Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis in het incident van de kantonrechter
de besloten vennootschap [eiseres] B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de akte van verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad van 30 juli 2020 van [eiseres] ;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
3.13 Rekening houdende met hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, concludeert het hof uit het voorgaande voorshands dat de door de kantonrechter toegepaste kortingen in combinatie met de toegekende terme de grâce passend zijn. Er is dan ook onvoldoende reden om – zoals [eiseres] heeft bepleit - vooralsnog de gevolgen in grotere mate op [gedaagde] af te wentelen, bijvoorbeeld door de volledige huur omzetafhankelijk te maken.”
Vordering in incident
(i) tot het gehengen en gedogen van een omzetafhankelijke huurprijs van 20% als zijnde de huur vanaf 1 maart 2020 tot en met de duur van deze procedure in de hoofdzaak, althans tot een omzetafhankelijke percentage in goede justitie te bepalen, waarbij de huur te allen tijde los van omzetafhankelijkheid niet meer zal bedragen dan € 28.781,00;