Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
de rechtbank begrijpt: [straatnaam]) [huisnummer 1] en [huisnummer 2] te [plaatsnaam] . Daarbij stelt de politie vast dat verdachte staat ingeschreven op het adres [straatnaam] (
de rechtbank begrijpt: [straatnaam]) [huisnummer 3] . [medeverdachte 2] zegt tijdens het gesprek: “Ja, ze hebben ook die osso van hem gegeven.” Hij zegt ook: “Ja, en die andere ook, van [naam 1] ook.” Als wordt aangenomen dat dit gesprek verband houdt met de beschieting van de woningen, zegt [medeverdachte 2] kennelijk dat ook de woning van ‘ [naam 1] ’ (‘osso’ is straattaal voor ‘huis’) is beschoten. Verdachte staat echter niet op het adres van één van de beschoten woningen ingeschreven, zoals de politie ook heeft vastgesteld. De rechtbank kan dus niet vaststellen dat [medeverdachte 2] het hier over verdachte heeft als hij spreekt over ‘ [naam 1] ’. De rechtbank vindt ook deze aanwijzing om verdachte de bijnaam ‘ [naam 1] ’ toe te schrijven onvoldoende overtuigend.
5.Bewijs
- een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 10 april 2019 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte (ongenummerd);
- een proces-verbaal van doorzoeking van 8 april 2019 met bijlage lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (Beslagdossier 26Wheeling pag. 182 e.v.);
- een proces-verbaal ‘Onderzoek verdovende middelen’ met nummer [nummer 4] van 29 april 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [nummer 5] , [nummer 6] , [nummer 7] en [nummer 8] , inhoudende de verklaring van voornoemde verbalisanten (ZD15 pag. 1 e.v.).
6.Strafbaarheid van het feit
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
€ 200,-(tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 4 (vier) dagen.