ECLI:NL:RBAMS:2020:6075

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 december 2020
Publicatiedatum
7 december 2020
Zaaknummer
13-029523-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van drugshandel, witwassen en bezit van munitie

Op 3 december 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het medeplegen van drugshandel, witwassen en het voorhanden hebben van munitie. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat op 18 december 2019 begon naar drugshandel via het Meldpunt Misdaad Anoniem. Tijdens het onderzoek werden telefoons getapt, en op 26 mei 2020 vonden doorzoekingen plaats in de woningen van de verdachten, waar aanzienlijke hoeveelheden drugs, geld en munitie werden aangetroffen. De verdachte werd beschuldigd van het verwerken, verkopen en vervoeren van harddrugs, waaronder MDMA en cocaïne, en het witwassen van geld en voertuigen die vermoedelijk met criminele activiteiten waren aangeschaft. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen handelde in drugs en dat er voldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 38 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, en de rechtbank legde ook verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen op. De uitspraak benadrukt de ernst van drugshandel en de impact daarvan op de samenleving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13.029523.20
Datum uitspraak: 3 december 2020
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
wonende op het adres [adres] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 november 2020. Verdachte en zijn raadsvrouw, mr. V.H. Hammerstein, advocaat te Amsterdam, waren daarbij aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. K. van der Willigen, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging op de zitting – tenlastegelegd dat hij zich te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
medeplegen van onder meer het verwerken van en handelen in harddrugs in de periode van 1 mei 2018 tot en met 26 mei 2020;
medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 2181 tabletten MDMA en/of 635,42 gram MDMA en/of 846,21 gram cocaïne op 26 mei 2020;
medeplegen van het witwassen van
- een (motor)scooter (merk: Piaggio type: M64 kenteken: [kenteken 1] );
- 4.570 euro;
- een auto (merk: Fiat type: Punto kenteken: [kenteken 2] )
in de periode van 11 april 2019 tot en met 26 mei 2020;
4. eenvoudig witwassen van 4.570 euro in de periode van 11 april 2019 tot en met 26 mei 2020;
5. medeplegen van het voorhanden hebben van munitie en/of een patroonmagazijn op 26 mei 2020.
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in de bijlage bij dit vonnis.

3.Inleiding

Naar aanleiding van meldingen over drugshandel via het Meldpunt Misdaad Anoniem startte op 18 december 2019 het onderzoek Sontra naar medeverdachte [medeverdachte 1] . Gaandeweg heeft het onderzoek zich uitgebreid naar onder andere verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] . Binnen het onderzoek zijn telefoons getapt en onderzocht, is een baken onder een auto geplaatst en zijn verdachten op meerdere momenten geobserveerd. Op 26 mei 2020 zijn de woningen waar de verdachten verbleven doorzocht. Daarbij zijn geldbedragen, drugs en een patroonmagazijn en munitie aangetroffen. De zaak van verdachte is op zitting tegelijk behandeld met de zaken van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De rechtbank doet vandaag in alle drie de zaken uitspraak.

4.De waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt dat de drugshandel, het drugsbezit en het witwassen (feiten 1 tot en met 4) kunnen worden bewezen en dat verdachte moet worden vrijgesproken van verboden wapenbezit (feit 5).
