In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen de besloten vennootschap Fastned B.V. en de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Fastned had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister, waarbij de vergunning van de derde partij Ionity GmbH was gewijzigd. De rechtbank oordeelde dat het beroep van Fastned niet-ontvankelijk was, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De termijn voor het indienen van het beroepschrift eindigde op 18 juni 2019, maar het beroepschrift was pas op 20 juni 2019 door de rechtbank ontvangen, met een poststempel van 19 juni 2019. Fastned had betoogd dat het beroepschrift op 18 juni 2019 was verzonden, maar de rechtbank oordeelde dat Fastned niet aannemelijk had gemaakt dat dit het geval was. De rechtbank hield vast aan het poststempel als uitgangspunt en concludeerde dat het beroep te laat was ingediend. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.