ECLI:NL:RBAMS:2020:5356

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 november 2020
Publicatiedatum
5 november 2020
Zaaknummer
8718612 KK EXPL 20-516
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een huurovereenkomst naar de kantonrechter Den Haag

In deze zaak heeft de kantonrechter in Amsterdam zich gebogen over een kort geding tussen de besloten vennootschappen World of Delights Investments B.V. en World of Delights City Shops B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als WOD) en een gedaagde partij. De kwestie betreft de vraag of een huurovereenkomst met betrekking tot een winkel in Delft moet worden overgenomen door de gedaagde partij. De procedure is gestart door WOD, die bij dagvaarding op 30 september 2020 een voorziening heeft gevorderd. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2020 zijn beide partijen verschenen, vergezeld door hun gemachtigden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een aandelenkoopovereenkomst is gesloten op 9 december 2019, waarin afspraken zijn gemaakt over de overdracht van de huurovereenkomst. WOD heeft gesteld dat de gedaagde partij zich niet aan deze afspraken heeft gehouden, wat heeft geleid tot de vordering tot nakoming van de huurovereenkomst en betaling van openstaande facturen. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en een reconventionele vordering ingesteld, waarbij zij betaling van een bedrag van € 2.950,50 vordert.

De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat hij relatief onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen, omdat het gehuurde zich in Delft bevindt en niet binnen het arrondissement van de Amsterdamse kantonrechter valt. De zaak is daarom verwezen naar de kantonrechter in Den Haag voor verdere behandeling. Dit vonnis is uitgesproken op 4 november 2020 door mr. M.R. Jöbsis, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8718612 KK EXPL 20-516
vonnis van: 4 november 2020

vonnis van de kantonrechterkort geding

i n z a k e

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid World of Delights Investments B.V.

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid World of Delights City Shops B.V.

beide gevestigd te Lijnden
eiseressen in conventie
verweersters in reconventie
gemachtigden: mr. J.M.R. Ypma en mr. A.J. de Vries
t e g e n

[gedaagde]

gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
gemachtigde: mr. M.G. van den Boogerd
Partijen worden hierna aangeduid als WOD (gezamenlijk), WOD Investments, WOD City Shops en [gedaagde] .

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding met producties van 30 september 2020 heeft WOD een voorziening gevorderd.
Ter zitting van 28 oktober 2020 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. WOD is verschenen [naam 1] , CFO, vergezeld door de gemachtigden. [gedaagde] is verschenen bij [naam 2] , directeur, [naam 3] , accountant en adviseur, vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben op voorhand stukken in het geding gebracht. [gedaagde] heeft een conclusie van eis in reconventie ingediend. Partijen hebben ter zitting vragen van de kantonrechter beantwoord en hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten in conventie en reconventie

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
Op 9 december 2019 is tussen WOD Investments en [gedaagde] een aandelenkoopovereenkomst gesloten, waarin onder meer staat:
4. Aanvullende afspraken, welke onlosmakelijk onderdeel zijn van de Overeenkomst(…)4.3 Overdracht om niet van de winkel gevestigd op de [vestigingsadres] (bij partijen genoegzaam bekend) per 1 januari 2020 door Koper naar Verkoper als volgt:i. Na 1 januari 2020 verhuurder informeren (indeplaatsstelling huurovereenkomst);(…)9. Geschillenregeling; Toepasselijk Recht(…)9.2. Alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze Overeenkomst of naar aanleiding van de overeenkomsten die hiervan het gevolg mochten zijn, zullen in eerste instantie bij uitsluiting worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.
1.2.
De bedrijfsruimte aan de [vestigingsadres] wordt sinds 2006 verhuurd door Woon-winkelfonds Delft I C.V. aan (de rechtsvoorgangster van) WOD City Shops.
1.3.
WOD City Shops heeft de aan Woon-winkelfonds Delft I C.V. betaalde huur doorgefactureerd aan Delft Memories B.V., die de eerste kwartaalfactuur 2020 heeft betaald.
1.4.
Delft Memories B.V. is een dochteronderneming van [gedaagde] en is op 25 augustus 2020 failliet verklaard.
1.5.
De onder 1.3 bedoelde facturen die niet door Delft Memories B.V. zijn betaald, worden door WOD in deze procedure van [gedaagde] gevorderd.