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw vindt dat maximaal vastgesteld kan worden dat verdachte gedurende vier maanden (begin februari 2020 tot 26 mei 2020) betrokken was bij de handel in harddrugs. Voor het bezit van de drugs die bij anderen zijn aangetroffen kan verdachte niet worden veroordeeld. Ook niet via medeplegen, omdat verdachte niet wist van hoeveelheden die ergens anders lagen, laat staan dat hij daar enige beschikkingsmacht over had. Verdachte moet worden vrijgesproken van het witwassen van de motorscooter, omdat hij hiervoor een goede verklaring heeft gegeven. Dat hij de motorscooter voor 3.000 euro heeft kunnen kopen is niet onaannemelijk, omdat hij een inkomen had. Het geldbedrag van € 3.510 is aangetroffen in de ondergoedlade van zijn moeder. Uit niets blijkt dat hij daarvan wist en daarover kon beschikken. Verdachte moet dus ook worden vrijgesproken van (eenvoudig) witwassen van dit geldbedrag. Voor de 1.060 euro geldt de kwalificatie-uitsluitingsgrond omdat dit geld uit eigen misdrijf afkomstig is. Voor eenvoudig witwassen van dat bedrag (feit 4) laat de raadsvrouw het oordeel aan de rechtbank. Voor witwassen van de auto moet vrijspraak volgen, omdat niet blijkt dat de auto is aangeschaft met geld dat uit misdrijf afkomstig is. Van het bezit van het patroonmagazijn en de munitie (feit 5) moet verdachte worden vrijgesproken, omdat ze niet bij of in de nabijheid van verdachte zijn aangetroffen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De handel in en het verwerken en vervoeren van harddrugs (feit 1)
Verdachte heeft op de zitting bekend zich in 2020, de onderzoeksperiode, schuldig te hebben gemaakt aan de handel in harddrugs. De rechtbank vindt dat de periode daarvoor ook bewezen kan worden. Verdachte wordt veroordeeld voor het samen met anderen van 1 mei 2018 tot 26 mei 2020 handelen in harddrugs en het vervoeren en verwerken daarvan. [1]
Het aantreffen van drugsDe politie heeft bij de doorzoekingen op 26 mei 2020 op diverse plekken drugs aangetroffen:
- In de woning van verdachte zijn 1631 tabletten MDMA, 620,32 gram MDMA en 627,28 gram cocaïne aangetroffen. [2]
- In de woning van de moeder van verdachte is 47,88 gram cocaïne aangetroffen. [3]
  • In de woning van [medeverdachte 2] zijn 530 tabletten MDMA, 15,1 gram MDMA en 63,3 gram cocaïne aangetroffen en
  • In de woning van [medeverdachte 1] werd 47,88 gram cocaïne aangetroffen.
Het gaat in totaal om 2161 tabletten bevattende MDMA, 635,42 gram kristallen bevattende MDMA en 846,99 gram poeder en brokjes bevattende cocaïne.
De observaties en de tapgesprekken
Bij observaties van verdachte in 2020 werden meerdere korte ontmoetingen met vermoedelijke afnemers van verdovende middelen waargenomen. [5] Uit deze observaties en uit tapgesprekken komt naar voren dat verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] elkaar kenden en veelvuldig contact met elkaar hadden. [6] In de tapgesprekken spreken verdachten met elkaar over aantallen en geld, en wordt versluierde taal gebruikt. Zo wordt er gesproken over snoepjes, 10 stukkies/snoep en 1 gram M of een kleintje, over het koken/maken en fixen, het bijmaken, verhoudingen, bar, pap, meel, doekoe, 80-80 klaar zetten, 30-35, 15-15, tussen 7 en 8, 12K, op de pof geven en laatste gram. [7] Uit de tapgesprekken volgt het volgende. [medeverdachte 2] en verdachte waren voor de verdovende middelen afhankelijk van “die dikke” (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 1] [8] ). [9] Bijvoorbeeld als [medeverdachte 2] tegen [medeverdachte 1] zegt dat er bij [naam 2] ‘laatste bar’ is en dat [medeverdachte 1] moet zoeken. [10] [medeverdachte 1] zegt dat hij altijd hard zoekt, gewoon blijft zoeken en kan fixen. [11] Ook wordt gesproken over dat [medeverdachte 1] moet (bij)maken, heeft gemaakt, een beetje zal kunnen maken en gevraagd wordt ‘harde’ te maken. [12] Verdachte zegt tegen [medeverdachte 2] dat hij even snel, snel wat voor hem heeft gemaakt bij die dikke, het bij die