ECLI:NL:RBAMS:2020:5197
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overtreding van coronamaatregelen en de waarschuwingsplicht van de politie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 oktober 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 10 april 2020 in Amsterdam in strijd met de Noodverordening COVID-19 handelde. De verdachte bevond zich op het water van het Oosterdok, waar een vaarverbod gold. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de politie niet verplicht was om eerst te waarschuwen voordat een boete werd opgelegd. Dit oordeel is gebaseerd op de interne richtlijnen van het Openbaar Ministerie en de verklaringen van de minister van Justitie en Veiligheid, die benadrukte dat handhavend optreden niet altijd betekent dat er eerst gewaarschuwd moet worden. De kantonrechter oordeelde dat de verdachte had moeten weten dat het vaarverbod ook voor het Oosterdok gold, aangezien dit op de website van de gemeente was bekendgemaakt. De rechter concludeerde dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan en dat er geen rechtvaardigingsgrond was voor de overtreding. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 95,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 1 dag bij niet-betaling. De beslissing is genomen op basis van de relevante wetgeving, waaronder het Wetboek van Strafrecht en de Noodverordening COVID-19 van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland.