ECLI:NL:RBAMS:2020:4788
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens poging tot moord en voorhanden hebben van een vuurwapen
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1993 zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft de rechtbank Amsterdam op 10 september 2020 uitspraak gedaan. De zaak betreft een schietincident op 23 maart 2018 waarbij een touringcar werd beschoten. De officier van justitie, mr. L. Stroink, heeft de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, waaronder poging tot moord, doodslag, zware mishandeling en bedreiging. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na onderzoek op de terechtzittingen van 19 juli 2018 en 10 september 2020. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en het schieten op de touringcar. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. Hoewel er aanwijzingen zijn dat de verdachte betrokken was bij het incident, zoals het feit dat de Volvo, waarin de schutter reed, op zijn naam stond en zijn telefoon in de buurt van de plaats delict was aangetroffen, zijn er ook sterke twijfels over zijn betrokkenheid. De getuigenverklaringen waren niet specifiek genoeg en de forensische onderzoeken hebben geen bewijs opgeleverd dat de verdachte daadwerkelijk de schutter was. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen en heeft de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.