In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 november 2020 uitspraak gedaan over de wijziging van alimentatie en kinderbijdrage in het kader van een echtscheiding. De man, die in de Verenigde Staten woonde, is in december 2019 naar Nederland verhuisd om dichter bij zijn kinderen te zijn. Hij verzocht de rechtbank om de eerder vastgestelde alimentatie te verlagen, omdat hij geen inkomen had na zijn verhuizing. De vrouw verweerde zich tegen dit verzoek en stelde dat de man verwijtbaar geen inkomen had, omdat hij bewust naar Nederland was verhuisd zonder een baan te hebben. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man in de periode van 26 februari 2020 tot 1 september 2020 geen inkomen had en dat zijn inkomensverlies niet verwijtbaar was. De rechtbank heeft de kinderbijdrage voor deze periode vastgesteld op € 190,-- per kind per maand en voor de periode van 1 september 2020 tot 1 september 2021 op € 553,-- per kind per maand. Daarnaast is de partneralimentatie voor de periode van 26 februari 2020 tot 1 september 2020 op nihil gesteld, en voor de periode van 1 september 2020 tot 1 september 2021 op € 607,-- per maand. De rechtbank heeft de verzoeken van de man tot wijziging van de alimentatie en kinderbijdrage toegewezen, maar heeft het verzoek tot limitering van de partneralimentatie afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd.