ECLI:NL:RBAMS:2020:4748
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vonnis in de strafzaak tegen verdachte in het kader van onderzoek 26Wheeling met beschuldigingen van deelname aan een criminele organisatie en diefstal
Op 28 september 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen verdachte, die betrokken was bij het politieonderzoek 26Wheeling. Dit onderzoek richtte zich op verschillende vormen van criminaliteit, waaronder voertuigcriminaliteit, witwassen, valsheid in geschrift, en de voorbereiding van ontploffing/brandstichting en moord. Verdachte werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en (mede)plegen van diefstal van een auto op 4 februari 2019. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij het onderzoek plaatsvond op meerdere zittingen in maart en juni 2020.
De officieren van justitie, mrs. B.C. Niks en Z. Trokic, vorderden bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en vroegen om een gevangenisstraf van 254 dagen. Echter, de rechtbank oordeelde dat de ten laste gelegde feiten niet bewezen konden worden. Ten aanzien van de diefstal van de BMW 5-serie op 4 februari 2019, concludeerde de rechtbank dat verdachte geen rol had gespeeld bij de uitvoering van de diefstal, maar slechts als medeplichtige kan worden beschouwd. Dit was niet aan hem ten laste gelegd, waardoor hij werd vrijgesproken van het medeplegen van de diefstal.
Wat betreft de beschuldiging van deelneming aan een criminele organisatie, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was dat verdachte wetenschap had van de organisatie en het criminele oogmerk daarvan. De rechtbank sprak verdachte vrij van deze beschuldiging, omdat zijn betrokkenheid bij de criminele activiteiten als zeer beperkt werd beschouwd. De rechtbank wees ook de vorderingen tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke veroordelingen af, gezien de vrijspraak van de ten laste gelegde feiten. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige strafkamer van de rechtbank.