Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis in de incidenten in verzet van 29 november 2017;
- het tussenvonnis van 11 december 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 30 oktober 2020.
2.De feiten
pilot-overeenkomst). Ten behoeve van deze overeenkomst heeft Chemix (Ltd.) installaties (hierna: de mobiele installatie) geïmporteerd in Turkmenistan. De mobiele installatie werd gebruikt voor het reinigen van onbruikbare ruwe koolwaterstoffen van mechanische verontreinigingen en water en het verder mengen en homogeniseren van het verkregen product om (zoveel mogelijk) te beantwoorden aan de kwaliteit van Mazut 100 olie.
Ministry of Oil and Gas Industry and Mineral Resourcesvan Turkmenistan (hierna: het ministerie) een overeenkomst gesloten met als kenmerk
CONTRACT No. MG-1(hierna: de overeenkomst), op grond waarvan oliehoudend slib zou worden verwerkt tot Mazut 100 olie. Doel van de overeenkomst was het oplossen van de olie-gerelateerde milieuproblemen in Turkmenistan. Daarnaast was het de bedoeling om, door middel van verkoop van het teruggewonnen product, opbrengsten te genereren, welke volgens een bepaalde verdeelsleutel zouden worden verdeeld. De investeringskosten van USD 6.195.900 zouden door de wederpartij van Turkmenistan gedragen worden. Turkmenistan zou op haar beurt ‘
raw material’ leveren en assisteren bij de verkoop van het eindproduct. De overeenkomst voorzag vervolgens in een verdeling van de winst tussen het ministerie en haar wederpartij in de verhouding 51% en 49% voor de periode dat de investering nog niet was terugverdiend en na afloop van die periode in een verhouding van 55% en 45%.
(…)CONTRACT(…)Between:The Ministry of Oil and Gas Industry and Mineral Resources of Turkmenistan (…) hereinafter referred to as the “Customer”, on the one part, and CHEMIX BV International (The Netherlands Kindom) duly established and functioning in the person of General Director [naam 5] acting on the basis of the Articles of Association and powers granted to him, hereinafter referred to as theInvestor(…)
a) delivery of theMobile Complexand other specialized equipment and other special machinery in accordance with appendix 2.
a) access to the objects of works;(…)
Turmennefthet oliehoudende slib voor eigen doeleinden zal gebruiken. Voor de verwerking zal uitsluitend afvalolie bestaande uit synthetische- en minerale smeermaterialen geleverd worden. Bij brief van 22 juni 2013 heeft het ministerie laten weten dat voor de verwerking van synthetische- en minerale smeermaterialen maximaal 2.000 ton per jaar aangeboden kan worden.
Red Noticegepubliceerd door Interpol. Op 2 mei 2013 is [naam 1] aangehouden in Griekenland en in afwachting van een uitleveringsverzoek van Turkmenistan in hechtenis genomen. Dit uitleveringsverzoek is niet, althans niet tijdig, bij de Griekse autoriteiten ingediend en deze hebben [naam 1] na 30 dagen in vrijheid gesteld. Op verzoek van [naam 1] heeft Interpol in januari 2020 de
Red Noticeongedaan gemaakt.
€ 50.000, gefinancierd, schuldeisersakkoord gehomologeerd. Met het in kracht van gewijsde gaan van deze uitspraak is het faillissement van Chemix geëindigd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Between’ in het hoofd van de overeenkomst (zie hiervoor (2.6) als vestigingsplaats wordt verwezen naar Nederland. Datzelfde geldt voor de partij-aanduiding bij de ondertekening van de overeenkomst. Bovendien zijn daar een Nederlands adres en een Nederlandse website vermeld. Daarbij komt dat uit gedragingen van Turkmenistan na het sluiten van de overeenkomst kan worden afgeleid dat zij ervan uitging dat Chemix haar contractuele wederpartij was. Zo heeft Turkmenistan haar brief van 9 augustus 2013, waarin zij aangeeft de overeenkomst wegens tekortkomingen aan de zijde van Chemix te willen ontbinden, gericht tot de curator van Chemix. Dat de overeenkomst ook verwijzingen bevat naar Chemix Ltd, over de handtekening van [naam 1] is immers een stempel van Chemix Ltd. geplaatst en de genoemde bankrekening bij BNP Paribas staat op naam van Chemix Ltd., legt in dat licht bezien onvoldoende gewicht in de schaal voor een andersluidend oordeel. Dat de curator geen schriftelijke overeenkomst heeft aangetroffen en blijkens de overgelegde faillissementsverslagen zelfs in het geheel niet op de hoogte is geweest van het bestaan of verdere details van de overeenkomst, wat daar verder ook van zij, rechtvaardigt evenmin de conclusie dat het contract niet met Chemix is gesloten. Door het faillissement verliest de gefailleerde immers niet de bevoegdheid overeenkomsten te sluiten, alleen is de boedel daarvoor niet aansprakelijk dan voor zover deze ten gevolge hiervan is gebaat (artikel 23 Faillissementswet).
