In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is verdachte beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs en schuldheling van horloges en sieraden. De zitting vond plaats op 23 januari 2020, waar de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie, mr. S.M. Hoogerheide, en de verdediging door mr. N. Velthorst. De tenlastelegging omvatte het bezit van verschillende soorten harddrugs op 28 mei 2019, evenals het opzettelijk of schuldheling van gestolen goederen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk 195,32 gram harddrugs had aanwezig gehad, maar sprak hem vrij van opzetheling, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij wist dat de goederen van een misdrijf afkomstig waren. Wel werd schuldheling bewezen verklaard, omdat de verdachte de horloges en sieraden in zijn bezit had, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig waren. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken op, met een proeftijd van 2 jaar, en motiveerde deze beslissing door te wijzen op de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte, die niet eerder was veroordeeld.