ECLI:NL:RBAMS:2020:5838

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2020
Publicatiedatum
26 november 2020
Zaaknummer
20-6694
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op pro formazitting in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 oktober 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan betrokkene, geboren in 1995, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De officier van justitie had op 18 september 2020 een verzoekschrift ingediend voor deze zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen waren gevoegd, waaronder een medische verklaring en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 oktober 2020 waren de betrokkene, zijn raadsman, de officier van justitie en de raadsvrouw van de strafzaak aanwezig. De rechtbank heeft besloten het verzoekschrift te behandelen, ondanks dat de deskundige niet was opgeroepen, omdat dit in het belang van betrokkene was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene, ondanks enige verbetering door medicatie, niet het juiste ziekte-inzicht heeft en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen, zoals maatschappelijke teloorgang en agressie. De rechtbank heeft de verschillende vormen van zorg goedgekeurd, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, en heeft de zorgmachtiging verleend. De machtiging is geldig vanaf de dagtekening en moet binnen twee weken worden uitgevoerd. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Strafrecht
Locatie: Amsterdam
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. artikel 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Rekestnummer: 20/6694
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 oktober 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende in [detentieplaats] ,
bijgestaan door zijn raadsman mr. S. Ben Tarraf, advocaat te Amsterdam,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 18 september 2020 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring;
  • het zorgplan inclusief de bijlagen;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2020 in het gebouw van de rechtbank.
1.3.
Ter zitting zijn aanwezig en worden gehoord:
  • betrokkene;
  • de raadsman van betrokkene;
  • de officier van justitie;
  • de raadsvrouw van betrokkene in de strafzaak, mr. C.P. Pentinga.
  • de raadsman van de benadeelde partij in de strafzaak, mr. C.P. Zwaanswijk.
De deskundige is niet opgeroepen voor de zitting. Ook de rechtbank was tot een dag voor de zitting niet bekend met het feit dat een verzoekschrift was ingediend dat met de pro formazitting van de strafzaak van betrokkene zou worden behandeld. Desondanks heeft de rechtbank, met instemming van alle betrokkenen, ervoor gekozen het verzoekschrift van de officier van justitie wel te behandelen, nu betrokkene daarbij is gebaat.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.

3.Standpunt van betrokkene

De advocaat van betrokkene heeft zich primair op het standpunt gesteld dat het verzoek moet worden afgewezen. Er zijn immers voldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, namelijk in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis in de strafzaak. Ook voldoet de zorgmachtiging niet aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat als de voorlopige hechtenis van betrokkene in de strafzaak niet geschorst kan worden zonder een zorgmachtiging, deze alsnog moet worden verleend.

4.Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Het gaat op dit moment weliswaar een stuk beter met betrokkene, wat een gevolg is van zijn medicatie, maar als hij deze niet goed inneemt, kan de psychische stoornis in volle hevigheid terugkeren.
4.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in maatschappelijke teloorgang, het afroepen van agressie over zichzelf en agressie naar derden.
4.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
4.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Weliswaar heeft betrokkene aangegeven niet te willen stoppen met de medicatie, maar de rechtbank is, met de zorgverantwoordelijke, van oordeel dat ofschoon sprake is van enig ziektebesef, het daadwerkelijke ziekte-inzicht ontbreekt. Ter terechtzitting heeft betrokkene immers aangegeven dat hij zijn medicatie inneemt om goed te slapen (en dat hij dit daarom zal blijven innemen), wat overeenkomt met hetgeen hij tegenover de zorgverantwoordelijke in augustus 2020 heeft verklaard. Betrokkene heeft echter niet ondubbelzinnig gezegd dat hij zijn medicatie inneemt om de stoornis te bestrijden. De rechtbank acht het risico dan ook reëel dat betrokkene, als hij nu vrijkomt uit detentie zonder adequaat vangnet, zijn medicatie niet langer op de juiste wijze zal innemen, met alle gevolgen van dien. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van vocht
6 maanden
toedienen van voeding
6 maanden
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
4.5.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7.
Wat door betrokkene als verweer is aangevoerd maakt dit niet anders.
4.8.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend. Hierbij merkt de rechtbank op dat enkele vormen van zorg slechts dan mogen worden ingezet als betrokkene moet worden opgenomen in een accommodatie. Het is de bedoeling dat betrokkene een ambulante behandeling ondergaat, onder toezicht van de reclassering. Pas als ambulante behandeling niet (meer) voldoende is voor betrokkene, is opname in een accommodatie aan de orde. De zorgmachtiging is een wenselijke stok achter de deur om ervoor te zorgen dat betrokkene in elk geval zijn medicatie blijft slikken en, indien hij toch dreigt af te glijden, kan worden behandeld, in plaats van dat hij weer gedetineerd raakt.
4.9.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

5.Beslissing

De rechtbank:
Wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van vocht
6 maanden
toedienen van voeding
6 maanden
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
Indien het noodzakelijk wordt geacht dat betrokkene wordt
opgenomen in een accommodatieen hij daar verblijft, kunnen bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
Deze zorgmachtiging is
bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze zorgmachtiging is geldig voor de duur van
6 (zes) maanden, te weten uiterlijk tot en met
13 april 2021.
Deze machtiging is op 14 oktober 2020 gegeven door
mr. K.A. Brunner, voorzitter,
mrs. M. Vaandrager en M.C.M. Hamer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.B.P. Terwindt, griffier,
en op 28 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.