Beoordeling
In de hoofdzaak in conventie
17. Cruisewinkel voert aan dat zij sinds juli 2016 ernstige geluidsoverlast, in de zin van afspelen van harde muziek, geschreeuw van de instructeur door een microfoon en gebonk, ervaart die geproduceerd word door High Studios. Tegenover de betwisting door EPGF dat Cruisewinkel geen enkel objectief bewijs heeft overgelegd waaruit enige mate van (geluids)overlast blijkt, wordt overwogen dat op basis van de overgelegde stukken afdoende kan worden vastgesteld dat sprake is van geluidsoverlast vanuit High Studios. Grondkamer concludeert in haar rapport dat de door Cruisewinkel geuite klachten uiterst aannemelijk zijn en dat zij van mening is dat de geluidsoverlast voornamelijk wordt veroorzaakt door het in afwijking van het geluidsadvies van Geluidconsult uitgevoerde werk. Ook uit het door LBP Sight in augustus 2020 ingestelde onderzoek blijkt dat de gemeten waarden afkomstig van muziekgeluid 30 à 35 dB(A) zijn en daarmee in beperkte mate de streefwaarde van 25 à 30 dB(A) overschrijden. LBP Sight concludeert dat het muziekgeluid vanuit de ruimte van High Studios in de ruimte van Cruisewinkel regelmatig hoorbaar is en dat over het algemeen muziekgeluid als extra hinderlijk wordt ervaren. Ook heeft zij opgemerkt dat het stemgeluid van de sportleraren die versterkt instructies geven soms hoorbaar is in de ruimte. Op basis van het vorenstaande wordt vastgesteld dat Cruisewinkel in het gehuurde geluidsoverlast ondervindt vanuit de ruimte van High Studios.
Klachten van Cruisewinkel
18. Cruisewinkel heeft in 2015 toen zij vernam dat in de naast en onder haar gelegen ruimte een fitnesstudio zou worden geëxploiteerd, contact opgenomen met (de beheerder van) HeRaSi en haar zorgen over te verwachten geluidsoverlast uitgesproken en besproken. Cruisewinkel heeft toen de bevestiging gevraagd dat afdoende isolatie wordt toegepast zodat zij geen geluidsoverlast heeft van welke buren dan ook. In reactie hierop heeft HeRaSi bericht dat zij dat bij deze kan bevestigen.
EPGF erkent dat Cruisewinkel medio september 2016 voor het eerst bij de beheerder van EPGF melding heeft gemaakt van geluidsoverlast in het gehuurde ten gevolge van de muziek en instructies van de trainers tijdens de groepslessen van High Studios. EPGF erkent dat vervolgens tot januari 2017 regelmatig contact is geweest tussen Cruisewinkel, High Studios en de beheerder van EPGF. Verder heeft Cruisewinkel in haar e-mail van 12 januari 2017 bericht nog dagelijks geluidshinder te ervaren maar het niet meer te melden omdat er niets mee wordt gedaan. Voorts heeft Cruisewinkel op 19 juli 2017 De Compaan verzocht om een afspraak te maken aangaande geluidsisolatie en heeft zij vervolgens in augustus 2017 medegedeeld dat na het dichtmaken van de rand het geluid nagenoeg niet minder is geworden. Daarna blijkt uit de stukken dat er vanaf 4 januari 2019 meldingen van geluidsoverlast zijn gedaan, dat Cruisewinkel vanaf februari 2019 de huurbetalingen heeft opgeschort en dat de beheerder van EPGF in maart 2019 Grondkamer heeft verzocht om een onderzoek in te stellen in verband met melding van Cruisewinkel over geluidsoverlast, waarna in april 2019 het rapport is uitgebracht. Nadat EPGF bij brief van 15 augustus 2019 aan Cruisewinkel had bericht (onverplicht) nog steeds zoekende te zijn naar een oplossing van de ervaren geluidsoverlast heeft Cruisewinkel de huurbetalingen hervat. Vervolgens heeft Cruisewinkel in de maanden oktober en november 2019 en op 2 december 2019 nog meldingen gedaan van geluidsoverlast, waarna zij EPGF bij dagvaarding van 21 januari 2020 in rechte heeft betrokken. Op basis van het vorenstaande wordt vastgesteld dat Cruisewinkel met uitzondering van de periode van september 2017 tot januari 2019, waarover geen informatie is overgelegd, met enige regelmaat van meldingen van geluidsoverlast heeft gedaan.
