Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. G. Dankers en van wat verdachte en zijn raadsman mr. C. Crince le Roy naar voren hebben gebracht. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van wat de advocaat van benadeelde partij [aangeefster/benadeelde partij] , mr. C.A. Bouw, naar voren heeft gebracht.
2.Tenlastelegging
bijlage Ien geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
Subsidiair meent de verdediging dat er onvoldoende steunbewijs is voor een bewezenverklaring van feit 2.
[aangeefster/benadeelde partij] (aangeefster) aangetroffen. Zij had letsel in haar gezicht en op haar been en liep op blote voeten. De agenten zijn langs haar thuis gereden om schoenen op te halen en hebben in de woning gezien dat de salontafel scheef stond en dat er vloeistof op de grond lag.
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
meermalen (met de vlakke hand) in/op/tegen het gezicht te slaan en bij de haren vast te pakken en aan de haren te trekken of sleuren (ten gevolge waarvan voornoemde
plukjes losse haren uit haar haar kon halen).
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
8.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
2 (twee) weken.
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.
taakstrafvan
80 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van
40 (veertig) dagen.
[aangeefster/benadeelde partij]toe tot een bedrag van € 257,93 (tweehonderdzevenenvijftig euro en drieënnegentig eurocent) aan vergoeding van materiële schade en € 750,- (zevenhonderdvijftig) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (te weten 28 juni 2019) tot aan de dag van de algehele voldoening.