Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap Santander Consumer Finance Benelux B.V.
[gedaagde]
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSINGBij tussenvonnis van 24 maart 2020 is eisende partij in de gelegenheid gesteld haar stellingen met betrekking tot de precontractuele informatie en krediettoets toe te lichten en met stukken te onderbouwen.
Het arrest van het HvJ EU CA Consumer Finance van 18 december 2014 staat hier volgens eisende partij niet aan in de weg, omdat daar sprake was van twee kredieten van ieder € 20.000,00 en was geen enkele verklaring van de consument met betrekking tot zijn financiële situatie verstrekt. Dit arrest voorziet bovendien in de mogelijkheid van een proportionele invulling van de verificatie; eisende partij verwijst naar overweging 37 van dit arrest.
Beoordeling
de kredietgever in de eerste plaats per geval – rekening houdend met de specifieke omstandigheden daarvan – moet nagaan of die informatie passend en toereikend is ter beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument. Of deze informatie toereikend is, kan in dit verband verschillen naar gelang de omstandigheden waarin de krediet-overeenkomst wordt gesloten, de persoonlijke situatie van de consument of het bedrag waarop de overeenkomst betrekking heeft (..).
Indien de consument een krediet afsluit bij de bank waar hij al jaren een betaalrekening heeft en de bank dus beschikt over veel informatie omtrent bijvoorbeeld het inkomen van de consument kan in beginsel worden volstaan met het opvragen van minder informatie dan een kredietverstrekker die niet nog niet beschikt over enige informatie van de consument waar hij een krediet mee wil afsluiten.
gewone, niet-gestaafde verklaringen van de consument kunnen echter niet als toereikend worden aangemerkt indien zij niet vergezeld gaan van bewijsstukken.Daaruit blijkt naar het oordeel van de kantonrechter dat de verklaringen van de consument met betrekking tot zijn financiële positie altijd onderbouwd moeten zijn met enig bewijsstuk. Welke bewijsstukken verschilt per geval en is afhankelijk van de specifieke situatie. De kredietwaardigheidstoets dient echter in alle gevallen een serieus onderzoek te zijn dat daadwerkelijk is gericht op voorkoming van overkreditering. Dat hierbij een uitzonderingspositie geldt voor kredieten onder € 5.000,00, zoals eisende partij stelt, volgt niet uit het arrest en komt ook overigens gelet op het navolgende niet logisch voor.