Dat niet kan worden vastgesteld dat Cruisewinkel in de periode van september 2017 tot januari 2019 over geluidsoverlast heeft geklaagd, brengt niet mee dat zij in deze periode geen geluidsoverlast heeft ervaren. De geluidsoverlast houdt verband met reguliere groepslessen die in de fitnessruimte worden gegeven. Deze groepslessen vinden dagelijks plaats. Deze situatie dient te worden onderscheiden van het ervaren geluidsoverlast als gevolg van bijvoorbeeld een buurman die met enige regelmaat zijn geluidsapparatuur te hard zet. Om een beeld te krijgen van laatstbedoelde geluidsoverlast is het noodzakelijk om elke keer dat overlast ervaren wordt, deze te noteren en/of te melden. Dit is anders in de onderhavige situatie waarbij onveranderd dagelijks groepslessen worden gegeven. Cruisewinkel heeft er mee kunnen volstaan om niet dagelijks overlast te melden, maar met enige regelmaat te melden dat zij nog steeds overlast ervaart. Bovendien zijn er perioden aan te wijzen waarin partijen met elkaar in gesprek waren over de geluidsoverlast. Het ligt in dit geval dan niet voor de hand steeds meldingen te blijven doen. De rapporten waarin geluidsoverlast wordt aangenomen dateren van april 2019 en augustus 2020 en er kan vanuit worden gegaan dat in de jaren daarvoor even veel sprake was van geluidsoverlast.
19. Op grond van artikel 7:204 lid 2 BW is een gebrek een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort waarop de overeenkomst betrekking heeft. Verder is ingevolge het derde lid een feitelijke stoornis door derden zonder bewering van recht ex artikel 7:211 BW geen gebrek in de zin van lid 2.
20. Het betoog van Cruisewinkel dat sprake is van een gebrek in de zin van bovengenoemd artikel wordt aldus opgevat dat niet de door Cruisewinkel gehuurde bedrijfsruimte onvoldoende, maar dat de door High Studios gehuurde bedrijfsruimte niet afdoende is geïsoleerd en dat EPGF toerekenbaar tekort is geschoten door geen herstel te plegen. Voorts wordt vastgesteld dat EPGF de verhuurder van zowel Cruisewinkel als High Studio en dat indien EPGF geen gebruik maakt van haar bevoegdheid om tegen de overlast veroorzakende huurder - High Studios - op te treden (door High Studios te dwingen afdoende maatregelen tegen geluidsoverlast te nemen), dit nalaten een gebrek oplevert in de zin van artikel 7:2014 lid 2 BW jegens Cruisewinkel. Dat sprake is van een gebrek geldt temeer nu de beheerder van de vorige verhuurder in juni 2015 aan Cruisewinkel heeft bevestigd dat afdoende isolatie zou worden toegepast, zodat geen geluidsoverlast zou ontstaan.
21. Op grond van artikel 7:207 BW kan de huurder ingeval van vermindering van huurgenot ten gevolge van een gebrek een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs vorderen van de dag waarop hij van het gebrek behoorlijk heeft kennis gegeven aan de verhuurder tot die waarop het gebrek is verholpen. Voorts kan op grond van artikel 7:209 BW van artikel 207 niet ten nadele van de huurder worden afgeweken voor zover het gaat om gebreken die de verhuurder bij het aangaan van de overeenkomst kende of had behoren te kennen.
22. EPGF beroept zicht op artikel 11.6 van de Algemene Bepalingen waarin, voor zover hier relevant, is bepaald
: Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade toegebracht aan de persoon of goederen van huurder en huurder heeft geen recht op huurvermindering, geen recht op verrekening of opschorting va enige betalingsverplichting en geen recht op ontbinding van de huurovereenkomst in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van gebreken, waaronder die ten gevolge van zichtbare en onzichtbare gebreken aan het gehuurde of het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
23. In artikel 11.9 van de Algemene Bepalingen is evenwel, voor zover hier relevant bepaald:
Het gestelde 11.6 (…) ten aanzien van bedrijfsschade geldt niet bij schade als gevolge van grove schuld of ernstige nalatigheid van verhuurder ten aanzien van de staat van het gehuurde of van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
24. Geoordeeld wordt dat hier sprake is van grove nalatigheid van EPGF om het gebrek te (doen) herstellen nu de eerste melding dateert van medio september 2016 en het gebrek tot aan de mondelinge behandeling van de zaak op 8 oktober 2020 nog niet was verholpen. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat EPGF weliswaar redelijkerwijs onderzoeken naar de geluidsoverlast heeft kunnen instellen, alvorens actie te ondernemen, maar dat de opdracht tot het instellen van een onderzoek pas in maart 2019 is gegeven. Niet valt in te zien waarom EPGF dat niet reeds in 2016/2017 heeft gedaan. Voor zover meent dat Cruisewinkel onderzoeksrapporten had moeten overleggen, wordt overwogen dat het een feit van algemene bekendheid is dat in het geval in een ruimte groepslessen fitness worden gegeven, dit met muziek en instructies van de docent gepaard gaat, en derhalve het nodige geluid, gepaard gaat. De rechtsvoorgangster van EPGF heeft dit ook onderkend en heeft aan Cruisewinkel de toezegging gegeven dat voldoende zou worden geïsoleerd opdat Cruisewinkel geen geluidsoverlast vanuit de fitnessruimte zou ondervinden.
