ECLI:NL:RBAMS:2020:4950

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
12 oktober 2020
Zaaknummer
13.665144.18 en 13.112348.20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal in vereniging van auto-onderdelen en poging tot diefstal van een Audi

Op 7 oktober 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging uit een auto en poging tot diefstal in vereniging van een Audi. De zaak betreft twee afzonderlijke parketnummers: 13.665144.18 en 13.112348.20. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 maart 2018 samen met medeverdachten instrumentenpanelen, dashboards en auto-onderdelen heeft gestolen uit geparkeerde voertuigen in Amsterdam. De verdachte was in een gehuurde Volkswagen Polo aanwezig, waarin ook gereedschap en blanco sleutels werden aangetroffen. Op 2 november 2019 was de verdachte betrokken bij een poging tot diefstal van een Audi, waarbij hij en zijn medeverdachten in een confrontatie met de eigenaar van de auto betrokken raakten. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van een inbraak in een restaurant op 19 januari 2020, waarbij een kluis met geld werd gestolen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten en legde een gevangenisstraf van zeven maanden op, met aftrek van voorarrest. De rechtbank overwoog dat de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat er sprake was van een hoog recidiverisico. De rechtbank vond de opgelegde straf passend gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13.665144.18 (A) en 13.112348.20 (B)
Datum uitspraak: 7 oktober 2020
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
wonende op het adres [adres] ,
gedetineerd in het [detentieadres]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 september 2020. Verdachte en zijn raadsman, mr. M.L. van Gaalen, advocaat te Amsterdam, waren daarbij aanwezig.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.L.A. ter Veer en van wat verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is in zaak A – kort gezegd – tenlastegelegd dat hij zich te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
diefstal in vereniging uit een auto van instrumentenpanelen, dashboards en auto-onderdelen op 5 maart 2018;
In zaak B wordt verdachte verweten dat hij zich te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
poging tot diefstal in vereniging van een Audi met braak en geweld op 2 november 2019;
diefstal in vereniging van een kluis met inhoud met braak en/of een valse sleutel op 19 januari 2020;
De volledige tekst van de tenlasteleggingen is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Inleiding

De volgende feiten kunnen op grond van de gebruikte bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben ter terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van deze strafzaak.
Op 5 maart 2018 bevond verdachte zich met medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [voornaam medeverdachte] ) te Amsterdam in een Volkswagen Polo die door hem werd gehuurd en bestuurd. In die auto lagen onder andere schroevendraaiers, zwarte handschoenen en blanco autosleutels. In de auto werd ook een instrument aangetroffen om sleutels mee uit te meten en te snijden. Tevens werd een autosleutel met het Volkswagen logo erop aangetroffen, die niet hoort bij het voertuig waarin verdachten zaten. Op de route waar de auto heeft gereden zijn cockpits van auto’s met daarop bevestigde blanco sleutels aangetroffen, dezelfde soort blanco sleutels die in de auto zijn aangetroffen. Op die dag zijn te Amsterdam meerdere dashboards en toerentellers uit auto’s ontvreemd.
Op 2 november 2019 was verdachte samen met medeverdachten [voornaam medeverdachte] en [medeverdachte 2] (hierna: [voornaam medeverdachte 2] ) aanwezig in Amsterdam. Zij bevonden zich bij de auto van aangever [aangever 1] , die op zijn mobiele telefoon een waarschuwing had gekregen dat het alarm van zijn auto was afgegaan. Het kwam tot een confrontatie met aangever, het broertje van aangever en een vriend van aangever. Hierbij heeft iemand met een auto op aangever in gereden.
