11.Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak B onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder primair (impliciet subsidiair), in zaak B onder 1 en 3 en in zaak C ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het in zaak A onder primair (impliciet subsidiair) en zaak B onder 3 bewezen geachte:
Ten aanzien van het in zaak B onder 1 en zaak C bewezen geachte:
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte]daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
8 (acht) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
4 (vier) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Geeft aan Reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
veroordeelde moet zich binnen vijf werkdagen (tussen 9.00 en 12.00 uur) na het ingaan van de proeftijd melden bij Reclassering Nederland op het volgende adres: [adres 3]. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zolang de reclassering dit nodig acht;
veroordeelde moet zich gedurende de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt laten behandelen door forensisch polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling en werkt mee aan verdiepingsdiagnostiek en/of persoonlijkheidsonderzoek, indien dit door de behandelaar nodig wordt geacht. Wanneer bij een vermoeden van overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld een grote kans op risicovolle situaties ontstaat, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
veroordeelde mag gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opnemen, zoeken of hebben met zijn ex-partner [persoon 2], geboren op [geboortedag 2] 1983, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt, tenzij het contact begeleid en/of met instemming van de reclassering plaatsvindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
veroordeelde mag zich gedurende de proeftijd niet binnen een straal van 5 kilometer rondom Amsterdam bevinden en moet meewerken aan elektronische controle op dit locatieverbod. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische controle nodig is dat hij in Nederland blijft; Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen.
veroordeelde moet gedurende ten hoogste de eerste zes maanden van de proeftijd op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig zijn op zijn verblijfadres, waarbij de precieze tijdstippen worden vastgesteld door de reclassering, in overleg met veroordeelde en mede afhankelijk van zijn dagbesteding. Bij de start hoeft veroordeelde op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 12 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden
heeft veroordeelde een aaneengesloten blok van 4 uur per dag vrij te besteden. Veroordeelde werkt mee aan elektronische controle op dit locatiegebod.
Het huidige verblijfadres is [adres 4]. Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische controle nodig is dat hij in Nederland blijft. Het
Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen;
6. veroordeelde moet gedurende de proeftijd meewerken aan controle van het gebruik van middelen om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
7. veroordeelde moet gedurende de proeftijd deelnemen aan een gedragsinterventie die gericht is op een agressiebeheersing en/of emotieregulatie, indien dit door de reclassering nodig wordt geacht, waarbij veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens de instelling aan veroordeelde zullen worden gegeven. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [persoon 2] in zaak B toe tot een bedrag van
€ 687,- (zeshonderdzevenentachtig euro) aan vergoeding van materiële schade en € 325,- (driehonderdvijfentwintig euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 22 mei 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van de toegewezen bedragen aan de benadeelde partij
[persoon 2].
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 2] in zaak B aan de Staat € 1.012,- (duizendtwaalf euro) te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 20 (twintig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [persoon 2] in zaak C toe tot een bedrag van
€ 340,- (driehonderdveertig euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 september 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij
[persoon 2].
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [persoon 2] in zaak C aan de Staat € 340,- (driehonderdveertig euro) te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 6 (zes) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Verlengt in de zaken met parketnummers 13-211212-18 en 15-173970-19 de proeftijden met ieder één jaar en stelt daarbij als bijzondere voorwaarden:
veroordeelde moet zich binnen vijf werkdagen (tussen 9.00 en 12.00 uur) na het ingaan van de proeftijd melden bij Reclassering Nederland op het volgende adres: [adres 3]. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zolang de reclassering dit nodig acht;
veroordeelde moet zich gedurende de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt laten behandelen door forensisch polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij het innemen van medicijnen onderdeel kan zijn van de behandeling. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling en werkt mee aan verdiepingsdiagnostiek en/of persoonlijkheidsonderzoek, indien dit door de behandelaar nodig wordt geacht. Wanneer bij een vermoeden van overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld een grote kans op risicovolle situaties ontstaat, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
veroordeelde mag gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opnemen, zoeken of hebben met zijn ex-partner [persoon 2], geboren op [geboortedag 2] 1983, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt, tenzij het contact begeleid en/of met instemming van de reclassering plaatsvindt. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
veroordeelde mag zich gedurende de proeftijd niet binnen een straal van 5 kilometer rondom Amsterdam bevinden en moet meewerken aan elektronische controle op dit locatieverbod. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische controle nodig is dat hij in Nederland blijft; Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen.
veroordeelde moet gedurende ten hoogste de eerste zes maanden van de proeftijd op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig zijn op zijn verblijfadres, waarbij de precieze tijdstippen worden vastgesteld door de reclassering, in overleg met veroordeelde en mede afhankelijk van zijn dagbesteding. Bij de start hoeft veroordeelde op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 12 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden
heeft veroordeelde een aaneengesloten blok van 4 uur per dag vrij te besteden. Veroordeelde werkt mee aan elektronische controle op dit locatiegebod.
Het huidige verblijfadres is [adres 4]. Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische controle nodig is dat hij in Nederland blijft. Het
Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen;
6. veroordeelde moet gedurende de proeftijd meewerken aan controle van het gebruik van middelen om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
7. veroordeelde moet gedurende de proeftijd deelnemen aan een gedragsinterventie die gericht is op een agressiebeheersing en/of emotieregulatie, indien dit door de reclassering nodig wordt geacht, waarbij veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens de instelling aan veroordeelde zullen worden gegeven. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. F. Dekkers en R.J. Bartels, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F. Coşkun, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 september 2020.
mr. Bartels is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.