25. Het voorgaande leidt er reeds toe dat EPGF zich niet met succes op artikel 11.6 van de Algemene Bepalingen kan beroepen. Het verdere verweer van Cruisewinkel tegen het beroep van EPGF op artikel 11.6 van de Algemene Bepalingen kan onbesproken blijven.
26. Met betrekking tot het beroep op huurprijsvermindering wordt allereest overwogen dat voldoende aannemelijk is dat door de geluidsoverlast, sprake is van vermindering van het huurgenot, zodat Cruisewinkel op goede gronden een vermindering van de huurprijs kan vorderen.
27. Cruisewinkel heeft met toepassing van een huurprijsvermindering gevorderd van 60% van de huur en zij heeft daarbij aansluiting gezocht bij Gebrekenlijst C van het Gebrekenboek Huurcommissie. Deze lijst heeft echter betrekking op woonruimte en niet op bedrijfsruimte, waardoor deze lijst in de onderhavige situatie niet van toepassing is. Hierbij wordt nog opgemerkt dat een gehuurde woonruimte in beginsel 24 uur per dag 7 dagen per week wordt gebruikt en dat hiervan bij kantoorruimte geen sprake is. EPGF heeft immers onweersproken gesteld dat het gehuurde door Cruisewinkel in gebruik is van maandag tot en met vrijdag van 8:00 tot 18:00 uur. Verder wordt opgemerkt dat Cruisewinkel op 12 januari 2017 aan de beheerder van EPGF heeft medegedeeld overlast te ervaren op de volgende tijdblokken: dagelijks tussen 11.00 en 11.45 en verder wisselend van 09.00 tot 9.45 of 12.00 tot 12.45 of 17.00 tot 17.45. Het gaat dan minimaal om 45 minuten en maximaal 180 minuten (4 tijdblokken van 45 minuten). Beide partijen hebben geen exacte opgave van de gegeven lessen per dag, week, maand of jaar gedaan of anderszins enige nadere concrete informatie verstrekt. Cruisewinkel heeft weliswaar 1 lesrooster overgelegd, maar dit stuk is slecht leesbaar en het lijkt bovendien betrekking te hebben op de maand september 2020. Ter zitting is medegedeeld dat na de heropening van de sportscholen per 1 juli 2020, ter beperking van de groepsgrootte, meer lessen aan kleinere groepen worden gegeven, zodat dit rooster niet als voorbeeld kan dienen voor de periode vanaf medio september 2016. Bij gebrek aan nadere concrete informatie zal een schatting van het gemiddelde aantal lessen tijdens de kantooruren van Cruisewinkel worden gedaan en wel van 2 lessen van ieder 45 minuten, derhalve totaal 1,5 uur per dag, 5 dagen per week. Gelet hierop wordt een huurkorting van 5% redelijk geacht. Uitgaande van de huidige huurprijs gaat het dan om een korting van € 297,27 per maand. Geoordeeld wordt dat deze huurvermindering in verhouding staat met de genotsvermindering van het gehuurde.
28. Op grond van artikel 7:207 BW gaat de vermindering van de huurprijs in vanaf de dag dat Cruisewinkel EPGF behoorlijk van het gebrek heeft kennis gegeven. Nu Cruisewinkel reeds medio september 2016 melding heeft gemaakt van geluidsoverlast aan EPGF, wordt aanleiding gezien hiervan uit te gaan, derhalve 15 september 2016. Het uitgangspunt van EPGF dat een huurprijsvermindering pas per april 2019 zou kunnen ingaan omdat zij toen kennis heeft genomen van het rapport Grondwater, wordt niet juist geacht. Reeds medio september 2016 was sprake van een gebrek. De omstandigheid dat EPGF pas in april 2019 na ontvangst van een rapport van Grondkamer heeft onderkend dat hiervan sprake is, kan Cruisewinkel niet worden tegengeworpen en komt voor risico van EPGF.
29. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal per 15 september 2016 de huurprijs met 5% worden verminderd, thans een bedrag € 297,27 per maand, tot aan de dag dat de gebreken verholpen zijn. Dit geldt niet voor de periode 16 maart 2020 tot 1 juli 2020 omdat de sportscholen toen gesloten waren in verband met de coronamaatregelen.
Onverschuldigd betaalde huur
30. Op basis van het vorenstaande wordt voorts, conform de eerder de Cruisewinkel gehanteerde rekenmethode, waartegen geen specifiek verweer is gevoerd, vastgesteld dat Cruisewinkel gedurende 39,5 maanden € 297,27 per maand te veel huur aan EPGF heeft betaald, totaal een bedrag van € 11.742,17. Dit bedrag is aan onverschuldigde betaalde huur over medio september 2016 tot en met januari 2020 toewijsbaar.
Aanbrengen geluidsisolatie
31. Ten aanzien van de vordering van Cruisewinkel om EPGF te veroordelen om geluidsisolatie conform de daaraan in het rapport van Geluidconsult te stellen eisen, aan te brengen op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag met een maximum van € 500.000,00 wordt het volgende overwogen.
32. EPGF heeft de huurovereenkomst opgezegd per 28 februari 2021. Gelet hierop wordt geen aanleiding gezien de vordering EPGF te veroordelen tot het aanbrengen van geluidsisolatie toe te wijzen. Hierbij is in aanmerking genomen dat Cruisewinkel het gebrek medio september 2016 heeft gemeld bij EPGF en dat zij pas op 21 januari 2020, ongeveer 3,5 jaar later, aanleiding heeft gezien om EPGF in rechte te betrekken. Gelet op de resterende duur van de huurovereenkomst, gerekend vanaf de datum van deze uitspraak van nog maar drie maanden, wordt het bij weging van de betrokken belangen niet redelijk geacht de vordering toe te wijzen. Bij dit oordeel is meegewogen dat het hier om de huur van bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW gaat en dat Cruisewinkel na het einde van de huurovereenkomst weliswaar de rechter kan verzoeken de termijn waarbinnen de ontruiming moet plaatsvinden te verlengen, maar deze mogelijk te verlengen ontruimingsperiode is thans nog onzeker en bovendien beperkt in de tijd.
33. Gelet op de uitkomst van de procedure wordt EPGF veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van Cruisewinkel.
In de hoofdzaak in reconventie
34. EPGF vordert voor recht te verklaren dat het gehuurde kwalificeert als een gebouwde onroerende zaak in de zin van artikel 7:230a BW.
35. Cruisewinkel erkent dat hiervan sprake is.
36. De vordering wordt wegens gebrek aan belang afgewezen. EPGF wordt veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Cruisewinkel, waarbij het salaris van de gemachtigde van Cruisewinkel wordt vastgesteld op € 300,00 per punt en het totaal aantal punten wordt bepaald op 1.
37. De vordering van Cruisewinkel is in de hoofdzaak grotendeels toewijsbaar is. In de zaak in vrijwaring moet Cruisewinkel worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij en in de proceskosten worden verwezen.
38. In de hoofdzaak is de vordering van Cruisewinkel om EPGF te veroordelen om geluidsisolatie aan te brengen afgewezen. De vordering van EPGF als vermeld onder rov. 9. wordt reeds hierom afgewezen.
39. De vordering van EPGF als vermeld onder rov. 10 om High Studios te veroordelen om geluidsisolatie conform de daaraan in het rapport van Geluidconsult gestelde eisen toe te wijzen is wel toewijsbaar. Grondkamer heeft in haar rapport van 4 april 2019 dat de door Cruisewinkel geuite klachten van geluidsoverlast uiterst aannemelijk zijn en dat dit voornamelijk wordt veroorzaakt door het in afwijking van het Geluidconsult uitgevoerde werk. Ook uit het door LBP Sight uitgebrachte rapport blijkt dat sprake is van een (weliswaar beperkte) overschrijding van het geluidsniveau. Aan de stellingen van High Studios dat er geen sprake is van geluidsoverlast en dat indien geoordeeld wordt dat er wel geluidsoverlast is, deze niet onrechtmatig is, wordt voorbij gegaan nu High Studios de conclusies van de hiervoor genoemde rapporten enkel heeft betwist en daar niets tegenover heeft ingebracht.
