3.4.1.feit 1 (oplichting)
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van aangevers [aangever 6] (zaaksdossier 3), [aangever 7] en [aangever 8] (zaaksdossier 5), [aangever 4] (zaaksdossier7), [aangever 9] (zaaksdossier 9), [aangever 10] (zaaksdossier 10) en [aangever 14] (zaaksdossier 11) en [aangever 11] (zaaksdossier 12).
Wel kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van aangevers [aangever 2] (zaaksdossier 1), [aangever 3] (zaaksdossier 2), [aangever 12] en [aangever 1] (zaaksdossier 4), [aangever 5] (zaaksdossier 6) en [aangever 13] (zaaksdossier 8). De rechtbank zal hieronder uiteenzetten hoe zij tot haar oordeel is gekomen.
3.4.1.1. Afgifte geldbedragen – geen werkzaamheden verricht
Aangever [aangever 2] (1953,
zaaksdossier 1) heeft verklaard dat hij eind juni 2019 de oprit van de tuin van zijn woning aan de [adres 1] heeft laten schoonspuiten voor € 8,- per vierkante meter. De chef, hij noemde zichzelf de manager, zei dat hij drie weken later terug zou komen voor een nabehandeling van de oprit. Hij noemde zich [naam 2] . Bij vertrek zei de manager dat [aangever 2] naar zijn dakpannen moest laten kijken. Begin augustus kwamen de werklieden terug. De manager informeerde naar het dak en toonde [aangever 2] boeken met werk dat zij eerder hadden gedaan. Twee mannen gingen het dak op voor inspectie en vervolgens werden [aangever 2] foto’s van het dak getoond. Volgens de manager zou een deel van de dakpannen vervangen moeten worden en een ander deel van het dak moeten worden schoongespoten, omdat aangever anders binnen een jaar met grotere problemen aan zijn dak geconfronteerd zou worden. De mannen boden aan dit voor € 5.800,- te doen. Dit zou een spotprijs zijn en ze konden die middag direct beginnen. Aangever moest ook direct en contant betalen. Aangever heeft die middag € 5.800,- contant betaald. De volgende dag kwam de manager met nog drie andere mannen terug. Na inspectie vertelde de manager dat er bij nader inzien nog veel meer werkzaamheden noodzakelijk waren. Aangever vroeg om de offerte. Die zou een man genaamd [naam 3] voor hem in orde maken. Uiteindelijk ging hij akkoord met een bijbetaling van € 19.000,-. Aangever moest dat bedrag wel direct voldoen omdat er materialen moesten worden ingekocht.
De volgende dag belde de manager om te vertellen dat er problemen waren met het materiaal. De manager belde aangever de volgende dag en vertelde dat er een vertraging was en hij een
dag later zou komen. Ze hadden niet al het materiaal op voorraad. Een dag later kwamen de mannen weer langs. [naam 3] vertelde dat er een vrachtwagen met materiaal onderweg was en dat een lift nodig was om alle materialen het dak op te krijgen. [naam 2] zei dat aangever hen kon helpen met extra geld zodat ze sneller een lift konden huren. Anders zou het weken duren voor ze aan het werk konden. Weer een dag later vertelde [naam 3] dat de vrachtwagen met materiaal door de politie in beslag was genomen vanwege verkeerde benzine in de tank van de vrachtwagen. Om de vrachtwagen terug te krijgen, moest een bedrag van € 9.380,- worden betaald aan de politie. [naam 2] heeft aangever toen onder druk gezet en aangever gevraagd om hem te helpen en € 9.380,- te betalen. Aangever heeft daarna nog enkele malen telefonisch contact gehad met [naam 3] , die vertelde dat [naam 2] en de vrachtwagenchauffeur, [naam 4] , vast zaten, dat zij op 18 november voor moesten komen bij de rechtbank en aangever tot die tijd niets zou horen. Rond 18 november heeft aangever nog gebeld met het nummer van [naam 3] , maar dit was geblokkeerd. Na 18 november heeft aangever helemaal niets meer van [naam 2] , [naam 3] dan wel [naam 4] vernomen.
Aangever heeft in totaal een bedrag van € 34.630,- betaald.
Aangever [aangever 3] (1951,
zaaksdossier 2) heeft verklaard dat op 20 augustus 2019 omstreeks 14.00 uur bij zijn woning aan de [adres 2] werd aangebeld door een Engelssprekende man. Deze man bood aan om voor € 150,- de voorgevel van de woning van aangever te reinigen en te fixeren. De man vertelde dat ze met werkzaamheden bij het Vlietland College bezig waren, maar dat het werk vier dagen stil lag en zij daarom voor die periode naar werk zochten. Aangever ging op het aanbod in, waarna er drie mannen aan het werk gingen. De werkzaamheden werden echter gestopt, omdat er water in de spouwmuur zou zitten. De baas kwam naar de woning van aangever en stelde zich voor als [naam 5] . Hij vertelde dat hij al negen jaar in Nederland werkte voor Ace Roofing and Cleaning. [naam 5] stelde voor om voor € 2.750,- schroten plastic op het dak aan te brengen, zodat er geen water meer in de spouwmuur kon lopen. Aangever ging op het aanbod in en deed een aanbetaling van € 1.800,-.