dikke thuis heeft gelaten en dat [medeverdachte 2] het gewoon daar even snel moet gaan pakken. [13] Verdachte had de huissleutel van de woning van zijn moeder en gebruikte deze woning om te ‘maken’. [14] Tussen verdachten wordt over en weer aan elkaar gevraagd of de ander nog iets (“papier”, “bar”, “dingen”) heeft liggen, omdat diegene of een derde niets meer heeft. [15] [medeverdachte 1] geeft opdracht aan [medeverdachte 2] om ondanks klachten van klanten toch te verkopen en zegt tegen [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 2] het zelf heeft getest. [medeverdachte 2] zegt tegen [medeverdachte 1] : “Vroeger als jij die telefoon zou hebben dan zou je anders praten nu mijn broer begrijp je”, waarop [medeverdachte 1] antwoordt: “Ik begrijp wat je bedoelt, ik begrijp wat je bedoelt, ik heb het ook vaak meegemaakt” [16] [medeverdachte 1] zegt op 1 april 2020 tegen verdachte dat er één bar over is, dat verdachte die hele bar kan brengen, dat hij dacht dat verdachte dan back-up heeft, mocht [naam 1] weer nodig zitten en vraagt: “Wat heb je [naam 1] gedaan? Dan kan ik dat schrijven”, waarop verdachte antwoordt: “Ow, negentig-negentig (90-90)”. [17] [medeverdachte 2] vraagt op 17 februari 2020 aan verdachte of hij hem kan waarnemen. [18] Uit gesprekken tussen verdachte en klanten volgt dat wel eens een ander (“die bruine Citroën”) in de plaats van verdachte kwam. [19] Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 2] vaak gebruik maakte van een bruine Citroën en bij zijn woning is een Citroën inbeslaggenomen. [20]
Onderzoek aan de inbeslaggenomen telefoons
In de woning van verdachte is een Nokia-telefoon inbeslaggenomen. [21] In deze telefoon was een groot aantal contacten onder een korte naam opgeslagen. Met een aantal van deze contacten had verdachte regelmatig telefonisch contact en berichtcontact. Op deze telefoon zijn berichten aangetroffen waarin wordt gesproken over tijden en locaties. [22] Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij in 2020 in drugs handelde en dat kopers hem belden op de onder hem inbeslaggenomen Nokia-telefoon. [23] De inbeslaggenomen dealtelefoon was roulerend in gebruik bij verdachte en [naam 3] . [24]
In berichten aangetroffen in diverse chatapplicaties uit de periode 3 januari 2018 tot en met 17 mei 2020 en sms-berichten uit de periode 30 november 2017 tot en met 25 mei 2020, afkomstig uit de IPhone van [medeverdachte 2] en de IPhone 8 van [medeverdachte 1] als ook de IPhone 6 van [medeverdachte 1] en de onder verdachte inbeslaggenomen Nokia, wordt dezelfde versluierde taal gebruikt als in 2020, hiervoor beschreven. [25] Sms-berichten uit de iPhone van [medeverdachte 1] uit augustus en november 2018 en oktober en december 2019 lijken over de handel in verdovende middelen te gaan. Daarin komen de namen [naam 2] en [naam 1] voor. [26] De berichten lijken qua aard en strekking sterk op de berichten uit 2020. In de berichten wordt onder andere gesproken over snoep, barkie, berekeningen, SOS, [naam 2] en Mokro.
Getuigenverklaringen
Meerdere getuigen hebben verklaard al langere tijd drugs te kopen van een of meer van de verdachten. Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat zij sinds drie à vier jaar gemiddeld één keer in de twee weken cocaïne kocht bij een kleine Marokkaanse of Turkse man van 35 of 36 jaar oud die zij kende als [naam 4] en die zij belde op telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De rechtbank stelt vast dat dit het telefoonnummer is waarmee in 2020 de pseudokoop van de politie met [medeverdachte 2] tot stand is gekomen (zie verderop). [getuige 1] heeft ongeveer 40 keer contact met hem gehad. Heel af en toe kwam een ander met een donker uiterlijk, mogelijk Antilliaans, als hij er zelf niet was. [27] Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij sinds twee of anderhalf jaar cocaïne kocht en ooit eens een Xtc-pil. Zij bestelde dit via telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Dit is het nummer van de onder