on the basis of the Articles of Association and powers granted to him’ en dat hij tekende in zijn hoedanigheid van ‘
General Director’ (zie hiervoor 2.6). Turkmenistan wijst er op dat deze passage onjuist is. Op de datum van ondertekening van de overeenkomst, 17 augustus 2012, was [naam 2] enig bestuurder van Chemix. [naam 1] werd pas op 4 september 2013 benoemd tot bestuurder van Chemix. Turkmenistan verbindt daaraan de conclusie dat sprake is van pseudo-vertegenwoordiging, met als gevolg dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen.
baslykis. Ook als dat zo is, is daarmee naar Nederlands recht geen sprake van bevoegde vertegenwoordiging. Nu Chemix voor het overige geen omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan geoordeeld kan worden dat zij bevoegd werd vertegenwoordigd bij het aangaan van de overeenkomst, moet ervan worden uitgegaan dat sprake is geweest van onbevoegde vertegenwoordiging.
State Commodity and Raw Materials Exchange(hierna: SCRME). Om die reden vermeldt de overeenkomst in artikel 2.5 dat deze geldig wordt vanaf het moment van registratie
in accordance with the Legislation of Turkemistan(zie 2.6). De SCRME is op 11 september 2012 overgegaan tot registratie van de overeenkomst. Turkmenistan stelt zich op het standpunt dat deze registratie heeft plaatsgevonden op basis van valse informatie. Als gevolg daarvan heeft registratie niet plaatsgevonden
in accordance with the Legislation of Turkmenistanzodat de (opschortende) voorwaarde niet is ingetreden en de overeenkomst nooit geldig is geworden. Turkmenistan stelt zich subsidiair op het standpunt dat – indien de rechtbank oordeelt dat de overeenkomst wel tot stand is gekomen – de overeenkomst vernietigbaar is op grond van bedrog. In dat verband voert Turkmenistan eveneens aan dat Chemix vervalste stukken heeft verstrekt.
olie- en service technologieën.
General Director, maar ook door Turkmenistan te overladen met bewerkte, vervalste en misleidende stukken, waarin elk spoor naar de daadwerkelijke bestuurder van Chemix was verwijderd.
USD 6.195.900 evenmin klopt. Dat is van belang, omdat partijen op basis van dat bedrag een verdeelsleutel zijn overeengekomen.
notarized copiesvan diverse stukken.
(…) The (…) company “Chemix BV International” (the Netherlands Kingdom) (…) sends you notarized copies of the following documents:
(…) On the request of Mr. [naam 1] I confirm the following:
(…) At the request of our client Chemix BV (International) Ltd, we would like to favourably introduce and recommend this customer.
(…) In opgemeld faillissement heeft zich een kandidaat gemeld, die aan de crediteuren een akkoord zou willen aanbieden. Het betreft de koper van de activa, Union Mega Corporation, met als bestuurder de heer [naam 1] (…). Het belang van de heer [naam 1] bij een akkoord is het feit, dat de lopende overeenkomst tussen Chemix International BV en de Staat Turkmenistan(hiermee wordt klaarblijkelijk gedoeld op de onder 2.2. bedoelde pilot-overeenkomst – rb.)
als gevolg van een akkoord in stand blijft, hetgeen voor hem begrijpelijk van doorslaggevend belang is.
(…) The branch office of the company “Chemix BV International” (the Netherlands Kingdom) in Turkmenistan sends you the document from the court of the Netherlands and kindly asks you to assist in further registration of the contract on delivery of technological equipment and processing of waste lubricants, mixes of non-standard oil products and various waste hydrocarbon accumulations of refuse nature for the purpose of production of expert-oriented products. (…)”
illegible’. Op diezelfde plek staat in de originele brieven de datum van ontvangst. Anders dan de tekst
illegibledoet vermoeden zijn die data goed te lezen. De brief van 16 februari 2012 is door Turkmenistan voor ontvangst afgestempeld op 17 februari 2012. De brief van 14 mei 2012 is ontvangen op 14 mei 2012. Daaruit volgt, volgens Chemix, dat de brieven onmogelijk vanuit het buitenland kunnen zijn verstuurd. Onder verwijzing naar overgelegde kopieën van paspoorten en visa van [naam 1] stelt Chemix dat [naam 1] op die data niet in Turkmenistan verbleef. Hij kan de brieven dus niet hebben verstuurd, aldus Chemix.