De volgende dag kwamen er twee mannen om de beschadigde voegen in de voorgevel te herstellen. Aangever werd later die ochtend gebeld door een man die zich voorstelde als [naam 6] . Aangever legde hem zijn twijfels voor gezien de verhalen die hij kende over Engelse en Ierse klussers, waarna [naam 6] zei dat hij erg gelovig was en zulke dingen niet deed. [naam 6] vertelde dat er een probleem was met de dakkapel, waardoor ze niet aan het plastificeren van het dak waren begonnen. Rond 12:00 uur kwam [naam 5] met een andere man langs. [naam 5] stelde voor om de gehele dakkapel te vervangen. Alle werkzaamheden zouden bij elkaar € 7.000,- kosten. Aangever ging akkoord met het aanbod en overhandigde € 6.000,- aan [naam 5] . Aangever vroeg aan [naam 5] om zijn identificatie, waarna [naam 5] voorstelde om eerst het geld te tellen. Na het tellen vroeg aangever [naam 5] opnieuw om een identificatiebewijs, waarop [naam 5] zei dat hij dat uit de auto ging halen. Vervolgens reed [naam 5] met zijn collega weg. Op 22 augustus 2019 belde [naam 6] naar aangever en vertelde dat het niet zou lukken om die dag langs te komen omdat het zo druk was en dat ze de volgende dag terug zouden komen. Op 23 augustus 2019 werd aangever gebeld met de mededeling dat de volgende dag iemand zou langskomen. Dat gebeurde niet. Op 26 augustus 2019 belde aangever naar het telefoonnummer dat [naam 5] aan hem had gegeven, te weten [nummer ] . De telefoon werd opgenomen door een persoon die zich [naam 7] noemde. [naam 7] zou doorgeven dat aangever had gebeld.De klusjesmannen zijn niet meer teruggekomen om de werkzaamheden af te maken. Aangever heeft ook geen contact meer met ze gehad en heeft zijn geld niet teruggekregen.
Aangever [aangever 6] (1978,
zaaksdossier 3) heeft verklaard dat er op 25 november 2019 omstreeks 15.00 uur vier Engels sprekende Ierse mannen bij zijn woning aan de [adres 3] aanbelden en aanboden om voor € 110,- het dak schoon te maken. Ze klommen op het dak en zeiden vervolgens dat er veel meer moest gebeuren. Ze lieten hier foto's van zien en de schade op het dak zag er ernstig uit. De reparatie zou € 2.500,- gaan kosten en er moest meteen betaald worden zodat er materialen ingekocht konden worden. Aangever ging akkoord en betaalde € 2.500,- contant. Een man die zich [naam 8] / [naam 9] noemde belde aangever diezelfde avond en zei dat ze op 26 november 2019 terug zouden komen. Op 26 november 2019 kwam [naam 9] langs en zei dat hij extra geld nodig had om een kraan te huren. Aangever betaalde € 2.500,- en later nog € 1.000,- extra voor het vasthouden van de kraan. Aangever heeft anderhalf uur gewacht, maar de mannen kwamen niet terug. Aangever heeft nog een keer geprobeerd te bellen, maar hij kreeg de voicemail.
Aangeefster [aangever 12] (1944,
zaaksdossier 4) heeft verklaard dat op vrijdag 11 oktober 2019 omstreeks 14.00 uur door een Engelssprekende man werd aangebeld bij haar woning aan de [adres 4] . De man noemde zichzelf [naam 4] . Achter [naam 4] stond nog een man. [naam 4] bood aan om schoonmaak- en schilderwerkzaamheden te verrichten voor € 150,-. [naam 4] zei dat het bij de woning van aangeefster ‘wel erg was’ en dat de woning moest worden opgeknapt. [naam 4] vertelde dat hij al tien jaar in Nederland werkte en dat het bedrijf was gevestigd in Den Haag. Er stonden uiteindelijk vier Engelssprekende personen in de woning. Ze kwamen een bedrag van € 7.000,- voor alle werkzaamheden overeen. Aangeefster moest vooraf contant betalen en dan zouden de mannen zaterdag starten. Aangeefster maakte € 7.000,- over. Vervolgens zei [naam 4] dat er iets was misgegaan en dat ze het zo niet konden verwerken, waarna aangeefster € 7.000,- contant heeft betaald. De personen gingen toen weg en zijn op zaterdag niet op komen dagen. Aangeefster heeft in totaal € 14.000,- betaald.
Aangeefster [aangever 1] (1946,
zaaksdossier 4) heeft verklaard dat op vrijdag 11 oktober 2019 omstreeks 11.00 uur bij haar woning aan de [adres 5] werd aangebeld door een Engelssprekende man (persoon A). Hij bood aan de voor- en achterzijde van de woning van aangeefster schoon te maken voor € 40,-. Aangeefster ging akkoord, waarna de man aan de slag ging. Aangeefster zag opeens meerdere personen aan het werk. Persoon A vertelde aangeefster dat er problemen met het dak waren en dat hij zijn baas erbij wilde halen. Kort daarna zag aangeefster een andere man (persoon B). Personen A en B zeiden tegen aangeefster dat haar dak aan vervanging toe was en dat er een machine gehuurd moest worden die moest worden aanbetaald. Ze kwamen een bedrag van € 8.000,- overeen. Aangeefster vertelde dat zij dat niet in één keer kon pinnen, waarna persoon A haar adviseerde hoe zij haar limiet kon verhogen. Vervolgens pinde zij € 8.000,- en gaf dit aan persoon A.
