Op 2 november 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk beledigen van een groep mensen, te weten negroïde personen, door middel van een beledigend bericht op Facebook. De zaak is ontstaan naar aanleiding van een demonstratie tegen Zwarte Piet op 17 november 2018 in Amstelveen, waarbij de aangeefster, een demonstrant, een livestream op Facebook plaatste die leidde tot duizenden reacties, waarvan een groot deel negatief en beledigend was. De aangeefster deed aangifte van racistische en bedreigende berichten, wat leidde tot het onderzoek 13Bitburg door het Openbaar Ministerie. De verdachte was één van de 25 personen die in dit onderzoek werden vervolgd.
Tijdens de rechtszitting op 21 september 2020 heeft de officier van justitie betoogd dat de verdachte verantwoordelijk was voor de uitlatingen, terwijl de verdediging aanvoerde dat het mogelijk was dat iemand anders het bericht had geplaatst via het Facebookaccount van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte het beledigende bericht had geplaatst. Er was geen aanvullend onderzoek gedaan naar de mogelijkheid dat de verdachte was gehackt of dat iemand anders toegang had gekregen tot zijn account. Hierdoor kon de rechtbank niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de verdachte schuldig was aan de tenlastelegging.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs en de noodzaak van aanvullend onderzoek in strafzaken.