Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres] B.V.
gedaagde, nader te noemen: CCH
2. [gedaagde 2]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- een e-mail van 27 februari 2019 van [gedaagde 2] ;
- het instructievonnis van 22 maart 2019, waarbij een comparitie is gelast;
- de dagbepaling comparitie.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
[naam 2] , die in het gehuurde een café exploiteerde. In artikel 9.11 van de onderhuurovereenkomst is bepaald dat de looptijd van de huurovereenkomst tussen [eiseres] en [naam 2] gelijkgesteld was aan de hoofdhuurovereenkomst met CCH.
(..) Ik hoorde gisterenmiddag op mijn voicemail dat er een omschrijving van mijn activiteiten op de huurovereenkomst nodig is. Activiteiten: (..) Ik heb gisteren mijn plan digitaal naar u en dhr. [naam 3] gestuurd. (..)
Zoals zojuist tel besproken willen wij het verzoek voor het aangaan van een directe huurovk (..) graag goed gefundeerd aan onze kant met je vervolgen. (..) Wij begrijpen dat je al enige tijd geleden hebt overlegd met (..) [eiseres] en afspraken hebt gemaakt op basis van een onderhuurovk, echter nu de wens is om een directe huurovk met ons aan te gaan, dienen wij het proces wel in de juiste volgorde en goed gefundeerd aan te vangen, dat daarmee bijdraagt aan de start van hopelijk een goede en langdurige relatie met elkaar. Wij zijn maar pas sinds kort bekend met jouw plan en propositie en hebben op stel en sprong de kennismaking van maandag jl gearrangeerd.Onze eerdere email van maandag jl [24 april 2017, ktr] mbt de concept huurovk is daarmee voorbarig gebleken en wij trekken daarmee deze email in. (..)
(..) Wij zullen onze technische man (..) laten analyseren wat een en ander met zich meebrengt en waar de kosten thuis horen. Jullie zullen hopelijk begrijpen dat we dit eerst willen doen, voordat we ons uitspreken over jullie wens tot indeplaatsstelling. In de tussentijd zou een onderhuur passend zijn, denk ik, maar dat laat ik bij jullie.
in de plaats te doen stellen van [eiseres] in de hoofdhuurovereenkomst met CCH tegen dezelfde voorwaarden die gelden voor [eiseres]”. [gedaagde 2] heeft voor de overname van het café een bedrag van
€ 125.000,- aan [naam 2] betaald.
Het geschil
a. haar een machtiging tot in de plaatsstelling te verlenen, waarbij [eiseres] wordt gemachtigd [gedaagde 2] als huurder in haar plaats te stellen met betrekking tot de bedrijfsruimte aan de [adres] te [plaats] ;
b. een verklaring voor recht dat CCH is gehouden om de gebreken aan de elektrische installatie van het gehuurde op haar kosten te verhelpen;
c. CCH te veroordelen om binnen 30 dagen na het vonnis op haar kosten deze gebreken te verhelpen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat zij daarmee in gebreke blijft;
d. te bepalen dat de door [eiseres] aan CCH te betalen huurprijs vanaf 7 mei 2019 totdat de gebreken zijn verholpen vanwege de gebreken wordt verminderd met 10%. Subsidiair vordert [eiseres] CCH en [gedaagde 2] te verplichten om volledige medewerking te verlenen aan een contractovername waarbij [gedaagde 2] de positie van huurder van [eiseres] overneemt in de tussen partijen geldende huurovereenkomst,
alles met veroordeling van CCH in de proceskosten.
Beoordeling
1 juni 2017 [gedaagde 2] . Gesteld noch gebleken is dat [eiseres] of [naam 2] , hoewel het elektriciteitsnetwerk (kennelijk) nog was aangesloten op het oude systeem van 127/220 volt, bij de exploitatie van hun horecaonderneming in het gehuurde daarvan problemen hebben ondervonden. [eiseres] heeft het probleem pas na klachten van [gedaagde 2] voor het eerst op 26 april 2019 bij CCH aangekaart. [eiseres] heeft de bedrijfsruimte derhalve bijna zeven jaar probleemloos gebruikt. Nu verder gesteld noch gebleken is dat [eiseres] over de elektriciteitsinstallatie bij het aangaan van de huurovereenkomst in 2012 vragen heeft gesteld aan de verhuurder, zoals de mogelijkheid om krachtstroom aan te sluiten, kan niet worden geconcludeerd dat het gehuurde niet het genot leverde dat zij op grond van de huurovereenkomst van 2012 mocht verwachten. Kennelijk heeft de wijze waarop [gedaagde 2] het gehuurde gebruikt, met zwaardere apparaten waarvoor krachtstroom nodig is, gezorgd voor problemen met de elektra. Deze problemen leveren wellicht een gebrek op in de huurverhouding tussen [eiseres] en [gedaagde 2] maar leiden in ieder geval niet tot de conclusie dat sprake is van een gebrek waarvoor CCH verantwoordelijk is.