Persoon B vertelde vervolgens dat de nok van het dak op instorten stond. Als de nok zou instorten en daarbij het dak van de buren zou meenemen, zou aangeefster een claim kunnen krijgen. Ook stonden de spouwmuren vol water. Aangeefster raakte in paniek en heeft twee maal € 8.000,- overgemaakt. Beide mannen hielpen haar met het overmaken. Aangeefster moest daarna nog eens € 10.000,- overmaken. Aangeefster had geen enkel idee waarvoor. Aangeefster heeft in totaal € 34.000,- overgemaakt. De mannen zouden de volgende dag aan de werkzaamheden beginnen. De volgende dag werd aangeefster gebeld met de mededeling dat de mannen pas dinsdag konden beginnen.Aangeefster heeft aanvullend verklaard dat de mannen nooit meer zijn langs geweest, dat ze geen contact meer hebben opgenomen en dat aangeefster haar geld niet terug heeft gekregen.
Aangever [aangever 7] (1942,
zaaksdossier 5) heeft verklaard dat op donderdag 4 juli 2019 een Ierse man aan de deur van zijn woning aan de [adres 6] verscheen. De man zei dat hij [naam 6] heette en dat ze klaar waren met de schoonmaak van een dak in de buurt. Aangever zag dat er bij een busje, met kenteken [kenteken] , nog twee mannen aan het wachten waren. De man bood aan om voor € 750,- de gevel en het dak schoon te maken. Aangever ging akkoord met dit voorstel, waarna [naam 6] met de twee andere mannen het dak op is gegaan en is begonnen met het schoonmaken. Ze zouden de volgende dag terugkomen om het af te maken.
De volgende dag zijn ze het dak opgegaan en begonnen ze aan het verwijderen van de klimop. [naam 6] zei dat ze daarbij onder de dakpannen rotte pannenlatten hadden gevonden en dat er beestjes zaten. Hij liet een fotoboek zien waarin hij foto’s toonde van andere daken die ze hadden gerepareerd. Er werd in overleg besloten om aluminiumplaten op het dak te leggen met folie eronder. [naam 6] gaf aan dat hij een voorschot van € 8.000,- nodig had om de benodigde materialen te kunnen kopen. Aangever en zijn vrouw hebben dit bedrag bij de bank gepind. [naam 6] reed achter hen aan om het bedrag meteen in ontvangst te kunnen nemen want daarna moest hij weer terug naar Amersfoort om materialen voor de reparatie te gaan inkopen.
De volgende dag belde [naam 6] aangever om te zeggen dat het materiaal niet aanwezig was en het de volgende week pas zou worden. Dinsdag of woensdag belde [naam 6] aangever terug en zei dat de vrachtwagen met het bouwmateriaal was aangehouden bij de Belgische grens vanwege 'rode benzine' in de tank. [naam 6] vroeg aangever of hij € 6.000,- wilde voorschieten om de boete hiervoor te betalen. Aangever zei tegen [naam 6] dat hij dit niet wilde betalen, waarop [naam 6] aangaf dat er dan speciaal iemand uit Engeland of Ierland moest komen om de boete te betalen waardoor de reparatie uitgesteld zou worden.
De week daarop werd aangever gebeld door een Engelsman die zijn excuses aanbood. Aangever zei dat hij wilde dat zijn geld zou worden teruggestort. Er werd toegezegd dat het aanbetaalde geld teruggestort zou worden op de rekening van aangever. Na een aantal dagen belde aangever met dezelfde Engelsman om te zeggen dat het geld nog steeds niet op zijn rekening stond. De Engelsman zei dat er iets zou zijn misgegaan en dat het geld nog dezelfde dag zou worden overgemaakt. Hierna heeft aangever niets meer vernomen. Het geld is niet teruggestort.
Aangever [aangever 5] (1946,
zaaksdossier 6) heeft verklaard dat op donderdag 14 november 2019 omstreeks 10.30 uur bij zijn woning aan de [adres 7] werd aangebeld door een Engelssprekende man afkomstig uit Ierland. De man deed zich voor als [naam 6] en bood aan voor € 100,- aangevers dakkapellen schoon te spuiten. Aangever ging daarmee akkoord. Toen ze klaar waren, zei de man tegen aangever dat hij met zijn collega’s had geconstateerd dat het hout op het dak verrot was en dat dit moest worden vervangen om lekkage te voorkomen. De mannen boden aan om dit voor € 3.200,- te repareren. Aangever ging daarmee akkoord en betaalde € 3.200,- contant. Hierna vertrokken de mannen. Hij heeft de mannen nooit meer gezien en de werkzaamheden zijn niet uitgevoerd.
