Op 9 oktober 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 23 juni 2020 in Amsterdam een aantal flesjes parfum ter waarde van ongeveer 73,96 euro heeft gestolen uit een winkel. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een zitting op 25 september 2020, waar de officier van justitie, mr. J.H. van der Meij, de diefstal bewezen achtte op basis van het dossier en de bekennende verklaring van de verdachte. De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de diefstal heeft gepleegd en dat er geen rechtvaardigingsgrond aanwezig is. De verdachte is eerder veroordeeld voor diefstal en vertoont een delictpatroon van vermogensdelicten. De officier van justitie heeft een ISD-maatregel van twee jaar geëist, terwijl de verdediging verzocht om geen ISD-maatregel op te leggen en de verdachte de mogelijkheid te geven om naar zijn geboorteland te vertrekken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om de kans op herhaling te verkleinen en de maatschappij te beschermen. De verdachte heeft geen legale inkomsten, is dakloos en heeft een verslaving, wat het risico op recidive vergroot. De rechtbank heeft de ISD-maatregel voor de maximale termijn van twee jaar opgelegd, zonder aftrek van het voorarrest, en heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal.