Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, binnengekomen ter griffie op 24 maart 2020,
- de tussenbeschikking van 23 juli 2020, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het verweerschrift, met bijlagen,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling.
2.De feiten
“(…) Veilig Thuis heeft de inhoud van de meldingen dan ook niet weerlegd. Veilig Thuis
kan uw dossier aldus alleen vernietigen wanneer het niet redelijkerwijs aannemelijk is dat
het bewaren van de persoonsgegevens van aanmerkelijk belang is voor een ander dan uzelf.
(…) De heer [naam partner] heeft gemotiveerd aangegeven aanmerkelijk belang te hebben bij het
bewaren van het dossier en wenst het dossier in stand te houden.
vernietiging van het dossier met daarin uw persoonsgegevens.
dagtekening van deze brief beroep aantekenen bij de burgerlijke rechter. (…)”
“(…) Per abuis is in het besluit van Veilig Thuis, d.d. 10 februari 2020, geen
bezwaarclausule opgenomen. (…) Bijgaand zend ik u het gecorrigeerde besluit, waartegen
u binnen zes weken na dagtekening van deze brief bezwaar kunt aantekenen bij het Loket
Persoonsgegevens van het College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam
(…)”
I. Veilig Thuis AA beveelt het dossier alsnog te vernietigen;
II. Veilig Thuis AA in de proceskosten veroordeelt.
4.8. De rechtbank is daarom van oordeel dat het besluit van Veilig Thuis AA van 10 februari 2020 om niet tot vernietiging van het dossier over te gaan heeft te gelden als een besluit, genomen door (het dagelijks bestuur van) de GGD Amsterdam-Amstelland en daarmee door een bestuursorgaan.
5.5. De beslissing
mr. Z.S. Lintvelt, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2020.