Aangever [aangever 4] (1942,
zaaksdossier 7) heeft verklaard dat op 14 augustus 2019 de schoorsteen van zijn woning aan de [adres 8] is schoongespoten door twee mannen van een Iers klussenbedrijf Ace Roofing & Cleaning. De afspraak was gemaakt met een andere man die zich uitgaf voor [naam 10] . Toen de twee mannen van het dak kwamen, zeiden ze dat er diverse reparaties aan het dak moesten worden uitgevoerd en dat ze daarvoor een uitvoerder zouden langsturen om een afspraak te maken. De mannen toonden foto’s van het dak. De volgende dag kwam de uitvoerder, die zich uitgaf voor [naam 6] , langs. De klus moest met spoed gedaan worden en dat kostte meer. Ze kwamen een bedrag van € 7.500,- overeen. Aangever moest de kosten vooruit betalen, omdat de mannen materialen moesten aanschaffen en omdat het een spoedklus was. Aangever maakte € 9.141,41 over. [naam 6] zou vrijdag langs komen voor de reparatie. Aangever werd vrijdag gebeld dat [naam 6] niet kon komen omdat er iemand van het dak was gevallen. Hij zou nog terugbellen. Sindsdien heeft aangever niets meer gehoord. Hij heeft zaterdag nog geprobeerd te bellen naar het telefoonnummer, maar het nummer was buiten gebruik.
Aangeefster [aangever 13] (1940,
zaaksdossier 8) heeft verklaard dat op 30 september 2019 werd aangebeld bij haar woning aan de voordeur aan de [adres 9] door een Engelsprekende man, NN1. Hij vond dat de woning aan de buitenkant schoongemaakt zou moeten worden want er groeide allemaal gras tussen de tegels. Ze kwamen een bedrag van € 400,- overeen. De man ging aan de slag. Hij was met twee anderen, NN2 en NN3. NN2 was op het dak geweest en zei dat het dak vreselijk slecht was. Het dak zou vernieuwd moeten worden. Aangeefster vertelde dat ze bezig was zonnepanelen aan te schaffen, waarop NN1 zei dat hij zonnepanelen kon leveren en dat aangeefster 50% korting zou krijgen. Aangeefster sprak met de mannen af dat zij een aantal werkzaamheden zouden doen: de tuin, het dak en de zonnepanelen. Om dit te kunnen betalen, heeft aangeefster vanaf drie verschillende rekeningen geld opgenomen en overgemaakt naar een bankrekeningnummer ten name van [naam 11] . Aangeefster verklaarde dat haar werd gezegd dat zij een gedeelte van de betalingen later weer terug krijgen, dit had iets te maken met btw werd haar verteld. De afgesproken werkzaamheden zijn niet uitgevoerd. De enige werkzaamheden die zij gedeeltelijk hebben uitgevoerd, zijn aan de tegels in de tuin. Op 2 oktober 2019 is € 14.000,- afgeschreven naar de rekening van [naam 11] . Dat heeft aangeefster pas later ontdekt. Ze weet niet hoe dit is gebeurd. Aangeefster heeft verklaard dat zij voor € 64.500,- is opgelicht.
Aangever [aangever 9] (1972,
zaaksdossier 9) heeft verklaard dat er op 27 november 2019 omstreeks 16:00 uur werd aangebeld bij zijn woning aan de [adres 10] door drie Engelssprekende mannen die aanboden voor € 250,- de goot en het dak schoon te maken. Ze vertelden dat ze ook hadden gewerkt voor de buren. De mannen begonnen na het afspreken van het bedrag gelijk met schoonmaken. Aangever liet één van de mannen een beschadiging zien aan het dak. De man vertelde dat hij eerst wilde overleggen met zijn baas. De baas kwam met de auto naar de woning. De man stelde zich voor als [naam 12] . Hij had een boek bij zich met voorbeelden van eerder uitgevoerde reparaties. Aangever en [naam 12] kwamen een bedrag van € 2.500,- voor de reparatie van het dak overeen. Aangever moest € 1.600,- direct betalen. De mannen zouden de volgende dag in de ochtend terugkomen voor de reparatie.
Op 28 november 2019 omstreeks 11:30 uur waren de werklui er nog steeds niet. Aangever belde [naam 12] op en kreeg zijn voicemail. Aangever sprak uiteindelijk om 13:00 uur met [naam 12] en hij vertelde dat de buurtbewoners hem agressief hadden opgebeld en dat ze niet de straat in durfden en er werd afgesproken dat ze op 29 november 2019 omstreeks 09:00 uur zouden langskomen.
Op 29 november 2019 omstreeks 09:00 uur waren de werklui niet aanwezig. Aangever belde [naam 12] meerdere keren en stuurde meerdere sms-berichten. Omstreeks 12:00 uur beantwoordde een man de telefoon, hij zei zijn naam niet. Hij zei dat hij de baas was van [naam 12] , en dat ze op zijn laatst op 30 november 2019 het bedrag terug zouden geven. Dit is niet gebeurd.
