Op 18 december 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het witwassen van (de rechten op) Yab Yum. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken omdat niet kon worden bewezen dat Yab Yum afkomstig was van enig misdrijf. De zaak was het resultaat van het onderzoek '13Basket', dat zich richtte op de vermeende bedreiging en afpersing van de oud-eigenaar van Yab Yum, die in 1999 het bordeel aan de verdachte had overgedragen. De rechtbank kon niet vaststellen dat de overdracht van Yab Yum aan de verdachte het gevolg was van de afpersing door anderen, waardoor het causale verband ontbrak.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie, mrs. M.J. Dontje en M. Kok, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. N.B.M. Vink. De benadeelde partij, Pentagon Amsterdam B.V., vorderde schadevergoeding, maar werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering na de vrijspraak van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de beschuldiging van witwassen niet kon worden bewezen, omdat het bewijs ontbrak dat de rechten op Yab Yum afkomstig waren uit een misdrijf. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden rondom de verkoop van Yab Yum aan de verdachte onvoldoende waren om te spreken van een causaal verband tussen de afpersing en de verkoop.
De rechtbank heeft ook beslist dat de inbeslaggenomen voorwerpen bewaard blijven voor de rechthebbende, aangezien de verdachte is vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 december 2020, door de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Amsterdam.