Op 19 januari 2020 was verdachte samen met medeverdachte [voornaam medeverdachte 2] aanwezig in Amsterdam. Op die dag heeft een inbraak plaatsgevonden in restaurant [restaurant] , waarbij een kluis met inhoud is weggenomen. Verdachte is herkend op camerabeelden van het restaurant. Het gaat in deze zaak om de vraag of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan gekwalificeerde diefstal, een poging daartoe en medeplegen van een inbraak.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt dat alle tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen. Wel moet verdachte ten aanzien van de poging tot gekwalificeerde diefstal (zaak B, feit 1) worden vrijgesproken van het onderdeel geweld en/of bedreiging met geweld.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de gekwalificeerde diefstal van auto-onderdelen (zaak A). Verdachte ontkent het tenlastegelegde, heeft de goederen niet gezien en heeft de dashboards niet aangeraakt. Dat de buiten aangetroffen goederen uit de door verdachte gehuurde auto zijn gekomen is een aanname. De agent die achter de auto aan reed heeft niet gezien dat de goederen uit de auto zijn gegooid en er is ook geen schade aan de dashboards gebleken waaruit kan volgen dat die uit de rijdende auto zijn gegooid. Nu het plakband waarover is geverbaliseerd niet in beslag is genomen kan niet worden vastgesteld of het plakband op de dashboards hetzelfde plakband is als het plakband op de rol uit de gehuurde auto. Voor zover de rechtbank tot de conclusie komt dat die goederen wel uit de gehuurde auto afkomstig zijn, is er geen bewijs dat verdachte op de [straat 1] uit die auto is geweest en dat hij een rol heeft gespeeld bij het wegnemen van de dashboards uit de auto’s. Bovendien is niet gebleken dat hij de dashboards uit de auto heeft gegooid.
Ook van de poging tot diefstal van de Audi (zaak B, feit 1) moet verdachte worden vrijgesproken, nu enkel tot de conclusie kan worden gekomen dat hij erbij was, maar niet dat hij iets heeft gedaan dat de poging tot diefstal ondersteunde. Hij heeft geen zodanige substantiële bijdrage aan de poging tot diefstal geleverd dat kan worden gesproken van medeplegen. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onderdeel geweld en/of bedreiging met geweld.
Over zaak B, feit 2 heeft de verdediging niets opgemerkt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van zaak A:
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte de diefstal heeft gepleegd en overweegt daartoe als volgt.
Medeplegen van gekwalificeerde diefstal
De betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht) kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Indien een verdachte kort na een diefstal wordt aangetroffen in omstandigheden die duiden op betrokkenheid bij het strafbare feit, kan sprake zijn van een situatie waarin het uitblijven van een aannemelijke verklaring van de verdachte van belang is voor de beantwoording van de vraag of hij schuldig is aan medeplegen van het strafbare feit.
[aangever 2] en [aangever 3] hebben aangifte gedaan van diefstal uit hun autos die beide geparkeerd stonden in de [straat 1] . [aangever 2] heeft verklaard dat daarbij het dashboard en de startonderbreker zijn weggenomen en [aangever 3] heeft verklaard dat zijn toerenteller was ontvreemd Uit GPS-gegevens blijkt dat de huurauto, waarin verdachte en zijn medeverdachten zijn aangetroffen, zestien minuten heeft stil gestaan in de directe omgeving van de auto van [aangever 2] . De verdachten waren dus vlak bij de auto van aangever aanwezig. Eén minuut nadat de huurauto weer is gaan rijden, stopte deze in dezelfde straat: nu voor de duur van vijf minuten. Zeer kort hierna, vier minuten later, werden zij door de politie waargenomen en probeerden zij de politie af te schudden. Op de vluchtroute zijn zeer dicht bij de aanhoudingslocatie van verdachten twee instrumentenpanelen aangetroffen. Uit het onderzoek naar deze aangetroffen en inbeslaggenomen instrumentenpanelen blijkt dat deze toebehoren aan de auto’s van aangevers [aangever 2] en [aangever 3] . Deze waren niet vochtig, terwijl het die nacht vochtig was en het meerdere malen regende. Bovendien waren de ramen van de huurauto waarin verdachte reden geopend, terwijl het slechts vier graden Celsius was. Op deze dasboards zaten blanco autosleutels bevestigd met breed plakband. In de huurauto zijn identieke blanco sleutels en breed plakband op een rol aangetroffen bij de versnellingspook. Ook zijn in de huurauto van verdachten schroevendraaiers en zwarte handschoenen aangetroffen en ook een instrument om blanco sleutels uit te meten en te snijden. In de huurauto lag één blanco sleutel die was bewerkt. [aangever 2] heeft verklaard dat er geen duidelijke sporen waren van inbraak en dat het slot niet leek te zijn geforceerd.