Op 30 november 2019 belde aangever weer naar [naam 12] en sprak zijn voicemail in. Aangever dreigde met het doen van aangifte bij de politie. De mannen zijn niet meer teruggekomen voor de reparatie van het dak.
Aangeefster [aangever 10] (1963,
zaaksdossier 10) heeft verklaard dat op maandag 10 juni 2019 rond 14:00 uur een Engelssprekende jongen bij haar woning aan de [adres 11] aanbelde en zei dat ze aan het werk waren bij een school, dat ze de werkzaamheden bijna hadden afgerond en nog veel materialen over hadden. Hij bood aan het tegelwerk rond het huis schoon te spuiten. Ze spraken een prijs af van € 700,- en de jongen ging aan het werk. Inmiddels was er een andere man bij gekomen. Dit was een echte ‘sales guy’. Toen de jongen klaar was met spuiten, begon de ‘sales guy’ over mos op het dak dat lekkage zou gaan veroorzaken. Het dak zou snel gereinigd moeten worden omdat ze in de buurt waren. Ze spraken af dat de mannen de volgende dag het dak zouden schoonspuiten voor € 1.100,-. Aangever heeft de € 700,- voor het schoonspuiten van het tegelwerk afgerekend.
De volgende dag rond 11.00 uur meldden de mannen zich weer. De ‘sales guy’ vertelde dat het dak in slechte staat was. Voor € 7.000,- konden ze het hele dak vernieuwen. Ze zouden de volgende dag direct kunnen beginnen en het zou in één dag klaar zijn. Hij gaf aan dat ze wel een voorschot van € 3.000,- nodig hadden, om de materialen in te kopen. Het was inmiddels 17:00 uur en aangeefster zei dat ze daar helemaal geen tijd meer voor zouden hebben. De ‘sales guy’ zei dat ze de materialen diezelfde avond nog in België zouden gaan ophalen in een depot maar dan moest aangeefster wel direct de aanbetaling doen. Aangeefster en haar man besloten om dat te doen. Aangeefster betaalde € 4.100,-, bestaande uit € 1.100,- voor het schoonspuiten van het dak en € 3.000,- als voorschot voor de dakmaterialen.
De volgende morgen verscheen er niemand. Aangeefster heeft nog enkele malen gebeld met het nummer dat zij had gekregen (06 51321240) en telefonisch contact gehad met de ‘sales guy’ en een andere man, maar de mannen zijn nooit teruggekomen. Voor de laatste € 3.000,- die ze heeft betaald zijn nooit enige diensten geleverd.
Aangever [aangever 14] (1953,
zaaksdossier 11) heeft verklaard dat op 29 augustus 2019 een Ierse man aan de deur kwam van zijn woning aan de [adres 12] en dat deze man een aanbieding deed om het dak schoon te maken voor € 1.000,-. Aangever ging hiermee akkoord. De man stelde zich voor als [naam 6] en hij was de leider. Tijdens de bezigheden ontdekten medewerkers dat het dak deels verrot was. Aan aangever werden filmpjes en foto’s van het dak getoond. Daarna werden er andere zichtbare gebreken aan het dak besproken. De dakkapellen aan de voor- en achterzijde moesten worden vervangen. Alles zou voor € 62.000,- kunnen worden gedaan. Om materialen in te kopen, wilden de mannen een voorschot van € 30.000,-. Aangever overhandigde € 10.000,- en € 20.00,- aan [naam 6] . Om de chef van [naam 6] akkoord te laten gaan, moest er ook een bedrag van € 47.500,- worden overgemaakt, zodat de materialen en werkzaamheden ook tegenover de Ierse overheid verantwoord konden worden. Dit bedrag maakte aangever over naar een rekeningnummer ten name van Alan Mc Nerney. Die avond vermoedde aangever dat hij was opgelicht. Hij heeft contact opgenomen met zijn bank en die probeerde het overgemaakte bedrag in Ierland te blokkeren. Aangever wordt nog dagelijks gebeld door [naam 6] en vermoedt daarom dat het bedrag inderdaad is geblokkeerd.
Aangever [aangever 11] (1942,
zaaksdossier 12)heeft verklaard dat op 17 augustus 2019 een Engelssprekende man aan de deur kwam van zijn woning aan het [adres 13] . De man stelde zich voor als [naam 6] en bood aan zijn gevel te reinigen en overhandigde hem een flyer van ACE Roofing & Cleaning. Aangever ging op het aanbod in en kwam met [naam 6] een bedrag van € 500,- overeen. Op enig moment kwam [naam 6] naar hem toe en vertelde dat de dakranden slecht waren. Overeengekomen werd dat [naam 6] dit voor € 3.500,- zou herstellen. Aangever mocht dit niet verder vertellen omdat dit normaal gesproken € 5.000,- kostte. [naam 6] wilde het bedrag direct hebben vanwege de materiaalkosten en aangever heeft het bedrag gepind en aan [naam 6] betaald. Aangever kreeg een kwitantie. Twee dagen later kwam [naam 6] met drie andere mannen terug. [naam 6] zei op enig moment dat er een balk in het midden van het dak aan het doorzakken was en dat er bij de dakkapellen een
beschadiging in de lasnaad van de bitumen was. Hij liet daarbij een foto zien van een
donkere streep op het dak bij de dakkapellen. Aangever is met [naam 6] het dak op gegaan en
zag dat de mannen de kiezelstenen van het dak bij elkaar hadden geveegd. Aangever zag dat de overlappingen bij de randen overal los lagen. Een half jaar geleden was dat nog niet het geval. [naam 6] zei dat het dak kon gaan lekken en dat hij het voor nog eens € 9.000,- kon repareren. [naam 6] vertelde dat hij ook bij de buren op nummer 3 het dak had gerepareerd en dat zij tevreden waren. De schoonzoon van aangever vroeg [naam 6] of hij een Kamer van Koophandel nummer had en dat bevestigde [naam 6] . Aangever ging navraag doen bij de buren en die verklaarden dat er niets aan hun dak was gerepareerd. Toen aangever terug kwam, waren
[naam 6] en de drie mannen verdwenen.
