3.1.De Stichtingen vorderen dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. voor recht verklaart dat [gedaagde]
a. onrechtmatig handelt; en/of
b. inbreuk maakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM en/of de artikelen 7 en 8 van het EU-Handvest van de Grondrechten; en/of
c. inbreuk maakt op het portretrecht ex artikel 21 Auteurswet; en/of
d. in strijd handelt met artikel 9 lid 1 AVG;
door het online of anderszins openbaar maken en/of verspreiden van foto- en/of videomateriaal (inclusief maar niet beperkt tot de in de dagvaarding en in productie 4 opgenomen voorbeelden) dat tot de intieme privésfeer behoort, althans dat in meer of mindere mate seksueel getint is, althans waarop de afgebeelde persoon of personen geheel of gedeeltelijk bloot staan afgebeeld,
tenzij [gedaagde] kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn daar schriftelijk vrijelijk en expliciet mee hebben ingestemd;
II. voor recht verklaart dat [gedaagde]
a. onrechtmatig handelt; en/of
b. inbreuk maakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM en/of de artikelen 7 en 8 van het EU-Handvest van de Grondrechten; en/of
c. inbreuk maakt op het portretrecht ex artikel 21 Auteurswet; en/of
d. in strijd handelt met artikel 9 lid 1 AVG;
door beeldmateriaal als bedoeld sub I in bezit te hebben,
tenzij [gedaagde] kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn daar schriftelijk vrijelijk en expliciet mee hebben ingestemd;
III. voor recht verklaart dat [gedaagde]
a. onrechtmatig handelt; en/of
b. inbreuk maakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM en/of de artikelen 7 en 8 van het EU-Handvest van de Grondrechten; en/of
c. inbreuk maakt op het portretrecht ex artikel 21 Auteurswet; en/of
d. in strijd handelt met artikel 9 lid 1 AVG;
door het faciliteren van, althans het publiek aan te zetten tot, het uploaden en/of openbaar maken van beeldmateriaal als bedoeld sub I,
tenzij [gedaagde] kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn daar schriftelijk vrijelijk en expliciet mee hebben ingestemd;
IV. voor recht verklaart dat [gedaagde] gehouden is de schade te vergoeden die een persoon die in beeld is op het beeldmateriaal als bedoeld sub I heeft geleden door het handelen van [gedaagde] als bedoeld sub I, II en/of III, tenzij [gedaagde] kan aantonen dat die persoon daar schriftelijk vrijelijk en expliciet mee heeft ingestemd, waarbij de hoogte van de schade in een afzonderlijke procedure zal worden vastgesteld;
V. [gedaagde] veroordeelt om binnen vijf dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis het sub I bedoelde beeldmateriaal te verwijderen en verwijderd te houden van de website [URL] , van elke andere website die [gedaagde] gebruikt(e) voor opslag of openbaarmaking daarvan, en van alle digitale opslagsystemen van [gedaagde] , tenzij [gedaagde] kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn daar schriftelijk vrijelijk en expliciet hebben ingestemd met het gebruik daarvan door [gedaagde] ;
VI. [gedaagde] veroordeelt om binnen twintig werkdagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis een rapport van een door de rechtbank aangewezen onafhankelijke ICT-expert te overleggen, opgesteld op kosten van [gedaagde] , waaruit blijkt dat [gedaagde] volledig heeft voldaan aan het sub V opgelegde gebod;
VII. [gedaagde] verbiedt om, vijf werkdagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis:
a. beeldmateriaal als bedoeld sub I online of anderszins openbaar te maken; en/of
b. beeldmateriaal als bedoeld sub I in bezit te hebben; en/of
c. het uploaden en/of openbaar maken van beeldmateriaal als bedoeld sub I te faciliteren, althans het publiek hiertoe aan te zetten;
tenzij [gedaagde] kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn daar schriftelijk vrijelijk en expliciet mee hebben ingestemd;
VIII. [gedaagde] veroordeelt om binnen vijf werkdagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis met betrekking tot beeldmateriaal als bedoeld sub I, tenzij [gedaagde] kan aantonen dat alle personen die in beeld zijn schriftelijk vrijelijk en expliciet hebben ingestemd met het gebruik daarvan door [gedaagde] , de navolgende gegevens van de individuele uploaders daarvan (inclusief maar niet beperkt tot de in de dagvaarding genoemde uploaders), voor zover aanwezig, aan de Stichtingen te verschaffen:
a. gebruikersnaam;
b. emailadres;
c. geboortedatum;
d. IP-adres; en
e. alle overige gegevens die de uploader aan [gedaagde] heeft verstrekt;
althans de identificerende gegevens die de rechtbank in goede justitie aangewezen acht;
IX. [gedaagde] veroordeelt om binnen twintig dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis een rapport van een door de rechtbank aangewezen onafhankelijke ICT-expert te overleggen, opgesteld op kosten van [gedaagde] , waaruit blijkt dat [gedaagde] volledig heeft voldaan aan het sub VIII opgelegde gebod;
X. voor recht verklaart dat [gedaagde] gehouden is aan een persoon die in beeld is op het beeldmateriaal als bedoeld sub I, tenzij [gedaagde] kan aantonen dat de persoon die in beeld is schriftelijk vrijelijk en expliciet heeft ingestemd met het gebruik daarvan door [gedaagde] , de sub VIII genoemde gegevens te verschaffen met betrekking tot de individuele uploader van het desbetreffende beeldmateriaal, binnen vijf werkdagen na een verzoek daartoe;
XI. [gedaagde] veroordeelt tot verbeurte van een dwangsom van EUR 15.000,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde] verzuimt de geboden en verboden hierboven genoemd sub V tot en met IX geheel of gedeeltelijk na te komen, althans een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen dwangsom; en
XII. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van het geding, vermeerderd met de nakosten.