verdachte inbeslaggenomen Nokia telefoon. [28] [getuige 2] herkende verdachte op een aan haar getoonde foto als de man die haar cocaïne verkocht. Hij reed volgens haar op een motor, een driewiel ding. Als zij belde kwam hij bij haar thuis de drugs brengen. Het contact liep via hem. [29] Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij ongeveer één à twee keer per week cocaïne gebruikte. Hij herkende [medeverdachte 1] op de aan hem getoonde foto als [naam 5] en verklaarde dat hij ongeveer twee jaar geleden voor het laatst bij [naam 5] kocht. Daarvoor had hij over een periode van drie à vier jaar bij [naam 5] drugs afgenomen, hij bestelde toen altijd coke bij hem. Nu reed [naam 5] al anderhalf jaar niet meer zelf en rijdt een Marokkaan, ‘ [naam 4] ’, voor hem. Die Marokkaan haalt de drugs bij [naam 5] op. Die Marokkaan rijdt in een Citroen. Een vriend van [naam 5] vouwt pakketjes drugs voor hem. Aan [getuige 3] werd een foto van verdachte en een foto van [medeverdachte 2] getoond. Hij herkende verdachte als de persoon die de envelopjes vouwt en [medeverdachte 2] als [naam 4] / [naam 4] . Verder verklaarde [getuige 3] : “Die zitten allemaal op één drugslijn. Dat is een groepje. [naam 4] rijdt voor [naam 5] en die andere Surinamer. [naam 5] koopt het in en ‘ [naam 4] ’ rijdt het rond.” [30] Getuige [getuige 4] heeft op 19 juni 2020 verklaard dat zij de afgelopen drie jaar ongeveer 40 keer contact heeft gehad met een niet zo lange Marokkaanse man met rode wangen en een bril, die zij kende als [naam 4] / [naam 4] . Hij was haar contactpersoon om drugs te kopen. Zij kocht een keer in de twee à drie weken cocaïne. Zij stuurde dan een berichtje naar telefoonnummer [telefoonnummer 2] en dan kwam hij langs met de auto. Dit telefoonnummer bleek in gebruik te zijn bij [medeverdachte 2] en stond op naam van zijn broer. [31] [getuige 4] stapte dan in en gaf hem geld en hij gaf haar drugs. Hij reed in een bruine Citroën of Renault. Twee keer is iemand anders gekomen, met donkere huidskleur, met [naam 5] , afro, veel haar. [getuige 4] heeft deze tweede persoon twee jaar geleden voor het eerst en een jaar geleden voor het laatst gezien. [getuige 4] herkent [medeverdachte 2] op de aan haar getoonde foto als [naam 4] . Zij denkt dat de persoon op de foto van [medeverdachte 1] de man is die twee keer was geweest, maar weet dat niet 100% zeker. [32]
Overige bevindingen
Verdachte heeft op de zitting bekend dat hij in 2020 in drugs heeft gehandeld om geld te verdienen. Hij kreeg drugs geleverd en leverde deze vervolgens af bij kopers die hem belden op de onder hem inbeslaggenomen Nokia-telefoon. [33]
Op 18 mei 2020 heeft de politie zich voorgedaan als afnemers van drugs (pseudokoop) waarbij van [medeverdachte 2] tien pillen MDMA en 1 gram cocaïne zijn gekocht. De koop kwam tot stand via het telefoonnummer [telefoonnummer 3] , waarvan de gebruiker door de politie is herkend als [medeverdachte 2] . [34] De tijdens de pseudokoop aangekochte roze pillen en de handgeschreven wikkels vertonen sterke overeenkomsten met de handgeschreven wikkels en de pillen die zijn aangetroffen in de woning van verdachte, de woning van zijn moeder en de woning van [medeverdachte 2] . [35]
Bij de huiszoeking bij [medeverdachte 1] is een notitieboekje aangetroffen met daarin codes, getallen, berekeningen en afkortingen. [36] In dit notitieboekje zijn hoeveelheden opgenomen met daarbij opmerkingen als “zelfgemaakt”, “voor ons” en “doorstoten”. Ook komen de namen [naam 2] en [naam 1] voor in dit notitieboekje. Uit onderzoek blijkt dat [naam 2] de bijnaam van verdachte is, [naam 1] / [naam 1] van [medeverdachte 2] [naam 5] van [medeverdachte 1] . [37] Verdachte heeft op de zitting bevestigd dat hij [naam 2] wordt genoemd. [38] [medeverdachte 1] heeft op de zitting bevestigd dat hij [naam 5] wordt genoemd. [39] Op basis van de codes, de namen van verdachten, de berekeningen en het vermelden van “gram” en Eurotekens concludeert de rechtbank dat dit notitieboekje een administratie is van de harddrugs die [medeverdachte 1] , verdachte en [medeverdachte 2] verhandelden. In de woning van verdachte werden notities aangetroffen die overeenkomsten vertonen met de notities uit het notitieboekje van [medeverdachte 1] . [40]
