Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1. de vennootschap onder firma [gedaagde 1]
2. [gedaagde 2]
3. [gedaagde 3]
4. [gedaagde 4]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het instructievonnis van 31 juli 2020;
- de dagbepaling mondelinge behandeling.
Feiten
“De onderhavige Huurovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd en wel voor een periode van 60 maanden. Het contract wordt na afloop van de overeengekomen periode geacht te zijn verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, tenzij de overeenkomst uiterlijk drie maanden voor de datum van de afloop van de periode door één der partijen is opgezegd. De onderhavige Huurovereenkomst is voor beide partijen niet tussentijds opzegbaar.”
“De onderhavige Huurovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd en wel voor een periode van 60 maanden. Het contract wordt na afloop van de overeengekomen periode geacht te zijn verlengd voor opeenvolgende periodes van 60 maanden, tenzij de overeenkomst uiterlijk veertien maanden voor de datum van de afloop van de periode door één der partijen is opgezegd. De onderhavige Huurovereenkomst is voor beide partijen niet tussentijds opzegbaar.”
Vordering
a. € 1.694,00 aan hoofdsom;
b. € 254,10 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 281,00 aan contractuele rente, berekend tot en met 14 mei 2020;
d. contractuele rente over € 2.290,10 vanaf 15 mei 2020;
e. de proceskosten.
De overeenkomst is op 14 maart 2017 automatisch verlengd met 60 maanden, conform de algemene voorwaarden. De overeenkomst is niet tussentijds opzegbaar, dus de e-mail van 26 september 2017, waarbij de overeenkomst door [gedaagde] wordt opgezegd, doet niet af aan het feit dat de overeenkomst doorloopt tot 14 maart 2022.