Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.De bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen en maatregelen
plekmag komen, maar dat hij bepaald
gedragniet meer mag vertonen. Uit de e-mail van reclasseringswerker D. van Vliet van 2 oktober 2020 komt naar voren dat de reclassering denkt op langere termijn toe te kunnen werken naar vergroting van inzicht en gedragsverandering. Opnieuw een locatieverbod is voor de reclassering niet te controleren en de eerder opgelegde locatieverboden hebben niet bijgedragen aan de openheid en een begeleidbare houding bij verdachte. Gelet hierop betwijfelt de rechtbank of het opnieuw opleggen van een gebiedsverbod zal bijdragen aan een duurzame en structurele gedragsverandering bij verdachte. Omdat juist die gedragsverandering zo belangrijk is, ook om de overlast van verdachte te beperken, zal de rechtbank het door de officier van justitie gevorderde gebiedsverbod niet opleggen.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
90 dagen.
44 dagenvan deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
twee jarenvast.
- veroordeelde zal zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maken aan een strafbaar feit.
- veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- veroordeelde zal medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
- Veroordeelde meldt zich, zodra hij daartoe wordt opgeroepen, bij GGZ reclassering Fivoor in [plaats] op het adres: [adres 2] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Veroordeelde werkt mee aan het toezicht en de begeleiding door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt. Hieronder valt ook het meewerken aan huisbezoeken.
- Veroordeelde laat zich behandelen door de forensische verslavingszorg van Fivoor [plaats] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Bij terugval in middelengebruik of overmatig middelengebruik ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor detoxificatie. Veroordeelde wordt verplicht tot een klinische opname voor detoxificatie, als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, van maximaal zeven weken of zoveel korter als zijn behandelaars in overleg met de reclassering nodig achten.