Rol van verdachte en periode
Uit het voorgaande blijkt dat [medeverdachte 1] een sturende rol had ten opzichte van verdachte en [medeverdachte 2] , dat hij eerder zelf reed en de telefoon had, maar dat dit nu niet meer het geval is. De rechtbank stelt vast dat op verschillende locaties werd gemaakt en ‘gefixt’ en dat de rollen inwisselbaar waren, maar dat [medeverdachte 1] vooral op de achtergrond opereerde. Gezien de aangetroffen notities en de tapgesprekken concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 1] de administratie bijhield en overzicht had over de voorraad, de verkopen en de betalingen, dat [medeverdachte 2] en verdachte vooral de dealtelefoons beheerden en rondreden om drugs af te leveren en dat verdachte ook een stukje administratie deed. De rechtbank vindt dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank concludeert op basis van de tapgesprekken over (bij)maken en fixen dat, naast handelen in drugs en het vervoeren daarvan, ook drugs is verwerkt door verdachten. Verder vindt de rechtbank dat uit het voorgaande volgt dat verdachten niet alleen in 2020, de periode waarover het onderzoek zich heeft uitgestrekt, in harddrugs hebben gehandeld, maar ook in de periode daaraan voorafgaand vanaf 1 mei 2018. Dit mede gelet op de oudere berichten uit de uitgelezen telefoons en de getuigen [getuige 2] en [getuige 3] die verklaren in de afgelopen twee jaren cocaïne te hebben gekocht van verdachten.
4.3.2
Drugsbezit (feit 2)
In het voorgaande heeft de rechtbank vastgesteld welke drugs bij verdachten en de moeder van verdachte is aangetroffen. Ook heeft de rechtbank vastgesteld dat verdachten in harddrugs hebben gehandeld en zij hierbij samen hebben gewerkt. Op basis van de samenwerking en de hoeveelheden harddrugs die in de woningen in gebruik bij verdachten zijn aangetroffen stelt de rechtbank vast dat het om handelsvoorraden gaat. Uit de tapgesprekken leidt de rechtbank af dat op verschillende locaties werd gemaakt/gefixt. De rechtbank concludeert dat het opzet van verdachten was gericht op het voorhanden hebben van voldoende voorraad, gelet op het over en weer voor elkaar zoeken, maken en fixen, al dan niet bij een medeverdachte thuis. Uit dit gebruik maken van elkaars voorraden harddrugs, waarvan de verpakkingen sterk overeenkomen, blijkt dat verdachten van elkaar wisten dat ze harddrugs aanwezig hadden en ook over elkaars voorraden konden beschikken. De rechtbank beschouwt alle op de verschillende locaties aangetroffen drugs dan ook als één handelsvoorraad.
4.3.3
Witwassen (feiten 3 en 4)
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan witwassen (feit 3) en eenvoudig witwassen (feit 4).
Bij verdachte is 1.060 euro aangetroffen tijdens zijn insluitingsfoullering. In een ondergoedlade in de woning van de moeder van verdachte is 3.510 euro aangetroffen. [41] Verdachte heeft op de zitting verklaard dat het geldbedrag van 1.060 euro van hem is, maar de 3.510 niet. [42] De moeder van verdachte wist bij de doorzoeking niet van wie de 3.510 euro was en wilde hier later geen verklaring over afleggen. [43] In een tapgesprek van 30 april 2020 vraagt verdachte zijn moeder naar het geld waarop zij antwoordt dat ze dat zoals altijd in de tweede la van de wandmeubel heeft gelegd. [44] Hoewel de ondergoedla niet de tweede la van het wandmeubel is, leidt de rechtbank uit dit gesprek af dat verdachte over geld beschikte in de woning van zijn moeder, wat zijn moeder kennelijk voor hem opborg. Hiervoor heeft de rechtbank vastgesteld dat verdachte over de huissleutel van de woning van zijn moeder beschikte en dat hij deze woning onder meer gebruikte voor zijn drugsvoorraad. De rechtbank concludeert op basis hiervan dat ook de 3.510 van verdachte is.
Uit technische acties bleek dat verdachte rond 11 maart 2020 een MP3 motor had aangeschaft voor 3.000 euro. Verdachte heeft de motorscooter op naam van zijn vriendin geregistreerd. [45] De motorscooter is door verdachte aangeschaft en werd door verdachte gebruikt. [46]
Uit het systeem van de Rijksdienst van Wegverkeer (RDW) bleek dat verdachte sinds 11 april 2019 een Fiat Punto op zijn naam had gesteld. In 2020 en de jaren ervoor ontving verdachte een uitkering. [47]
In het dossier zit geen bewijsmiddel waaruit rechtstreeks blijkt dat verdachte het met drugshandel verdiende geld thuis heeft bewaard en heeft gebruikt om de voertuigen mee aan te schaffen.
Beoordelingskader
Ook als niet meteen duidelijk is uit welk specifiek misdrijf de voorwerpen afkomstig zijn, kan witwassen bewezen worden. Het gaat dan om gevallen waarbij het op grond van de feiten en omstandigheden niet anders kan dan dat de voorwerpen van misdrijf afkomstig zijn. Als de feiten en omstandigheden in het dossier zodanig zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de
legaleherkomst van de voorwerpen. Zo’n verklaring moet concreet en verifieerbaar zijn, en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Vervolgens ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar die verklaring. Als uit dit onderzoek blijkt dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de voorwerpen een legale herkomst hebben en dat dus een criminele herkomst de enige aanvaardbare verklaring is, kan het witwassen van die voorwerpen worden bewezen.
Veroordeling medeplegen witwassen van de motorscooter
Gezien het aangetroffen geld, het aantreffen van harddrugs en dat verdachte een uitkering had, vindt de rechtbank dat er een heel stevig vermoeden bestaat dat de motorscooter gekocht is met geld dat uit misdrijf afkomstig is. Daarbij neemt de rechtbank de omstandigheid dat de motorscooter in gebruik is bij verdachte, maar op naam staat van zijn vriendin ook mee. Dat betekent dat van verdachte een verklaring over de
legaleherkomst mag worden verwacht. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij de motorscooter heeft gekocht van spaargeld, loon en een lening. Deze verklaring vindt de rechtbank mede gelet op het late moment van verklaren en het ontbreken van enige onderbouwing niet geloofwaardig en hoeft het Openbaar Ministerie, voor zover het daarvoor aanknopingspunten biedt, niet meer te verifiëren. Door de motorscooter zelf te kopen en te gebruiken, maar op naam van zijn vriendin te zetten heeft verdachte verhuld wie de rechthebbende op de motorscooter was.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte samengewerkt heeft met zijn vriendin bij het witwassen van de motorscooter. Bij het registreren van een voertuig op naam van een ander moet met die persoon zijn samengewerkt. Voor in- of overschrijving zijn identiteitsdocumenten nodig en de tenaamstelling van een voertuig brengt aansprakelijkheid met zich mee voor bijvoorbeeld boetes en verzekering. Verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van het witwassen van de motorscooter.
Veroordeling witwassen van de auto
Voor de Fiat Punto bestaat op basis van het aangetroffen geld, het aantreffen van harddrugs en dat verdachte een uitkering had een stevig vermoeden dat de auto is gekocht met geld uit misdrijf. Dat betekent dat van verdachte een verklaring over de
legaleherkomst mag worden verwacht. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij de auto van spaargeld heeft gekocht met spaargeld. Deze verklaring vindt de rechtbank mede gelet op het late moment van verklaren en het ontbreken van enige onderbouwing niet geloofwaardig, bovendien is de verklaring niet te verifiëren. De rechtbank stelt vast dat de auto middellijk van misdrijf afkomstig is. Verdachte heeft de auto gekocht met geld dat uit misdrijf afkomstig is.
