Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.2. Tenlastelegging
- voornoemde [slachtoffer] éénmaal of meermalen met zijn penis aangeraakt en/of
- voornoemde [slachtoffer] gedwongen zijn penis vast te houden en/of in zijn penis te knijpen en/of
- voornoemde [slachtoffer] éénmaal of meermalen een tongzoen gegeven en/of
- toen hij, verdachte, en voornoemde [slachtoffer] zich in de badkamer bevonden, de deur van de badkamer op slot gedraaid en/of
- voornoemde [slachtoffer] (bij haar schouders) vast gepakt en/of
- voornoemde [slachtoffer] op de grond geduwd en/of
- voornoemde [slachtoffer] gedwongen met haar rug naar hem, verdachte, toe op haar handen en knieën te zitten en/of
- zijn hand voor haar mond gedaan en/of
- de mond van voornoemde [slachtoffer] met zijn, verdachtes, hand dicht geduwd en/of dichtgehouden en/of
- de onderbroek van voornoemde [slachtoffer] naar beneden getrokken en/of
- zijn, verdachtes, penis tegen en/of tussen de benen en/of billen en/of tegen en/of in de anus en/of tegen en/of in de vagina van voornoemde [slachtoffer] geduwd en/of gestopt en/of gestoken (terwijl hij, verdachte, de schouders van voornoemde [slachtoffer] vast hield) en/of
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 10 februari 2018 tot en met 10 februari 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] ) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande (ondermeer) uit
- het (met zijn penis) aanraken en/of betasten van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het (tong)zoenen van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het door voornoemde [slachtoffer] laten vasthouden en/of laten knijpen in de penis van hem, verdachte en/of
- (toen hij, verdachte, en voornoemde [slachtoffer] zich in de badkamer bevonden), het op slot draaien van de badkamerdeur en/of
- het (bij haar schouders) vast pakken/vasthouden van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het op de grond duwen van Voornoemde [slachtoffer] en/of
- het met haar rug naar hem, verdachte, toe en/of op haar handen en knieën dwingen van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het met zijn, verdachtes, hand voor de mond (vast/dicht) houden van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het naar beneden trekken van de onderbroek van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het tussen de benen/billen van voornoemde [slachtoffer] en/of duwen/stoppen/steken van zijn, verdachtes, penis (terwijl hij, verdachte, de schouders van voornoemde [slachtoffer] vast hield) en/of
- het steken van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van voornoemde [slachtoffer] ;
- het (met zijn penis) aanraken en/of betasten van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het (tong)zoenen van voornoemde [slachtoffer] en/of
- het laten vasthouden en/of laten knijpen door voornoemde [slachtoffer] in/van de penis van hem, verdachte;
3.Voorvragen
4.Vrijspraak
5.5. Waardering van het bewijs
6.Bewezenverklaring
- het (met zijn penis) aanraken en/of betasten van voornoemde [slachtoffer] .
7. Bewijs
8.Strafbaarheid van de feiten
9.Strafbaarheid van verdachte
10.Motivering van de straf en maatregel
De officier van justitie heeft gevraagd ook een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen op grond van artikel 38v van het Wetboek van het Strafrecht, in die zin dat verdachte gedurende twee jaar op schooldagen geen gebruik maakt van de bushalte ter hoogte van de [winkel] op de [straatnaam 1] bij de kruising met de [straatnaam 2] te [plaats] . Dit omdat deze bushalte recht tegenover de school van het slachtoffer staat en zij hem dagelijks daar kan tegenkomen omdat hij vanaf deze halte op de bus naar zijn school stapt. Verder zou verdachte niet op het [straatnaam 3] en het [straatnaam 4] moeten komen op vrijdagmiddag vanaf 12.00 uur tot 18.30 uur, omdat [slachtoffer] daar naar bijles moet op die middag. Daarnaast is het noodzakelijk dat verdachte zich niet bevindt op de route van de woning van het slachtoffer ( [adres woning] ) naar de turnvereniging aan de [straatnaam 5] op de dinsdagen van 15.00 uur tot en met 18.00 uur. Ook zou het wenselijk zijn wanneer verdachte op de zaterdagen niet op het [straatnaam 3] mag komen om het slachtoffer de vrijheid te geven zich daar vrij te kunnen bewegen. Als verdachte zich niet aan deze maatregel houdt, dan zal er jeugddetentie worden toegepast op grond van artikel 77we van het Wetboek van Strafrecht. Voor iedere keer dat verdachte deze maatregel niet naleeft moet één dag jeugddetentie worden opgelegd met een maximum van drie maanden. Deze maatregel is noodzakelijk om het slachtoffer zich weer veilig en vrij te laten voelen.
van 2 oktober 2019, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld. Hij zal dan ook worden aangemerkt als first offender.
Verdachte heeft te maken met een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit/impulsiviteit (ADHD). Deze stoornis was aanwezig ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde feit. Door de ADHD heeft onderzochte te maken met problemen in het inhiberen van zijn gedrag. Hij handelt vanuit impulsiviteit zonder bezinning en kritisch nadenken over zijn gedrag en de effecten van zijn gedrag op de ander. Doordat het ten laste gelegde feit in een kort tijdsbestek heeft plaatsgevonden, wordt gedacht dat verdachte niet heeft nagedacht over zijn gedrag en vanuit impulsiviteit heeft gehandeld. Het verloop van de seksuele ontwikkeling en het gebrek aan kennis op het gebied van seksualiteit wordt eveneens als bijdragende component gezien. Verdachte heeft nauwelijks kennis over seksualiteit waarbij een conflict wordt gezien in de leeftijdsadequate gevoelens omtrent seksualiteit die optreden en het onderdrukken hiervan door misopvattingen over masturberen, wat een gezonde ontwikkeling hieromtrent in de weg staat. Voor onderzoekers is het onduidelijk gebleven welke rol verdachte heeft gehad in het ten laste gelegde. De aanwezige ADHD, achterlopende emotionele en seksuele ontwikkeling maken dat verdachte niet is toegekomen aan bezinning op zijn gedrag en de effecten van zijn gedrag op het slachtoffer. Derhalve wordt geadviseerd het ten laste gelegde feit in verminderde mate toe te rekenen.
De rechtbank overweegt dat het bewezen verklaarde feit en de rol van verdachte hierin in beginsel ernstig genoeg zijn om met een (on)voorwaardelijke vrijheidsstraf te bestraffen. Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden ziet de rechtbank echter aanleiding om bij de straftoemeting in het voordeel van verdachte af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd; een forse, deels voorwaardelijke, werkstraf is, ook gelet op het inmiddels opgestarte hulpverleningstraject, meer passend en geboden dan een (voorwaardelijke) jeugddetentie.
€ 1.500,00passend is. De benadeelde partij wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, omdat dat gedeelte, gelet op de gemotiveerde betwisting, onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan haar vordering voor het overige bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
€ 1.500,00te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 10 februari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening, te betalen aan [slachtoffer] .
€ 160,57(€ 106,76 + € 53,81), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, te weten 10 februari 2019, worden toegewezen.
.
€ 160,57te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, te betalen aan [benadeelde partij 2] .
Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsvrouw aangegeven dat de vader weliswaar het incident niet heeft waargenomen, maar hij wel direct daarna betrokken is geweest. Zo heeft hij zijn dochter naar het ziekenhuis moeten brengen voor allerlei onderzoeken en heeft hij gesprekken met haar gevoerd over het ten laste gelegde. De raadsvrouw meent dan ook dat er sprake is van shockschade, ondanks het ontbreken van een diagnose van een psychische stoornis. Met betrekking tot de affectieschade heeft de raadsvrouw verwezen naar de brief van de Waag, waaruit blijkt dat de vader in een vrijwillige kader deelneemt aan de behandelingen/gesprekken bij de Waag, omdat hij moeite heeft om het ten laste gelegde te verwerken. Tot slot heeft de raadsvrouw geconcludeerd dat een bedrag van € 10.000 passend is voor de immateriële schade van de vader.
€ 113,38te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening, te betalen aan [benadeelde partij 1] .
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
werkstraf voor de duur van 120 (honderd twintig) uren,met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
60 (zestig) uren, van deze werkstrafnietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelastop grond van het overtreden van de na te noemen algemene en bijzondere voorwaarden.
Beveelt dat, als de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen.
2 (twee) jarenonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- meewerkt met de individuele behandeling van de Waag of een vergelijkbare instelling;
- op geen enkele wijze contact opneemt met het slachtoffer [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.