In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, vorderde de eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, schadevergoeding van de gedaagde, ABC Mortel B.V., wegens tekortschieten in de levering van betonmortel. De rechtbank oordeelde dat ABC tekortgeschoten was in haar verplichtingen door niet het vereiste geschiktheidsonderzoek uit te voeren. De eiseres vorderde een schadevergoeding van € 173.067,31, maar de rechtbank oordeelde dat de eiseres ook eigen schuld had, omdat zij na de eerste storting niet had gecontroleerd of het betonmengsel voldeed aan de specificaties. Dit leidde tot de conclusie dat de schade die voortvloeide uit de opvolgende stortingen niet toerekenbaar was aan ABC.
De rechtbank heeft de schadeposten van de eiseres beoordeeld en een aantal daarvan toegewezen, terwijl andere werden afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. Uiteindelijk werd de vordering tot schadevergoeding toegewezen voor een bedrag van € 22.889,25, vermeerderd met wettelijke handelsrente. Daarnaast werden de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar de proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder van de partijen de eigen kosten droeg. De uitspraak werd gedaan op 28 oktober 2020.