ECLI:NL:RBAMS:2020:5075
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening woonbooteigenaren tegen handhaving door gemeente Amsterdam
In deze zaak hebben twee woonbooteigenaren, verzoekers, een voorlopige voorziening aangevraagd tegen de handhaving van de gemeente Amsterdam. De gemeente had hen een last onder bestuursdwang opgelegd, waarin werd geëist dat zij hun woonboten, gelegen aan wissellocaties, binnen een bepaalde termijn zouden verwijderen. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen deze besluiten en vroegen de voorzieningenrechter om de besluiten te schorsen totdat zij een nieuwe ligplaats voor hun boten hadden gevonden. De zitting vond plaats op 15 oktober 2020 via een videoverbinding vanwege COVID-19.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoekers geen omgevings- en ligplaatsvergunning hebben en dat zij niet voldoen aan de voorwaarden om op een wissellocatie te mogen liggen. De gemeente heeft weliswaar inspanningen geleverd om een nieuwe ligplaats voor de verzoekers te vinden, maar deze inspanningen hebben tot nu toe geen resultaat opgeleverd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente niet verplicht is om een ligplaats te garanderen en dat de verzoekers zelf verantwoordelijk zijn voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is om de handhaving van de gemeente te schorsen. De uitspraak is gedaan door mr. R. Hirzalla en is openbaar uitgesproken op 22 oktober 2020. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.