De mannen hebben slechts enkele uren gewerkt en de beloofde en betaalde werkzaamheden niet uitgevoerd, terwijl aangever € 3.500,- heeft betaald. Het schoonmaken van de gevel is ook om de struiken gedaan en niet er achter.
Tussenoverweging rechtbank:Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de aangevers geld hebben gegeven (contant en/of giraal) aan klusjesmannen voor het verrichten van werkzaamheden aan het dak van hun woning, terwijl de werkzaamheden nooit (volledig) zijn uitgevoerd.
De rechtbank stelt vast dat de aangevers de volgende geldbedragen hebben betaald aan klusjesmannen voor werkzaamheden die niet zijn uitgevoerd, terwijl zij dit geld niet hebben teruggekregen:
- aangever [aangever 2] (zaaksdossier 1): € 34.630
- aangever [aangever 3] (zaaksdossier 2): € 7.800,- (€ 1.800,- en € 6.000,-);
- aangever [aangever 6] (zaaksdossier 3): € 6.000,- (€ 2.500,- en € 3.500,-);
- aangeefster [aangever 12] (zaaksdossier 4): € 14.000,- (€ 7.000,- en € 7.000,-);
- aangeefster [aangever 1] (zaaksdossier 4): € 34.000,- (€ 8.000,-, € 16.000,- en
€ 10.000,-);
- aangever [aangever 7] (zaaksdossier 5): € 8.000,-
- aangever [aangever 5] (zaaksdossier 6): € 3.200,-;
- aangever [aangever 4] (zaaksdossier 7): € 9.141,41;
- aangeefster [aangever 13] (zaaksdossier 8): € 64.500,-;
- aangever [aangever 9] (zaaksdossier 9): € 1.600,-;
- aangever [aangever 10] (zaaksdossier 10): € 3.000,-
- aangever [aangever 14] (zaaksdossier 11): € 77.500,- (€ 30.000,- en € 47.500,-).
- aangever [aangever 11] (zaaksdossier 12): € 3.000,-
3.4.1.2. Betrokkenheid van verdachte
De rechtbank ziet zich – ten aanzien van de afzonderlijke zaaksdossiers – voor de vraag gesteld of verdachte telkens één van de klusjesmannen is geweest waarover de aangevers hebben verklaard of op andere wijze betrokken is geweest bij de niet nagekomen werkzaamheden.
Bedrijfsnamen
Aangever [aangever 2] (zaaksdossier 1) heeft verklaard dat ‘ [naam 2] ’ hem vertelde dat hij voor het bedrijf Eco Roofing werkte en dat hij hiervan een kaartje had.Op de door aangever ontvangen flyer staat de bedrijfsnaam Eco Roofing & Cleaning Ltd.Ook aangevers [aangever 7](zaaksdossier 5) en [aangever 10](zaaksdossier 10) hebben een kaartje overhandigd gekregen met daarop de bedrijfsnaam Eco Roofing & Cleaning Ltd.
Aangever [aangever 3] (zaaksdossier 2) heeft verklaard dat de baas ‘ [naam 5] ’ vertelde dat hij al negen jaar in Nederland werkt voor Ace Roofing and Cleaning.
Aangever [aangever 4] (zaaksdossier 7) heeft een invoice ontvangen van het bedrijf Ace Roofing & Cleaning.
Aangever [aangever 6] (zaaksdossier 3) heeft verklaard dat hij een factuur en een flyer heeft ontvangen met daarop de bedrijfsnaam A-Class Cleaning & Roofing.
Zaaksdossier 9 bevat een invoice met als klantennaam [aangever 9] en met daarop de bedrijfsnaam A-class Cleaning & Roofing.
Aangever [aangever 5] (zaaksdossier 6) heeft verklaard dat hij een factuur heeft ontvangen van het bedrijf Amazing Cleaning & Roofing.
Aangever [aangever 14] (zaaksdossier 11) heeft een e-mail ontvangen met een invoice van het bedrijf Custom Roofing & Cleaning.
Uit onderzoek in het register van de Kamer van Koophandel blijkt dat A-Class Cleaning & Roofing dan wel een overeenkomstige bedrijfsnaam niet is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel.
