Op 18 november 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld en straatroven. De verdachte, geboren in 1995 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het stelen van telefoons van vier slachtoffers op 4 augustus 2020 in Amsterdam. Tijdens de zitting op 4 november 2020 heeft de officier van justitie, mr. A.M. Ruijs, de vordering ingediend, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. B. Hartman, hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van een telefoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], en de diefstal van een Samsung A50 van [slachtoffer 3]. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot diefstal met geweld van [slachtoffer 4] wegens gebrek aan bewijs.
De rechtbank oordeelde dat de bewezen feiten strafbaar zijn en dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, maar de rechtbank legde een gevangenisstraf van 15 maanden op, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte. De rechtbank vond dat de verdachte, door drie telefoons te stelen, een ernstige inbreuk had gemaakt op de veiligheid van de slachtoffers en dat de diefstallen op een angstaanjagende manier waren gepleegd. De rechtbank heeft ook een vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van € 57,81 aan schadevergoeding, te vermeerderen met wettelijke rente.