40. High Studios wordt niet gevolgd in haar stelling dat er geen contractuele verplichting is die maakt dat High Studios gehouden kan worden tot het laten aanbrengen van geluidsisolatie conform de daaraan in het rapport van Geluidconsult gestelde eisen. Tussen partijen is een huurovereenkomst gesloten en in artikel 11.1 van de huurovereenkomst staat dat het uitvoeren van noodzakelijke verbouwing om het exploiteren van een fitnessruimte/sportschool mogelijk te maken voor rekening en risico van High Studios komt. Nu uit het rapport van Grondkamer volgt dat de uitgevoerde werkzaamheden afwijken van het advies van Geluidconsult en dat de omstandigheid dat sprake is van geluidoverlast hieraan te wijten is, is High Studios tekort geschoten in haar verplichting als genoemd in artikel 11.1 van de huurovereenkomst. Voorts is in artikel 9.4 van de algemene bepalingen opgenomen dat High Studios geen hinder of last zal veroorzaken en kan EPGF op grond van artikel 13.12 van de algemene bepalingen in geval van hinder of overlast maatregelen opleggen om overlast ongedaan te maken of te voorkomen. High Studios heeft de inhoud van het rapport van Grondkamer onvoldoende weerlegd. Pas op de zitting heeft High Studios zij gesteld dat er ophangbeugels zijn gebruikt die akoestisch ontkoppeld zijn aangebracht met speciale rubbers en dat wel degelijk Rockwool met een harde persing is toegepast. Aangezien deze stellingen niet stroken met de bevindingen van Grondkamer in haar rapport (welk rapport is opgesteld naar aanleiding van een onderzoek ter plaatse), had het op de weg van High Studios gelegen om haar stellingen te onderbouwen, maar dit heeft zij niet gedaan. Het bewijsaanbod wordt afgewezen nu ter zake onvoldoende is gesteld.
41. Het betoog van High Studios dat EPGF op grond van artikel van artikel 10.1 van de huurovereenkomst gehouden is om geluidsisolatie op de buitenzijde van alle wanden en plafonds aan te brengen, dat zij dat niet (afdoende) heeft gedaan en dat vermoedelijk hierdoor sprake is van de door de deskundige vastgestelde geringe overschrijding, slaagt niet, nu High Studios haar stellingen geheel niet heeft onderbouwd. EPGF heeft voldoende toegelicht, onder overlegging van foto’s, dat er wel degelijk isolatiemateriaal is aangebracht.
42. De vorderde dwangsom is toewijsbaar nu uit het gevoerde verweer van High Studios niet wordt opgemaakt dat zij vrijwillig aan de veroordeling tot het aanbrengen van geluidsisolatie zal voldoen. De termijn van 4 weken wordt te kort geacht. Een termijn van 4 maanden wordt redelijk geacht. Verder wordt de dwangsom gematigd tot € 1.000,00 per dag met een maximum van € 20.000,00.
43. De vordering van EPGF om High Studios te veroordelen om aan EPGF te voldoen datgene waartoe EPGF in de hoofdzaak wordt veroordeeld, is eveneens toewijsbaar. Uit de stukken wordt opgemaakt dat High Studios vanaf medio september 2016 van de door Cruisewinkel gedane meldingen van geluidsoverlast op de hoogte was en in gesprekken, waarbij ook EPGF betrokken was, over de door Cruisewinkel ervaren geluidsoverlast is gesproken. Gelet hierop slaagt het verweer dat High Studios niet in gebreke is gesteld en dat de vordering niet met terugwerkende kracht tot 1 september 2016 kan worden toegewezen slaagt niet.
44. De vordering tot vergoeding van de kosten van het door Grondkamer uitgevoerde onderzoek is eveneens toewijsbaar. ..
45. Ook de vordering tot het bewerkstelligen van een maximaal geluidsniveau van 80 db (A) is toewijsbaar. High Studios heeft toegezegd dat zij dit bewerkstelligen en dat zij ondertussen een geluidsmeter heeft aangeschaft. Gelet op deze toezegging zal geen dwangsom worden opgelegd.
46. De vordering om EPGF, diens beheerder en/of hulppersonen toe te staan om op eerste verzoek de fitnessruimte te betreden en/of maatregelen te treffen, is toewijsbaar.
47. Gelet op de uitkomst van de procedure wordt High Studios veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van EPGF.