Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding tussen BODYFASHION DISTRIBUTION B.V. (hierna: Sapph) en ILYADA KONFEKSIYON SANAYI TICARET LIMITED SIRKETI (hierna: Ilyada), heeft de voorzieningenrechter op 3 november 2020 uitspraak gedaan. Sapph, een modemerk dat lingerie produceert, heeft een verzetprocedure aangespannen tegen een verstekvonnis van 2 september 2020, waarin zij werd veroordeeld tot betaling van € 115.343,27 aan Ilyada, een Turkse onderneming die kleding produceert. Sapph vorderde in kort geding de schorsing van de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis, omdat zij meent dat de verzetprocedure tot een andere uitkomst zal leiden. De voorzieningenrechter heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Sapph een redelijk belang heeft om de beslissing in de verzetprocedure af te wachten, vooral gezien het risico dat zij haar geld niet terug zou kunnen krijgen als de executie doorgaat en Ilyada later in het ongelijk wordt gesteld. De rechter wees op de financiële situatie van Ilyada, die door kredietverzekeraar Euler Hermes als 'grade 9' is geclassificeerd, wat duidt op een hoog risico op wanbetaling. Ilyada had geen redelijk belang aangetoond om de beslagen uit te winnen, aangezien de beslagen nog steeds zekerheid bieden voor haar vordering.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis te schorsen totdat er een einduitspraak in de verzetprocedure is gedaan. Ilyada werd veroordeeld in de proceskosten van Sapph, die op € 1.719,38 zijn begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 3 november 2020.