ECLI:NL:RBAMS:2020:5201

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 oktober 2020
Publicatiedatum
28 oktober 2020
Zaaknummer
CV 20-6378
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging huurovereenkomst op grond van bedrog en dwaling

In deze zaak vordert de stichting Stadgenoot de vernietiging van een huurovereenkomst met [betrokkene] op grond van bedrog en dwaling. Stadgenoot stelt dat [betrokkene] verkeerde gegevens heeft verstrekt aan Woningnet om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning. De procedure begon met een dagvaarding op 15 januari 2020, gevolgd door een comparitie op 21 september 2020. Tijdens deze comparitie werd vastgesteld dat [betrokkene] onder bewind was gesteld van Beaufin B.V. en dat hij de juiste gegevens aan Stadgenoot had verstrekt. De kantonrechter oordeelde dat Stadgenoot niet had aangetoond dat [betrokkene] opzettelijk verkeerde informatie had gegeven. De rechter concludeerde dat Stadgenoot had kunnen controleren of [betrokkene] in aanmerking kwam voor de woning en dat hij open kaart had gespeeld. De vordering van Stadgenoot werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de bewindvoerder. Het vonnis werd uitgesproken door mr. L. van Berkum op 26 oktober 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8428167 CV EXPL 20-6378
vonnis van: 26 oktober 2020
fno.: 364

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de stichtingSTICHTING STADGENOOT

gevestigd te Amsterdam
eiseres, nader te noemen: Stadgenoot
gemachtigde: Van der Hoeden/Mulder, gerechtsdeurwaarders
t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BEAUFIN B.V. in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [betrokkene]
gevestigd te Amsterdam
gedaagde, nader te noemen: de bewindvoerder
gemachtigde: mr. E.B. Doganer