Blok met opdrachtformulieren
Getuige dhr. [getuige 1] heeft in zaaksdossier 9 verklaard dat hij woont in de straat [adres getuige] en dat diverse wijkbewoners op 27 november 2019 foto’s hebben gemaakt van een bestelbus met kenteken [kenteken] in de wijk.
De verzekering van deze bestelbus staat op naam van medeverdachte [medeverdachte 1] .Tijdens de doorzoeking van deze bestelbus werd een ingebonden blok opdrachtformulieren inbeslaggenomen waarop de bedrijfsnaam A-Class Cleaning & Roofing staat. Op de achterste pagina van het blok werden handgeschreven notities aangetroffen: onder andere de naam [aangever 6] , het telefoonnummer van de aangever + [nummer ] en de naam [aangever 9] met telefoonnummer + [nummer ] . Verbalisanten hebben verder gerelateerd dat het factuurblok zeer veel overeenkomsten vertoont met de factuur genoemd in de aangifte van dhr. [aangever 5] (zaaksdossier 6) waarbij de bedrijfsnaam Amazing Cleaning & Roofing is vermeld en enige gelijkenis vertoont met de factuur van aangever [aangever 11] (zaaksdossier 12) met de bedrijfsnaam Ace Roofing & Cleaning.
Telefoonnummers
Op grond van de aangiftes zijn verschillende telefoonnummers van de klusjesmannen naar voren gekomen. Uit de aangiftes van aangevers [aangever 2](zaaksdossier 1), [aangever 3](zaaksdossier 2), [aangever 4](zaaksdossier 7) en [aangever 14](zaaksdossier 11) komt het nummer [nummer ] naar voren als telefoonnummer van de klusjesmannen.
Aangevers [aangever 7](zaaksdossier 5) en [aangever 10](zaaksdossier 10) hebben [nummer ] gekregen als telefoonnummer van de klusjesmannen.
Op de factuur die aangever [aangever 5] (zaaksdossier 6) heeft ontvangen stond het handgeschreven nummer [nummer ] .
Aangevers [aangever 6](zaaksdossier 3) en [aangever 9](zaaksdossier 9) hebben contact gehad met de klusjesmannen via het nummer [nummer ]
.
Aangeefsters [aangever 12]en [aangever 1](zaaksdossier 4) hebben verklaard dat zij [nummer ] hebben gekregen als telefoonnummer van één van de klusjesmannen.
Aangeefster [aangever 13] (zaaksdossier 8) heeft verklaard dat [nummer ] het telefoonnummer is van één van de mannen.
Nokia prepaid - + [nummer ]
Op 11 december 2019 zijn verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] aangehouden in een hotelkamer van het hotel Corendon.Op het nachtkastje naast het bed van medeverdachte [medeverdachte 1] lag een Nokia gsm. Het bijbehorende nummer bleek te zijn + [nummer ] . Tussen de inkomende sms-berichten bevond zich een sms-bericht van + [nummer ] op 25-11 met de tekst: “Hi [naam 8] . This is [aangever 6] ( [adres 3] ) Please ensure your team also fix the short wall just outside the front gate as discussed, as currently it is not on the contract invoice. Maybe I can show you when you are here”.
Een ander sms-bericht is een bericht van + [nummer ] op 13 december, met de tekst: “this is the last chance to return the money before police and legal are involved”. De eigenaar van dit nummer blijkt dhr. [aangever 9] te zijn.
Samsung gsm van medeverdachte [medeverdachte 1]
In de hotelkamer, op het bed waarin medeverdachte [medeverdachte 1] sliep, lag een Samsung gsm. Deze telefoon zat in een hoesje met een pinpas op naam van [medeverdachte 1] en er stonden diverse foto’s van hem in de telefoon. Ook zijn op de telefoon meerdere e-mailaccounts gevonden met e-mails gericht aan [medeverdachte 1] . Op de gsm stonden daarnaast foto’s van (verpakkingen) van simkaarten van 4 prepaid gsm nummers: [nummer ] , [nummer ] , [nummer ] en [nummer ] .
Onbekend gebleven gsm – IMEI nummer [nummer ]
Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens van de nummers # [nummer ] en # [nummer ] in de periode 18 mei 2019 tot en met 18 november 2019 is gebleken dat deze telefoonnummers zijn gebruikt met een mobiele telefoon met IMEI nummer [nummer ] . Deze mobiele telefoon heeft in de bevraagde periode ook de telefoonnummers # [nummer ] en # [nummer ] gebruikt.
Herkenningen
Met de aangevers uit de zaaksdossiers zijn enkelvoudige fotoconfrontaties uitgevoerd, waarbij aan de aangevers foto’s van verdachten zijn getoond.
Aangever [aangever 2] (
zaaksdossier 1) heeft verdachte (foto 4) herkend als ‘ [naam 6] ’. Aangever heeft medeverdachte [medeverdachte 1] (foto 3) herkend als [naam 3] . Hij heeft daarbij toegelicht dat hij veel met [naam 3] heeft gesproken. Hij was de baas of wel supervisor. Hij ging over de groep die bij aangever aan het werk was. Aangever werd regelmatig door [naam 3] gebeld. Hij hoorde dan de stem van [naam 3] , maar de persoon stelde zich voor als [naam 2] . [naam 3] was ook degene die de factuur opstelde. Aangever.