Geschil in conventie

2. WOD vordert, zakelijk weergegeven, dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden tot:
2.1.
nakoming van de in de overeenkomst opgenomen afspraak tot het meewerken aan een onvoorwaardelijke overname van de huurovereenkomst, zodanig dat [gedaagde] huurder wordt op basis van de huurovereenkomst, althans [gedaagde] te veroordelen al het mogelijke te doen om de huurovereenkomst zonder aanpassingen over te nemen, op straffe van een dwangsom;
2.2.
betaling van de twee openstaande facturen van WOD, althans ten titel van voorschot van schadevergoeding, ter hoogte van € 35.222,84 te vermeerderen met de wettelijke rente van € 696,69 en buitengerechtelijke kosten van € 1.127,23;
2.3.
betaling van de proceskosten.
3. WOD stelt hiertoe dat [gedaagde] zich niet aan artikel 4.3 van de overeenkomst heeft gehouden door de huurovereenkomst niet over te nemen c.q. niet mee te werken aan een indeplaatsstelling. Het overnemen van de huurovereenkomst is een verplichting die rust op [gedaagde] , niet op een dochtervennootschap van [gedaagde] , en [gedaagde] is ook gehouden de huurpenningen te voldoen.
4. [gedaagde] heeft gemotiveerd verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van de vordering.

Geschil in reconventie

5. [gedaagde] vordert, zakelijk weergegeven, dat WOD Investments bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden tot betaling van:
5.1. € 2.950,50
€ 2.950,50 aan hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke handelsrente vanaf 16 juni 2020 tot de dag van de voldoening;
5.2. € 420,05
€ 420,05 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.3.
de proceskosten.
6. [gedaagde] stelt hiertoe dat na de levering van de aandelen nog enkele discussiepunten resteerden, waaronder de afrekening van de rekening-courant. Op 16 juni 2020 zijn partijen overeengekomen dat WOD Investments nog € 2.950,50 aan [gedaagde] zou betalen. Dat is op dezelfde dag door WOD Investments bevestigd, maar betaling heeft tot op heden niet plaatsgevonden.
7. WOD voert aan dat zij grote schade lijdt door de weigering van [gedaagde] tot overname van de huurovereenkomst. Primair schort WOD daarom iedere verplichting uit hoofde van de aandelenkoopovereenkomst richting [gedaagde] op. Subsidiair doet WOD een beroep op verrekening.

Beoordeling in conventie en reconventie

8. Alvorens inhoudelijk over een zaak kan worden beslist, dient vast te staan dat de kantonrechter absoluut en relatief bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
9. De kantonrechter acht zich absoluut bevoegd kennis te nemen van de vordering, omdat een deel daarvan feitelijk neerkomt op een vordering tot betaling van (onder)huurpenningen c.q. een gebruiksvergoeding ten aanzien van de bedrijfsruimte gelegen aan de [vestigingsadres] (hierna: het gehuurde).
10. Dan moet worden gekeken naar de relatieve bevoegdheid. Het gehuurde is gelegen te Delft en valt dus niet binnen het arrondissement van de Amsterdamse kantonrechter. Gelet op artikel 103 Rv is de kantonrechter daarom relatief onbevoegd. WOD heeft gewezen op de forumkeuze in artikel 9.2 van de overeenkomst, maar bij huurzaken is een forumkeuze – ook bij professionele partijen – in beginsel alleen geldig als die is gemaakt ná het ontstaan van het geschil (artikel 108 lid 2 Rv). Daarvan is hier geen sprake. Een uitzondering wordt gemaakt als de huurder zich tot de rechter wendt: dan wordt verondersteld dat de huurder de eerder gemaakte forumkeuze onderschrijft door te kiezen voor de rechter die voor het ontstaan van het geschil is aangewezen. Ook daarvan is hier geen sprake. Het is niet de huurder, maar de (onder)verhuurder c.q. ingebruikgever (WOD) die dit kort geding heeft aangebracht en zich daarmee tot de Amsterdamse rechter heeft gewend. De omstandigheid dat [gedaagde] vervolgens in het geding is verschenen en een reconventionele vordering heeft ingesteld, betekent niet dat daaruit kan worden afgeleid dat [gedaagde] (stilzwijgend) heeft gekozen voor de Amsterdamse rechter, temeer nu [gedaagde] desgevraagd uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat geen sprake is van een na het ontstaan van het geschil overeengekomen forumkeuze.
11. De kantonrechter te Amsterdam acht zich dan ook niet bevoegd om van het geschil kennis te nemen. De bevoegde rechter is de kantonrechter van de rechtbank te Den Haag. De zaak zal naar deze kantonrechter worden verwezen.
12. Nu de kantonrechter te Den Haag dient te beslissen over de vordering in conventie, geldt dat ook voor de vordering in reconventie.

BESLISSING

De kantonrechter:

in conventie en reconventie

verklaart zich relatief onbevoegd om van het tussen partijen bestaande geschil kennis te nemen;
verwijst de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, ter verdere behandeling naar de kantonrechter in de rechtbank Den Haag.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.R. Jöbsis, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.