De rechtbank stelt op basis van al het voorgaande vast dat verdachten met behulp van een blanco sleutel de auto‘s van aangevers hebben geopend, de instrumentenpanelen met onderdelen daaruit hebben gestolen en vervolgens tijdens hun vlucht voor de politie de instrumentenpanelen uit de huurauto hebben gegooid. De rechtbank kan hierbij niet met voldoende zekerheid vaststellen dat alle inzittenden uit de huurauto zijn gestapt en wie precies de goederen uit de auto’s van aangevers hebben gehaald. Wel kan de rechtbank vaststellen dat sprake is van zodanige betrokkenheid van verdachte en medeverdachte [voornaam medeverdachte] dat sprake is van medeplegen. De rechtbank kent in dit kader mede betekenis toe aan de omstandigheid dat verdachte en [voornaam medeverdachte] huurder en bestuurder waren van de vluchtauto. Uit de verklaring van verdachte ter zitting en uit het dossier blijkt dat verdachte en [voornaam medeverdachte] samen in de auto hebben rondgereden, dat verdachte de bestuurder was en [voornaam medeverdachte] de bijrijder. Bovendien volgt uit het huurcontract dat verdachte huurder van de auto was en dat [voornaam medeverdachte] bestuurder 2. Blijkens het huurcontract was de auto gehuurd van zaterdag 3 maart 2018 tot en met maandag 5 maart 2018, het begin van zijn werkweek. Dat verdachte de auto voor zijn werk had gehuurd is daarom niet aannemelijk, vooral nu hij ook andere verklaringen heeft afgelegd over de reden waarom hij die auto huurde.
De rechtbank hecht geen waarde aan de verklaring van verdachte dat hij en zijn medeverdachte niets afwisten van de in de huurauto aangetroffen materialen. Bij gebreke van een aannemelijke verklaring voor de beschreven situatie kan het naar het oordeel van rechtbank redelijkerwijze niet anders zijn dan dat de verdachte de tenlastegelegde diefstal met valse sleutel heeft medegepleegd. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Ten aanzien van zaak B, feit 1:
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onderdeel geweld en/of bedreiging met geweld, nu niet kan worden gesteld dat verdachte de bestuurder van de auto heeft aangespoord om op aangever in te rijden. Daarom kan niet worden bewezen dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking die was gericht op het inrijden op aangever.
De rechtbank vindt wel bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van poging tot diefstal met braak. Uit het dossier blijkt dat verdachte samen met [voornaam medeverdachte] en [voornaam medeverdachte 2] ter plekke was. Op camerabeelden zijn verdachte, [voornaam medeverdachte] en [voornaam medeverdachte 2] alle drie door verschillende politieagenten herkend. Op die beelden is ook te zien dat medeverdachte [voornaam medeverdachte 2] het linker voorportier van de auto heeft geopend. [voornaam medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij de lampen van de auto wilde hebben om die te verkopen, dat hij met drie anderen was en dat hij de deur van de auto heeft geopend met een zaagje. Verdachte heeft op de zitting bekend dat hij ter plekke aanwezig was en dat hij op de uitkijk stond. Naar het oordeel van de rechtbank vormt dit een substantiële bijdrage aan de uitvoering van de diefstal
Ten aanzien van zaak B, feit 2:
Namens [restaurant] is aangifte gedaan van een inbraak, waarbij een kluis met daarin 2.000,- euro en een aantal dichte enveloppen is weggenomen. Deze inbraak is te zien op camerabeelden van [restaurant] . Verdachte heeft deze inbraak op de zitting bekend. De bekennende verklaring van verdachte over de werkwijze van hem en zijn medeverdachte – onder andere het openen van de toegangsdeur met sleutel, het wegnemen van de kluis en deze vervoeren in een afvalcontainer – komt overeen met wat te zien is op de camerabeelden van het restaurant. De rechtbank concludeert op basis van de aangifte dat de deur van het kantoor waarin de kluis stond, moet zijn geforceerd omdat die deur volgens aangever open stond, terwijl die nog in het slot was gedraaid.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank baseert haar oordeel dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan op de feiten en omstandigheden in de bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen zijn opgenomen in bijlage II bij dit vonnis. De rechtbank vindt bewezen dat verdachte:
ten aanzien van zaak A:
op 5 maart 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander uit auto’s (kenteken [kenteken 1] en [kenteken 2] ) instrumentenpanelen, dashboards en auto-onderdelen die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorden, te weten aan [aangever 2] en [aangever 3] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel door zich toegang tot die auto’s te verschaffen anders dan met de daarbij behorende en aan hen daartoe verstrekte sleutel.
