ECLI:NL:RBAMS:2020:659

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 januari 2020
Publicatiedatum
5 februari 2020
Zaaknummer
8264169 \ CV EXPL 20-716
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning wegens vertrek huurder

In deze zaak heeft Bakkerstaete B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft de ontbinding van een huurovereenkomst van een woning die door de gedaagde werd gehuurd. Bakkerstaete stelt dat de gedaagde in strijd met de huurovereenkomst niet langer zijn hoofdverblijf in de woning heeft, omdat hij volgens de basisregistratie personen per 9 april 2019 is vertrokken naar 'Registratie Niet Ingezetenen'. Dit betekent dat de gedaagde niet meer op het adres van de gehuurde woning staat ingeschreven.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Bakkerstaete de gedaagde bij openbaar exploot heeft gedagvaard, maar dat de gedaagde niet is verschenen. De rechter heeft opgemerkt dat de kans dat een op deze wijze uitgebrachte dagvaarding de gedaagde bereikt, vrijwel nihil is. Gezien de omstandigheden en het feit dat de gedaagde domicilie in het gehuurde heeft gekozen, had Bakkerstaete de dagvaarding ook aan het gehuurde moeten uitbrengen.

De kantonrechter heeft besloten om geen verstek te verlenen, maar heeft Bakkerstaete de gelegenheid gegeven om de gedaagde bij exploot op te roepen om alsnog te verschijnen op de rolzitting van 27 februari 2020. De rechter heeft bepaald dat het exploot aan het gehuurde moet worden uitgebracht, met een kopie van de dagvaarding en het vonnis, en dat de wettelijke dagvaardingstermijn in acht moet worden genomen. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8264169 \ CV EXPL 20-716
vonnis van: 30 januari 2020
fno.: 178

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

Bakkerstaete B.V.,

gevestigd te Amstelveen,
eiseres,
nader te noemen Bakkerstaete,
gemachtigde: mr. H.C. Bollekamp,
t e g e n

[gedaagde] ,

zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland of elders,
gedaagde,
nader te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 3 oktober 2020, uitgebracht bij openbaar exploot, heeft Bakkerstaete een vordering tegen [gedaagde] ingesteld.
[gedaagde] is op deze dagvaarding, die aan de wettelijke eisen voldoet, niet verschenen.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bakkerstaete vordert om de huurovereenkomst van een door [gedaagde] van Bakkerstaete gehuurde woning aan de [adres] te [plaats] te ontbinden met veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van de woning.
Bakkerstaete stelt hiertoe dat [gedaagde] in strijd met het bepaalde in de huurovereenkomst niet langer in de woning zijn hoofdverblijf heeft. Zij baseert dit op het feit dat volgens de basisregistratie personen [gedaagde] per 9 april 2019 is “vertrokken naar Registratie Niet Ingezetenen” en dus vanaf die datum niet meer op de door hem gehuurde woning staat ingeschreven.
Artikel 19.3 van de overgelegde huurovereenkomst luidt als volgt:
Voor het geval huurder niet meer in het gehuurde woonachtig is en tevens nalaat verhuurder zijn nieuwe adres mee te delen alsook voor het geval huurder geen bekende werkelijke woonplaats zal hebben in de gemeente waarin het gehuurde is gelegen, kiest huurder woonplaats in het gehuurde.
Bakkerstaete heeft [gedaagde] gedagvaard bij openbaar exploot op de voet van artikel 54 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De ratio van de wettelijke regeling met betrekking tot het uitbrengen van exploten is om zoveel als mogelijk te waarborgen dat een aan een persoon gericht exploot hem ook daadwerkelijk bereikt. De regeling van artikel 54 lid 2 Rv is in dat verband pas aan de orde als alle andere wettelijke mogelijkheden zijn uitgeput. Helaas heeft de ervaring geleerd dat de kans dat een op dergelijke wijze uitgebrachte dagvaarding degeen bereikt voor wie zij is bestemd vrijwel nihil is.
Gelet daarop en op artikel 19.3 van de huurovereenkomst, welk artikel in het bijzonder op de afwezigheid van de huurder betrekking heeft, had mede met het oog op de beginselen van hoor en wederhoor van Bakkerstaete verwacht mogen worden dat zij haar dagvaarding (ook) aan het gehuurde zou hebben uitgebracht. Dit geldt temeer nu de gemachtigde van Bakkerstaete een aan [gedaagde] gerichte brief van 30 augustus 2020 heeft overgelegd waarin hij [gedaagde] er expliciet erop heeft gewezen dat hij in de huurovereenkomst domicilie in het gehuurde heeft gekozen.
Gelet op het bovenstaande wordt thans geen verstek verleend, maar zal aan Bakkerstaete de gelegenheid worden gegeven [gedaagde] bij exploot op te roepen om alsnog te verschijnen op hierna te melden rolzitting om desgewenst verweer te voeren tegen de vordering. Dat exploot dient aan het gehuurde te worden uitgebracht met een kopie van de dagvaarding en dit vonnis. Tevens wordt verzocht om al deze stukken per e-mail te verzenden naar het in de huurovereenkomst opgenomen adres
[e-mailadres]. Bij het uitbrengen van het exploot dient de wettelijke dagvaardingstermijn in acht te worden genomen.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

BESLISSING

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 27 februari te 10:00 uur voor het oproepen door Bakkerstaete van [gedaagde] als bovenoverwogen en het indienen van het exploot van oproeping en overige stukken;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.