In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Zwennes, een vordering ingesteld tegen Perfectkeur B.V., vertegenwoordigd door G.T. Poolman, wegens vermeende tekortkomingen in de uitvoering van een bouwkundige keuring. De mondelinge uitspraak vond plaats op 23 oktober 2020. Eiser stelt dat Perfectkeur tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door het dak van de zolder niet te inspecteren tijdens de keuring. De kantonrechter oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat er een verplichting bestond om het zolderdak te inspecteren, aangezien de overeenkomst een standaard bouwkundige keuring betrof, die slechts een globale visuele inspectie inhield. De rechter verwijst naar de algemene voorwaarden van Perfectkeur, waarin staat dat daken tot een hoogte van 5 meter visueel geïnspecteerd worden, en dat het zolderdak buiten de scope van het onderzoek valt. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er verwachtingen zijn gewekt dat het zolderdak wel geïnspecteerd zou worden. De rechter wijst de vorderingen van eiser af en oordeelt dat Perfectkeur terecht een beroep doet op artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat eiser relevante documenten heeft achtergehouden. De rechter compenseert de proceskosten van Perfectkeur met een extra bedrag van € 600 voor de extra tijd en moeite die in het verweer is gestoken. De proceskosten worden vastgesteld op € 1.200, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechter verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.