Veroordeling eenvoudig witwassen van 4.570 euro
De manier waarop het geld is aangetroffen, de hoeveelheid en de combinatie met het aantreffen van harddrugs maakt dat de rechtbank vindt dat er een stevig vermoeden bestaat dat het geld uit misdrijf afkomstig is. Daarbij neemt de rechtbank ook mee dat verdachte een uitkering ontving. Dat betekent dat van verdachte een verklaring over de
legaleherkomst van het geld mag worden verlangd. Verdachte heeft geen verklaring gegeven over de herkomst van het geld. De rechtbank vindt bij deze stand van zaken bewezen dat dit geld van misdrijf afkomstig is. Dit geldt ook voor de 1.060 euro. Gezien de veroordeling voor de handel in harddrugs (zie hiervoor) vindt de rechtbank het aannemelijk dat verdachte het geld met die handel heeft verdiend en het dus om geld gaat dat hij onmiddellijk uit eigen misdrijf heeft verkregen. Verdachte heeft op de dag van de zoeking over dit geld kunnen beschikken. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen hoe lang het daar al lag. Verdachte wordt dus veroordeeld voor het eenvoudig witwassen van het geld op 26 mei 2020.
4.3.4
Bezit patroon en patroonmagazijn (feit 5)
Uit het dossier blijkt niet dat verdachte wetenschap had van de bij zijn moeder aangetroffen patroon en patroonmagazijn. Daarvan wordt hij dus vrijgesproken.

5.De bewezenverklaring

De rechtbank vindt bewezen dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 1 mei 2018 tot en met 26 mei 2020 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA;
feit 2:
op 26 mei 2020 op verschillende locaties te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad
  • 2161 tabletten MDMA en 635,42 gram van een materiaal bevattende MDMA en
  • 846,21 gram van een materiaal bevattende cocaïne;
feit 3:
in de periode van 11 april 2019 tot en met 26 mei 2020 te Amsterdam
- een auto (merk: Fiat type: Punto kenteken: [kenteken 2] )
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en
tezamen en in vereniging met een ander van
- een motorscooter (merk: Piaggio, type: M64, kenteken: [kenteken 1] )
heeft verhuld wie de rechthebbende op de motorscooter was,
terwijl hij wist dat deze voorwerpen - middellijk - geheel of gedeeltelijk afkomstig waren uit enig misdrijf;
feit 4:
op 26 mei 2020 te Amsterdam 4.570,- euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dit geld onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De motivering van de straf

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat verdachte moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Daaraan moet een proeftijd van twee jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw vindt dat vanwege de kortere periode van dealen een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest moet worden opgelegd en voor het overige een geheel voorwaardelijke straf met een proeftijd en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Verdachte heeft een positieve wending aan zijn leven gegeven en heeft op eigen initiatief professionele hulp gezocht bij De Waag. Hij loopt stage bij de sportschool in de verwachting een betaalde baan te krijgen. Verdachte heeft zes kinderen met verschillende moeders en het is van belang dat het contact met alle zes de kinderen weer wordt opgebouwd, zoals het was voor de aanhouding van verdachte. Tot slot is belangrijk dat verdachte nog zoveel mogelijk tijd met zijn terminaal zieke vader kan doorbrengen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan op de zitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich meer dan twee jaar lang schuldig gemaakt aan handel in harddrugs. Hierbij heeft hij op een georganiseerde wijze structureel en intensief samengewerkt met zijn medeverdachten. Alle verdachten waren uit op snel veel geld verdienen. Dit gedrag van verdachte laat zien dat hij niets geeft om de schade die harddrugs toebrengen aan de gezondheid van mensen en de overlast die de bijbehorende criminaliteit oplevert voor de samenleving. Uit het dossier blijkt dat ondanks klachten van kopers over de kwaliteit van de drugs en de gevolgen ervan voor hun gezondheid, de verkoop daarvan gewoon doorging. Verdachte beheerde de Nokia telefoon en leverde de drugs persoonlijk af bij kopers. Ook hield hij een stuk administratie bij. Daarmee heeft hij geen leidinggevende rol in het geheel gehad, maar was hij meer dan alleen drugskoerier.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan bezit van handelsvoorraden cocaïne en MDMA die over meerdere locaties waren verspreid.
Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen van geld en twee voertuigen. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, en is daarmee een bedreiging voor de samenleving. De rechtbank vindt dit dan ook een ernstig feit. Witwassen bevordert het plegen van delicten, omdat door het wegsluizen van crimineel geld en/of het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden de opsporing van de onderliggende misdrijven wordt bemoeilijkt en zonder witwassen het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn.