ten aanzien van zaak B, feit 1:
op 2 november 2019 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om onderdelen van een auto (merk Audi, met kenteken [kenteken 3] ) die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededaders naar voornoemde auto is toegegaan waarna hij, verdachte en zijn mededaders met een voorwerp een slot van een portier van voornoemde auto hebben geopend en geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ten aanzien van zaak B, feit 2:
op 19 januari 2020 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander een kluis met inhoud (onder meer een geldbedrag), die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten aan restaurant/club [restaurant] , gevestigd aan de [straat 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en een valse sleutel, door met een sleutel welke niet aan hem, verdachte en zijn mededader toebehoorde en tot welk gebruik hij, verdachte en zijn mededader niet gerechtigd waren, een deur van voornoemde restaurant/club te forceren en te openen;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat een gevangenisstraf van zeven maanden te hoog is. Zaak A betreft een feit van 2,5 jaar geleden, waarvan volstrekt onduidelijk is waarom de zaak zolang heeft geduurd. De redelijke termijn is overschreden. In zaak B gaat het om een poging tot diefstal van koplampen en om een inbraak in een bar. De verdediging heeft uitdrukkelijk verzocht een lagere straf en ook een gedeelte van de straf voorwaardelijk op te leggen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich meermaals schuldig gemaakt aan gekwalificeerde diefstal en aan een poging daartoe. Hij heeft zich hierbij niet bekommerd om de belangen van het slachtoffer en de schade die hierdoor wordt veroorzaakt, maar heeft enkel oog gehad voor het eigen financiële gewin van zichzelf en zijn medeverdachten. De aangetroffen materialen en de wijze van opereren duiden erop dat verdachte zich op professionele wijze bezig houdt met deze vorm van criminaliteit. Dat de schade voor slachtoffer [aangever 1] beperkt is gebleven komt uitsluitend doordat het slachtoffer tijdig bij zijn auto kon arriveren en verdachten op heterdaad kon betrappen.
Daarnaast heeft verdachte zich met een ander schuldig gemaakt aan een inbraak uit restaurant [restaurant] . Hierbij heeft verdachte een kluis met daarin een niet gering geldbedrag weggenomen en zich ook ander eigendom van het restaurant toegeëigend.
Uit het strafblad van verdachte van 4 september 2020 blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden opnieuw een inbraak en een poging tot diefstal te plegen. Verdachte heeft kennelijk geen enkel respect voor andermans eigendom.
In strafmatigende weegt de rechtbank mee dat verdachte na het feit van zaak A op 4 juni 2019 is veroordeeld, en dat er sinds de aanhouding in zaak A al enige tijd is verstreken.
De rechtbank heeft gekeken naar het reclasseringsrapport van 12 juni 2020 betreffende verdachte. Hierin staat vermeld dat er sprake is van een delictpatroon en dat het recidiverisico hoog is. Uit zowel het reclasseringsrapport als de verklaring van verdachte op zitting blijkt dat verdachte niet open staat voor begeleiding vanuit de reclassering en dat er aanwijzingen zijn van een pro criminele houding. De rechtbank ziet dan ook geen andere passende straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf van zeven maanden is gelet op het voorgaande passend en geboden.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
€ 71,65
Schroevendraaier
Gereedschap; keyreader
Sleutel
Handschoen ADIDAS
Sleutel VOLKSWAGEN
Sleutel; loper
Plakband
9.1
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave bevelen van het onder 1 vermelde voorwerp.
9.2
Verbeurdverklaring
Nu de voorwerpen vermeld onder 2 tot en met 8 tot het begaan van het in zaak A bewezen geachte is bestemd worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 33, 33a 57, 63, 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van zaak A:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
ten aanzien van zaak B, feit 1:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
ten aanzien van zaak B, feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en valse sleutels
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte [verdachte] daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
zeven maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Gelast de teruggaveaan [verdachte] van:
1. € 71,65
Verklaart verbeurd:
2. Schroevendraaier
3. Gereedschap; keyreader
4. Sleutel
5. Handschoen ADIDAS
6. Sleutel VOLKSWAGEN
7. Sleutel; loper
8. Plakband
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.E. Hoogendijk, voorzitter,
mrs. S. Djebali, M.E. Grijsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.R. Becker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 oktober 2020.
Bijlage I De tenlastelegging
[--]
[--]
[--]