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het procesdossier bestaat uit:
- de dagvaarding van 15 januari 2020, met producties, uitgebracht tegen [betrokkene] ;
- de conclusie van antwoord met producties van [betrokkene] ;
- het instructievonnis van 6 juli 2020, waarbij een comparitie is bepaald;
- de dagbepaling comparitie.
De comparitie is gehouden op 21 september 2020. Voor Stadgenoot zijn ter zitting verschenen [medewerker eiseres 1] en [medewerker eiseres 2] , met mr. R. Matti namens de gemachtigde. Verder is [betrokkene] verschenen, met [naam begeleider] (ambulant begeleider) en de gemachtigde. Ter zitting is vastgesteld dat [betrokkene] bij beschikking van 27 februari 2020 onder bewind is gesteld van Beaufin B.V. Hoewel de bewindvoerder voor de comparitie niet was opgeroepen heeft mr. Doganer, na bekrachtiging door de bewindvoerder achteraf, zich alsnog gesteld voor de bewindvoerder.
Partijen hebben hun standpunten toegelicht, mr. Doganer aan de hand van een pleitnota, en vragen van de kantonrechter beantwoord.
Tot slot is (onder voorbehoud) een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1.1.
[betrokkene] heeft zich in 2016 ingeschreven bij Woningnet. Omdat hij de jaarlijkse kosten van € 8,00 niet tijdig had betaald, verviel zijn inschrijving. Hij heeft zich op 21 november 2018 daarom opnieuw ingeschreven bij Woningnet.
1.2.
Tot 1 juli 2015 werden de op Woningnet aangeboden woningen toegewezen op basis van woonduur. Vanaf die datum is de woonduur vervallen en gaat toewijzing op basis van inschrijfduur bij Woningnet. Inschrijving bij Woningnet is noodzakelijk om voor een sociale huurwoning van Stadgenoot in aanmerking te komen.
1.3.
Voor woningzoekenden die vóór 1 juli 2015 in hun huidige huur- of koopwoning zijn komen wonen (in Amsterdam of Almere) geldt een overgangsregeling, waarmee de woonduur wordt omgezet in inschrijfduur. Om in aanmerking te komen voor de Overgangsregeling moest een woningzoekende zich vóór 1 juli 2019 aanmelden voor de regeling. Voorts dient hij bij verhuizing een zelfstandige huur- of koopwoning (in Amsterdam of Almere) leeg achter te laten. De woonduur voor de Overgangsregeling wordt bepaald door de ingangsdatum van het op dat moment geldende huur- of koopcontract van de woningzoekende. Bij de inschrijving op de website van Woningnet moet de woningzoekende zijn huidige woonsituatie kenbaar maken.
1.4.
Volgens het profiel van [betrokkene] op de website van Woningnet woonde hij bij inschrijving op het adres [adres 1] . Onder het kopje Overgangsdatum in zijn profiel is vermeld:
1 september 2011.
1.5.
Op basis van deze gegevens kwam [betrokkene] in aanmerking voor de Overgangsregeling en op grond daarvan is [betrokkene] de eerste kandidaat geworden voor de woning aan het [adres 2] , die werd verhuurd door Stadgenoot.
1.6.
[betrokkene] heeft Stadgenoot een Acceptatieformulier gestuurd, gedateerd
16 oktober 2019. Daarop heeft hij ingevuld dat hij woonachtig was aan de [adres 3] . Daarnaast heeft [betrokkene] aan Stadgenoot een huurdersverklaring kandidaat (hierna: HVK), tevens gedateerd op 16 oktober 2019, doen toekomen, met hetzelfde woonadres en tevens is daarin vermeld dat [betrokkene] onzelfstandig woont bij HVO Querido. Tot slot zijn uitkeringsspecificaties van [betrokkene] meegestuurd waarop als adres [adres 4] is vermeld.
1.7.
Stadgenoot heeft [betrokkene] vervolgens een huurovereenkomst voor deze woning toegezonden. [betrokkene] heeft deze ondertekend en teruggestuurd aan Stadgenoot.
1.8.
Op 23 oktober 2019 is vervolgens tussen partijen een huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan het [adres 2] gesloten met ingang van 13 november 2019.
1.9.
[betrokkene] zat vanaf 8 juni 2019 in het traject van Maatschappelijke Opvang (MO). [betrokkene] doorliep dit traject goed, zodat hij in aanmerking zou komen voor een zelfstandige huurwoning. Na het sluiten van de huurovereenkomst met Stadgenoot, is dit gedeelte van het MO-traject stopgezet.
1.10.
Na het sluiten van de huurovereenkomst heeft Stadgenoot de gegevens van het profiel bij Woningnet van [betrokkene] gecontroleerd. Toen deze niet bleken te kloppen met zijn registratie in de Basisregistratie Personen (BRP), heeft Stadgenoot bij brief van 17 januari 2020 [betrokkene] gesommeerd de huurovereenkomst op te zeggen, nu de woning volgens Stadgenoot was toegewezen op basis van valse documenten en [betrokkene] daarom geen recht had op de woning.

Geschil

2. Stadgenoot vordert de huurovereenkomst tussen haar en [betrokkene] - kort gezegd - te vernietigen op grond van bedrog dan wel dwaling, niet met terugwerkende kracht maar per 1 april 2020. Verder vordert Stadgenoot, zo begrijpt de kantonrechter, de bewindvoerder te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling van
€ 685,11 per maand voor iedere maand dat [betrokkene] het gehuurde na vernietiging van de huurovereenkomst nog onder zich houdt, met veroordeling van de bewindvoerder in de proceskosten.
3. Aan deze vordering legt Stadgenoot ten grondslag dat de huurovereenkomst is gesloten op basis van stukken en gegevens die onjuist blijken te zijn. Bij een juiste kennis van zaken was Stadgenoot niet overgegaan tot het sluiten van de huurovereenkomst met [betrokkene] . Er is dan ook sprake van een wilsgebrek, ontstaan door bedrog dan wel omdat Stadgenoot op basis van door [betrokkene] verstrekte inlichtingen heeft gedwaald. Op grond daarvan wenst zij de huurovereenkomst te vernietigen.
4. De bewindvoerder voert verweer tegen de vordering. Verdere stellingen van partijen komen, voor zover van belang, hierna aan de orde.

