ECLI:NL:RBAMS:2020:5356
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verwijzing van een huurovereenkomst naar de kantonrechter Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter in Amsterdam zich gebogen over een kort geding tussen de besloten vennootschappen World of Delights Investments B.V. en World of Delights City Shops B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als WOD) en een gedaagde partij. De kwestie betreft de vraag of een huurovereenkomst met betrekking tot een winkel in Delft moet worden overgenomen door de gedaagde partij. De procedure is gestart door WOD, die bij dagvaarding op 30 september 2020 een voorziening heeft gevorderd. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2020 zijn beide partijen verschenen, vergezeld door hun gemachtigden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een aandelenkoopovereenkomst is gesloten op 9 december 2019, waarin afspraken zijn gemaakt over de overdracht van de huurovereenkomst. WOD heeft gesteld dat de gedaagde partij zich niet aan deze afspraken heeft gehouden, wat heeft geleid tot de vordering tot nakoming van de huurovereenkomst en betaling van openstaande facturen. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en een reconventionele vordering ingesteld, waarbij zij betaling van een bedrag van € 2.950,50 vordert.
De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat hij relatief onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen, omdat het gehuurde zich in Delft bevindt en niet binnen het arrondissement van de Amsterdamse kantonrechter valt. De zaak is daarom verwezen naar de kantonrechter in Den Haag voor verdere behandeling. Dit vonnis is uitgesproken op 4 november 2020 door mr. M.R. Jöbsis, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.