ECLI:NL:RBAMS:2020:6696

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 december 2020
Publicatiedatum
24 december 2020
Zaaknummer
13-693120 FA RK 20-7651
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 2 december 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1984 en gedetineerd in een detentieplaats. De officier van justitie had op 17 november 2020 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op 18 november 2020, waarbij de rechtbank de betrokkene, zijn raadsman en de officier van justitie heeft gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een gedesorganiseerd manisch-psychotisch toestandsbeeld, met agressie en een onderliggende diagnose van een bipolaire I stoornis, schizo-affectieve stoornis of schizofrenie. Er is sprake van ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, en er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is, gezien het gebrek aan ziektebesef bij de betrokkene en de afwezigheid van een steunsysteem in Nederland. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van één maand, met als doel de betrokkene te repatriëren naar zijn land van herkomst voor noodzakelijke zorg. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en moet binnen twee weken worden ten uitvoer gelegd. De rechtbank heeft de verschillende vormen van zorg en hun duur vastgesteld, en de beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, met de griffier aanwezig. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.

Uitspraak

Beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling publiekrecht Team Strafrecht
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Rekestnummer: C/13/693120/FA RK 20/7651
Beschikking van de rechtbank op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1984,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het [detentieplaats] ,
bijgestaan door zijn raadsman mr. J.F. van der Brugge, advocaat te Amsterdam,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 17 november 2020 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring;
  • het zorgplan inclusief de bijlagen;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 november 2020 in het gebouw van de rechtbank Amsterdam.
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank gehoord:
  • betrokkene;
  • de raadsman van betrokkene;
  • de officier van justitie.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van 1 maand. Gedurende die maand kan worden gewerkt aan repatriëring van betrokkene naar [land] , zodat betrokkene in [land] de noodzakelijke zorg kan krijgen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.

3.Standpunt van betrokkene

De advocaat van betrokkene heeft zich aangesloten bij het verzoek om een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van één maand, teneinde te bewerkstelligen dat betrokkene zo spoedig mogelijk naar [land] kan terugkeren. Ten aanzien van de vormen van zorg heeft de advocaat zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat bij betrokkene sprake is van een gedesorganiseerd manisch-psychotisch toestandsbeeld met agressie, met inmiddels enig herstel. Daarbij kan de onderliggende diagnose een bipolaire I stoornis, een schizo-affectieve stoornis of schizofrenie zijn. Daarnaast is sprake geweest van drugsgebruik, wat het toestandsbeeld kan hebben uitgelokt of verergerd.
4.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang;
de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
4.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig. Geschat wordt dat betrokkene – nu de behandeling tot nu toe nog niet tot remissie van de symptomen heeft geleid – langdurige klinische behandeling nodig heeft, waarbij ambulante behandelaren en het steunsysteem al in de klinische fase betrokken worden teneinde toe te werken naar ontslag uit de kliniek. Na ontslag van betrokkene kunnen de ambulante behandelaren de behandeling van betrokkene volledig overnemen.
4.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Er is bij betrokkene geen sprake van ziektebesef en/of –inzicht. Om die reden is verplichte zorg nodig.
Betrokkene heeft echter geen steunsysteem, verblijfvergunning, inkomen en/of dagbesteding in Nederland. Daardoor ontbreken de voorwaarden die noodzakelijk zijn voor deelname aan het maatschappelijk leven in Nederland. Betrokkene heeft echter wel een verblijfvergunning voor [land] . De huidige behandelaren in [detentieplaats] en de gedragsdeskundigen van het NIFP die betrokkene op 6 en 8 juli 2020 hebben gezien, verwachten dan ook dat repatriëring en behandeling in het psychiatrisch ziekenhuis in [land] waar betrokkene bekend is, de beste kans geeft op herstel en een stabiele situatie voor betrokkene. [detentieplaats] heeft echter laten weten alleen capaciteit te hebben voor patiënten met een forensische titel, zodat betrokkene niet vanuit [detentieplaats] gerepatrieerd kan worden.
De officier van justitie heeft om die reden – overeenkomstig het voorstel van de Geneesheer-directeur - een zorgmachtiging voorgesteld voor de duur van één maand, zodat GGZ inGeest – in het kader van een zorgmachtiging als vangnet – betrokkene naar [land] kan repatriëren vanuit één van de reguliere GGZ klinieken. Daarbij heeft de officier van justitie de volgende vormen van zorg voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
1 maand
het verrichten van medische controles
1 maand
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
1 maand
beperken van de bewegingsvrijheid
1 maand
insluiten
1 maand
uitoefenen van toezicht op betrokkene
1 maand
onderzoek aan kleding of lichaam
1 maand
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
1 maand
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
1 maand
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
1 maand
opnemen in een accommodatie
1 maand
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
4.5.
Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
4.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief, met dien verstande dat met de zorgmachtiging wordt beoogd betrokkene vanuit een kliniek in GGZ inGeest zo spoedig mogelijk terug te laten keren naar [land] , zodat betrokkene in [land] de noodzakelijke zorg kan krijgen. De verwachting is dat betrokkene binnen één maand naar [land] gerepatrieerd kan worden.
De rechtbank merkt daarbij op dat [detentieplaats] weliswaar aan de Geneesheer-directeur heeft laten weten dat zij alleen capaciteit heeft voor patiënten met een forensische titel, maar dat de rechtbank (mede) uit het advies van de Geneesheer-directeur opmaakt dat het in zijn algemeenheid wel degelijk mogelijk is dat patiënten naar het land van herkomst worden gerepatrieerd vanuit het PPC en/of een afdeling van [detentieplaats] . De officier van justitie heeft tijdens de behandeling van het verzoekschrift ter zitting toegezegd dat zij bij [detentieplaats] zal informeren of het mogelijk is dat betrokkene gedurende de termijn van de zorgmachtiging in [detentieplaats] blijft en vanuit daar wordt toegewerkt naar repatriëring van betrokkene naar [land] , zodat het niet nodig zal zijn om betrokkene naar een andere kliniek over te plaatsen alvorens hij naar [land] gerepatrieerd kan worden.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend.
4.9.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

5.Beslissing

De rechtbank:
Wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1984,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
1 maand
het verrichten van medische controles
1 maand
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
1 maand
beperken van de bewegingsvrijheid
1 maand
insluiten
1 maand
uitoefenen van toezicht op betrokkene
1 maand
onderzoek aan kleding of lichaam
1 maand
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
1 maand
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
1 maand
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
1 maand
opnemen in een accommodatie
1 maand
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze zorgmachtiging is geldig voor de duur van 1 (één) maand, te weten uiterlijk tot en met 2 januari 2021.
Deze machtiging is op 2 december 2020 gegeven door
mr. A.A. Spoel, voorzitter,
mrs. C.M. Wiertz-Wezenbeek en E. van den Brink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.D. Riggelink, griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.
griffier.