Beoordeling

5. De bewindvoerder betwist dat [betrokkene] opzettelijk verkeerde (adres)gegevens heeft ingevuld op de website van Woningnet. [betrokkene] heeft geen idee hoe het adres [adres 1] , waarvan hij erkent dat hij er nooit heeft gewoond of ingeschreven heeft gestaan, op zijn profiel van Woningnet terecht is gekomen. Ook de Overgangsdatum van 1 september 2011 zegt hem niets.
6. Wat er ook zij van de vraag hoe de verkeerde adresgegevens van [betrokkene] op zijn profiel bij Woningnet terecht zijn gekomen, vaststaat dat op het voorafgaand aan het sluiten van de huurovereenkomst aan Stadgenoot gezonden Acceptatieformulier, de HVK en de uitkeringsspecificaties de juiste adresgegevens van [betrokkene] vermeld waren. Bij het aangaan van de huurovereenkomst had Stadgenoot dan ook kunnen controleren of [betrokkene] inderdaad in aanmerking kwam voor de woning. Bovendien voert [betrokkene] aan dat zijn ambulant begeleider [naam begeleider] voor het sluiten althans ingaan van de huurovereenkomst, Stadgenoot heeft gebeld en met medewerkster [naam] heeft besproken dat een verkeerd adres bij Stadgenoot geregistreerd stond. Ter zitting heeft [naam begeleider] dit ook bevestigd en verklaard dat [naam] daarop heeft geantwoord dat dat voor het concept van de huurovereenkomst niet uitmaakte en dat [betrokkene] de huurovereenkomst gewoon digitaal kon tekenen en opsturen en dat hij op een later moment het adres online via ‘mijn Stadgenootprofiel’ kon wijzigen.
7. Tegenover deze specifieke verklaring had het op de weg van Stadgenoot gelegen een en ander na te vragen bij haar medewerkster. Nu zij dit niet heeft gedaan, wordt ervan uitgegaan dat dit gesprek heeft plaatsgevonden. Conclusie is dan ook dat [betrokkene] , ook als hij verkeerde gegevens op het profiel van Woningnet heeft ingevuld, bij het aangaan van de huurovereenkomst open kaart heeft gespeeld. Onder die omstandigheden kan niet worden vastgesteld dat hij Stadgenoot (opzettelijk) heeft misleid of uiteindelijk onjuist heeft ingelicht. Daartoe ontbreekt ook ieder motief, aangezien [betrokkene] in het kader van het goed doorlopen MO-traject binnen afzienbare tijd in aanmerking zou komen voor een zelfstandige woonruimte. Nu Stadgenoot niet tijdens of direct na het telefoongesprek de juiste consequenties heeft getrokken uit de mededeling dat [betrokkene] niet woonde op het bij Stadgenoot geregistreerde adres, althans zij niet meteen heeft gecontroleerd of hij dan nog wel in aanmerking kwam voor de woning, mocht [betrokkene] na het telefoongesprek gerechtvaardigd erop vertrouwen dat Stadgenoot hem de woning nog steeds aanbood. Niet kan dan ook worden geconcludeerd dat Stadgenoot na het telefoongesprek heeft gedwaald door onjuiste mededelingen van [betrokkene] , dan wel door hem is bedrogen. De vorderingen van Stadgenoot worden daarom afgewezen.
8. Stadgenoot wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de bewindvoerder.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Stadgenoot in de proceskosten die aan de zijde van de bewindvoerder tot op heden begroot worden op € 360,00 aan salaris van de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Stadgenoot in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 60,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat Stadgenoot niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving is betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.