Op 22 oktober 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met een pony. De zaak kwam ter terechtzitting na een melding van de eigenaresse van de pony, die de verdachte betrapte in de stal van een manege. De verdachte werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, aangezien hij niet aanwezig was bij de inhoudelijke behandeling. De officier van justitie, mr. M. van Kampen, vorderde een straf, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak op basis van onvoldoende bewijs.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 1 januari 2018 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met de pony, door zijn penis in de vagina van het dier te brengen. Dit werd ondersteund door de bekennende verklaring van de verdachte en het onderzoek van de veearts, die letsel aan de vagina van de pony constateerde. De verdediging betwistte de betrouwbaarheid van de verklaring van de verdachte, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaring consistent was en voldoende bewijs bood voor de bewezenverklaring.
De rechtbank oordeelde dat het bewezen feit strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een taakstraf van 20 uur op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, wat leidde tot een mildere straf.