wijze niet meewerkt aan het tot stand komen van toelating. Bij die verplichtingen gaat het blijkens de tekst van de overeenkomst (zie onder 3) en artikel 6.3 vooral om toezending van gevraagde bewijsstukken.
In het onderhavige geval was de overeenkomst tussen partijen kennelijk een voorwaardelijke, aangezien [gedaagde] eerst met succes een toelatingstoets moest doen om tot de opleiding te worden toegelaten, hetgeen in de Algemene Voorwaarden niet met zoveel woorden staat omschreven als een van de verplichtingen waaraan een opdrachtgever/student moet voldoen. Voor zover Capabel meent dat zij deelname aan een toelatingstoets wel degelijk kan stellen in het kader van “meewerken aan het tot stand komen van de toelating”, ziet zij over het hoofd dat deelname aan de toets niet automatisch leidt tot toelating, maar alleen een deelname waarbij [gedaagde] slaagt voor die toets. En dat laatste is een eis die zij in het kader van “meewerken aan toelating” niet kan stellen.
Gelet op het bovenstaande wordt geoordeeld dat in het kader van de overeenkomst tussen partijen het niet afleggen van de toets in redelijkheid gelijk gesteld moet worden aan het niet slagen voor die toets. En dat betekent weer dat Capabel zich alleen kan beroepen op artikel 6.8 van haar Algemene Voorwaarden, namelijk een kosteloze annulering met uitzondering van de inschrijfkosten.
Uit het voorgaande volgt dat alleen een bedrag van € 75,00 toewijsbaar is en dat het meer gevorderde wordt afgewezen.
Nu slechts een klein deel van de vordering wordt toegewezen worden de buitengerechtelijke kosten afgewezen en worden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.