- haar contractuele wederpartij eigenaar was van de olie- en service technologieën die het onderwerp waren van het proefcontract;
- haar contractuele wederpartij daadwerkelijk USD 6.195.900 zou gaan investeren onder de overeenkomst;
- zij een overeenkomst aanging met een partij die in financiële
- De eerste levering van apparatuur was te laat. Deze diende uiterlijk op 17 november 2012 plaats te vinden en kwam pas op 20 november 2012 aan in Turkmenistan. Bovendien was de levering niet volledig.
- De tweede levering was eveneens te laat (20 april 2013 in plaats van 17 december 2012) en onvolledig.
- De derde levering heeft in het geheel niet plaatsgevonden.
raw materialsdie nodig zijn voor de productie. In artikel 3.2.2. onder f) is bepaald dat Turkmenistan diende te assisteren bij de aankoop van gascondensaat dat nodig was om het werk uit te voeren. De brief van 24 mei 2013 (zie hiervoor 2.8), waarin Turkmenistan aangeeft dat er te weinig oliehoudend slib is om ter verwerking aan te bieden kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gelezen dan als een mededeling van Turkmenistan dat zij niet aan deze verplichtingen kan en zal voldoen. Voor zover Turkmenistan aanvoert dat zij niet is tekortgeschoten omdat zij bij brief van 22 juni 2013 (zie eveneens 2.8) schrijft dat zij maximaal 2.000 ton synthetische- en minerale smeermaterialen per jaar ter verwerking kan aanbieden, wordt zij daarin niet gevolgd. Partijen verschillen van mening over de vraag of Turkmenistan op grond van de overeenkomst gehouden was 50.000 ton per jaar aan
raw materialaan te bieden. Chemix heeft gewezen op de Engelse tekst van de overeenkomst, waar in artikel 2.3. is opgenomen dat zij 50.000 ton per jaar
raw materialzal verwerken, met een totaal van 250.000 ton. Volgens Turkmenistan staat in de Russische tekst – die voorgaat op de Engelse – dat Chemix
maximaal50.000 ton aardoliehoudend slib per jaar zou verwerken en was zij dus niet verplicht om 50.000 ton per jaar aan te leveren. Daargelaten dat Turkmenistan haar stelling dat in de Russische tekst het woord
maximaalis opgenomen niet heeft onderbouwd, brengt een redelijke uitleg van de overeenkomst mee dat partijen niet bedoeld hebben de mogelijkheid open te houden dat Turkmenistan (veel) minder dan 50.000 ton per jaar oliehoudend slib ter verwerking zou aanbieden. In de eerste plaats is daartoe redengevend dat uit artikel 4.4. van de overeenkomst volgt dat Chemix het oliehoudende slib zal verwerken in economisch rendabele hoeveelheden. Niet betwist is dat een hoeveelheid van 2.000 ton per jaar, gelet op de daar tegenover staande investering, voor Chemix niet rendabel is. Daarnaast zou het met een hoeveelheid van 2.000 ton per jaar 125 jaar duren voordat de overeengekomen hoeveelheid van 250.000 ton materiaal is verwerkt. Gelet op de initiële looptijd van de overeenkomst van vijf jaar is uitgesloten dat partijen dat hebben bedoeld.
pilot-overeenkomst betrekking had op aardoliehoudend slib (en niet op synthetische smeermiddelen) en dat het technisch gezien onmogelijk is om synthetische olie te verwerken tot het overeengekomen eindproduct Mazut 100. Turkmenistan heeft vervolgens niet – althans niet gemotiveerd – betwist dat synthetische smeermiddelen een ander product betreffen dan de
raw materialdie Turkmenistan op grond van de overeenkomst gehouden was aan te bieden. Het aangeboden materiaal voldeed dus niet aan de criteria die waren overeengekomen.
USD 1.175.150. Chemix maakt in deze procedure aanspraak op betaling van deze bedragen, in totaal USD 31.516.181.