Uitspraak
the Regional Courtin Rzeszów, Polen, en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. T. Arkesteijn, advocaat te Rotterdam en door een tolk in de Poolse taal.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.
3.Grondslag en inhoud van het EAB
final judgment, gewezen door
the District Courtin Rzeszów van 6 juni 2012 met zaaksnummer X K 378/12.
Op 3 maart 2014 is de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijke straf gelast, omdat de opgeëiste persoon zich had onttrokken aan verplicht reclasseringstoezicht.
De weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW is dan ook niet aan de orde.
Het vonnis is sinds 14 juni 2012 onherroepelijk.
4.4. Strafbaarheid, feit waarvoor de toets van dubbele strafbaarheid is vereist
2. vervolgingsmogelijkheid in Nederland voor de feiten welke aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag liggen;
3. ten aanzien van de opgeëiste persoon moet de verwachting bestaan dat hij niet zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van een hem na overlevering opgelegde straf of maatregel.
De rechtbank is van oordeel dat de opgeëiste persoon voldoet aan de eis dat hij gedurende een periode van vijf jaar onafgebroken rechtmatig verblijf heeft in Nederland.
De rechtbank zal dan ook de overlevering moeten weigeren op grond van artikel 6, tweede lid, OLW in samenhang met artikel 6, vijfde lid, OLW, waarbij de rechtbank verwijst naar haar uitspraak van 17 oktober 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:7754).
Het vonnis is onherroepelijk geworden na 5 december 2011, te weten op 14 juni 2012.
Om die reden zijn in dit geval zowel naar Nederlands recht als naar Pools recht de nationale regels ter implementatie van Kaderbesluit 2008/909/JBZ van toepassing op de overname van de tenuitvoerlegging van dat vonnis. In Nederland zijn deze regels neergelegd in de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (hierna: WETS).
Opnieuw onder verwijzing naar bovengenoemde uitspraak van 17 oktober 2019 stelt de rechtbank vast dat een dergelijke uitleg mogelijk is.
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Courtin Rzeszów, Polen.