ECLI:NL:RBAMS:2020:5237

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juni 2020
Publicatiedatum
29 oktober 2020
Zaaknummer
13/751139-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 18 juni 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 10 maart 2020 en betreft een EAB dat op 13 februari 2020 door de rechtbank van eerste aanleg in Tremp, Spanje, is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Guinee in 1985, heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en is thans gedetineerd in een onbekende detentieplaats.

De procesgang omvatte een schriftelijke standpuntwisseling tussen de raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. S.M. Hof, en de officier van justitie, mr. J.J.M. Asbroek. De rechtbank heeft op 4 juni 2020 de zaak behandeld in een openbare zitting. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van het recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd, omdat zij meer tijd nodig had om over de verzochte overlevering te beslissen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij de Guineese nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie en hulp bij illegale binnenkomst en verblijf, feiten die onder de lijst van bijlage 1 van de Overleveringswet vallen. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751139-20
RK nummer: 20/1349
Datum uitspraak: 18 juni 2020
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 10 maart 2020 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 13 februari 2020 door
de Rechtbank van eerste aanleg en onderzoek nr. 1 Tremp(Spanje) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren te [geboorteplaats] (Guinee) op [geboortedag] 1985
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland
thans uit andere hoofde gedetineerd in [detentieplaats]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. S.M. Hof, advocaat te Amsterdam, heeft per e-mail van 25 mei 2020 haar standpunt ingediend. De officier van justitie heeft daarop bij e-mail van 1 juni 2020 haar standpunt ingediend.
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 4 juni 2020 in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. J.J.M. Asbroek en de gemachtigde raadsvrouw van de opgeëiste persoon.
De opgeëiste persoon heeft bij verklaring van 29 mei 2020 afstand gedaan van het recht om gehoord te worden door de rechtbank.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd en heeft vervolgens de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd omdat zij die verlengingen nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Guineese nationaliteit heeft.

3.Standpunt

De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een beschikking van 4 februari 2020 uitgevaardigd door
the Court of Tremp(Lleida-Spain) waarbij de voorlopige hechtenis van de opgeëiste persoon werd bevolen
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Spaans recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

5.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 1 en 13, te weten:
1. Deelneming aan een criminele organisatie
en
13. Hulp aan illegale binnenkomst en illegaal verblijf.
Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op deze feiten naar Spaans recht telkens een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.

6.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering te worden toegestaan.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
de Rechtbank van eerste aanleg en onderzoek nr. 1 Tremp(Spanje).
Aldus gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. C. Huizing-Bruil en H.P. Kijlstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 18 juni 2020.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.