Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Zij voert daartoe aan dat de bevindingen van de beveiligers zoals die op het formulier ‘aangifte winkeldiefstal winkelier’ staan vermeld tegenstrijdig zijn en niet stroken met de camerabeelden. Het formulier kan daarom niet als bewijsmiddel dienen en dan is er onvoldoende wettig bewijs. Subsidiair verzoekt zij verdachte vrij te spreken ten aanzien van de diefstal van de bril en de clutch omdat verdachte niet het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft gehad.
Meer subsidiair verzoekt zij verdachte vrij te spreken voor het bestanddeel ‘medeplegen’ omdat de dochter van verdachte is vrijgesproken van deze diefstal.
5.Bewezenverklaring
6.Het bewijs
7.De strafbaarheid van de feiten
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
Het handelen van verdachte heeft ook voor de diverse apothekers gevolgen gehad.
Naast de overlast die het veroorzaakt heeft, is het vertrouwen van de diverse apothekers geschaad. De recepten mogen enkel door bevoegde artsen worden uitgeschreven en de apothekers moeten er op kunnen vertrouwen dat zij de medicijnen leveren aan de personen voor wie de artsen deze hebben voorgeschreven. Dit vertrouwen is geschonden. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan drie winkeldiefstallen.
Zij hebben beiden gerapporteerd dat er sprake is van het gebruik van een opioïde, waarbij de psycholoog dit aanmerkt als een stoornis en de psychiater meldt dat het onduidelijk is of daarbij op dit moment gesproken moet worden van een psychische stoornis. Zij zijn het erover eens dat sprake is van een stoornis in het gebruik van alcohol, langdurig in remissie. De psycholoog vermeldt dat er ook sprake is van een ongespecificeerde depressieve-stemmingsstoornis met angstige spanning. De rapporteurs hebben geconcludeerd dat de stoornis in het gebruik van slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen een rol speelde in de gedagskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank neemt die conclusie over en maakt die tot de hare en zal hier in strafverminderende zin rekening mee houden.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
6 (zes) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenvast.
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.