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van verdachte van 7 oktober 2020. Hieruit blijkt dat verdachte eerder meermaals is veroordeeld voor dezelfde soort drugsdelicten. De rechtbank weegt dat strafverzwarend mee.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte van de straf gekeken naar de oriëntatiepunten die de rechtbanken onderling hebben afgesproken. Voor de drugsfeiten zoekt de rechtbank aansluiting bij de oriëntatiepunten voor drugshandel op straat. Die geven voor het met enige regelmaat gedurende zes tot twaalf maanden gebruikershoeveelheden drugs verkopen (dat is de laatste categorie) als uitgangspunt een gevangenisstraf van 12 maanden, waarbij uitgegaan wordt van een alleen opererende dader. De bewezenverklaarde periode in deze zaak ziet op twee jaar, waarbij de rechtbank een georganiseerd verband aanneemt en verdachten ook veroordeelt voor het verwerken en vervoeren van de drugs. Bovendien heeft verdachte ook nog een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs aanwezig gehad. De rechtbank neemt daarom voor alle verdachten voor de drugsfeiten 36 maanden gevangenisstraf als uitgangspunt. Voor de strafmaat voor het witwassen heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten voor fraudedelicten. Bij een fraudebedrag tot 10.000 euro is een gevangenisstraf van twee maanden of een vergelijkbare taakstraf het uitgangspunt. De rechtbank neemt mee dat het bij een deel van de witgewassen waarde om witwassen van geld uit eigen misdrijf gaat, waar een aanzienlijk lagere straf op staat dan op ‘gewoon’ witwassen.
De rechtbank ziet geen reden een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, omdat geen inschatting kan worden gemaakt van de hulpvraag aan het eind van de detentie. De regeling van de voorwaardelijke invrijheidsstelling biedt mogelijkheden om aan die hulpvraag te voldoen.
De rechtbank legt verdachte een gevangenisstraf van 38 maanden op.

8.Het beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
Nokia Zwart
Geld 1.060,- euro
Personenauto Fiat Punto [kenteken 2]
Weegschaal grijs
Keukenweegschaal
Keukenartikel (weegschaal)
Weegschaal
Geld 3.510,- euro
Plastic tas met resten
Geld 11,42 euro
Geld 31,- euro
Huwei telefoon
Good Vibes Betaalpas
De voorwerpen 1 tot en met 8 en 12 worden verbeurdverklaard, omdat het bewezen verklaarde daarmee is begaan. Voorwerp 9 wordt onttrokken aan het verkeer, omdat het bewezen verklaarde daarmee is begaan en zij van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. De andere voorwerpen (10, 11 en 13) moeten worden teruggegeven aan verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 420bis, 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2 en 10 van de Opiumwet.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
feit 3:
medeplegen van witwassen en witwassen
feit 4:
eenvoudig witwassen
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
38 (achtendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
Nokia telefoon
Geld 1.060,- euro
Personenauto Fiat Punto [kenteken 2]
Weegschaal grijs
Keukenweegschaal
Keukenartikel (weegschaal)
Weegschaal
Geld 3.510,- euro
12. Huwei telefoon
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
9. Plastic tas met resten
Gelast de teruggave aan verdachtevan
:
10. Geld 11,42 euro
10. Geld 31,- euro
13. Good Vibes Betaalpas
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. J. Huber, M. Bakhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.R. Becker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 december 2020.
[...]

Voetnoten

1.[...]
2.[...]
3.[...]
4.[...]
5.[...]
6.[...]
7.[...]
8.[...]
9.[...]
10.[...]
11.[...]
12.[...]
13.[...]
14.[...]
15.[...]
16.[...]
17.[...]
18.[...]
19.[...]
20.[...]
21.[...]
22.[...]
23.[...]
24.[...]
25.[...]
26.[...]
27.[...]
28.[...]
29.[...]
30.[...]
31.[...]
32.[...]
33.[...]
34.[...]
35.[...]
36.[...]
37.[...]
38.[...]
39.[...]
40.[...]
41.[...]
42.[...]
43.[...]
44.[...]
45.[...]
46.[...]
47.[...]