Aangever [aangever 3] (
zaaksdossier 2) heeft verdachte (foto 4) herkend als de man die aanbelde en de aanbieding deed om de gevel te reinigen. Aangever heeft medeverdachte [medeverdachte 1] (foto 3) herkend als ‘ [naam 6] ’. Aangever heeft [medeverdachte 1] ook aangewezen als de tweede man links op groepsfoto 1 en toegelicht dat hij de chef was en werd gebeld toen er problemen waren.
Aangever [aangever 6] (
zaaksdossier 3) heeft medeverdachte [medeverdachte 1] (foto 3) herkend als ‘ [naam 9] ’, de baas. Aangever heeft ook [naam 13] herkend (foto 2 en 6) als de persoon die als eerste aan de deur kwam en vroeg of ze konden schoonmaken.
Aangeefster [aangever 12] (
zaaksdossier 4) heeft verdachte (foto 4) herkend. Aangever heeft medeverdachte [medeverdachte 1] (foto 3) herkend als de man die de hoofdrol had. Ze heeft [medeverdachte 1] ook herkend op groepsfoto 1, als de tweede man van links. Aangeefster heeft toegelicht dat [medeverdachte 1] de man is die zich heeft voorgesteld als ‘ [naam 4] ’ en met haar sprak over de kosten.
Aangever [aangever 5] en zijn echtgenote (
zaaksdossier 6) hebben verdachte (foto 4) herkend als een man die meehielp met schoonmaken. Aangevers hebben medeverdachte [medeverdachte 1] (foto 3) herkend als ‘ [naam 6] ’. Aangever heeft toegelicht dat [medeverdachte 1] er niet direct bij was maar kwam toen ze problemen aan het dak constateerden en dat hij de baas is. [naam 13] is volgens de aangevers de man die aanbelde en aanbood om het dakgoot schoon te maken.
Aangever [aangever 4] en zijn echtgenote (
zaaksdossier 7) hebben op groepsfoto 1 en foto 3 medeverdachte [medeverdachte 1] herkend. Aangever heeft daarbij toegelicht dat [medeverdachte 1] de mooiprater is die vertelde dat hij gelovig is en dat ze hem konden vertrouwen. De echtgenote van aangever heeft toegelicht dat [medeverdachte 1] het overboeken van het geld regelde en meeliep naar de computer. [naam 13] heeft zij op de groepsfoto herkend als de man die als eerste het woord nam, de financiën regelde en aan wie zij het geld heeft betaald. Hij was ook degene met wie zij gebeld hebben. Aangever heeft op de groepsfoto ook [naam 14] herkend als één van de mannen
Aangever [aangever 9] (
zaaksdossier 9) heeft bij de rechter-commissaris medeverdachte [medeverdachte 1] herkend op de foto op pagina 0020 van zaaksdossier 2. Aangever heeft daarbij toegelicht dat hij [medeverdachte 1] herkent als de chef, de persoon die personen aanstuurde. Aangever heeft met hem gesproken over het dak en het reinigen en hij is degene die [naam 9] heeft gebeld.
Aangeefster [aangever 10] (
zaaksdossier 10) en haar echtgenoot hebben medeverdachte [medeverdachte 1] (foto 3) herkend als de sales guy en de baas. Op de groepsfoto heeft aangeefster [naam 14] herkend als de man die aanbelde.
Aangever [aangever 14] (
zaaksdossier 11) heeft medeverdachte [medeverdachte 1] en [naam 13] op groepsfoto 1 aangewezen als de personen die de leiding hadden. [naam 15] heeft aangever herkend als de man die als eerste kwam en aanbood om het dak schoon te maken. [naam 14] is door aangever herkend als de jongen die het dak ging schoonmaken.
Zendmastgegevens
De Samsung die is aangetroffen op het bed van medeverdachte [medeverdachte 1] is een dual sim telefoon en is voorzien van twee imeinummers: [nummer ] en [nummer ] .
In de hotelkamer van verdachten is ook een Samsung telefoon aangetroffen waarop diverse afbeeldingen te zien zijn waarop verdachte is herkend door een verbalisant. Verdachte heeft op de zitting verklaard dat deze telefoon van hem is.
De Samsung telefoon is een dual sim telefoon en is voorzien van twee imeinummers: [nummer ] en [nummer ] .Deze telefoon heeft vanaf 3 november 2019 de eerste registraties. Vanaf die datum wordt de telefoon gebruikt met het telefoonnummer [nummer ] . Van 15 juli 2019 tot en met 3 november 2019 is dit telefoonnummer gebruikt met de telefoon met imeinummer [nummer ] . Op basis daarvan is het vermoeden ontstaan dat verdachte in de periode van 15 juli 2019 tot en met 3 november 2019 gebruik heeft gemaakt van de telefoon met imeinummer [nummer ] en dat deze telefoon daarna in gebruik is genomen door medeverdachte [medeverdachte 3] .De telefoon met dit imeinummer is op 11 december 2019 inbeslaggenomen in de hotelkamer van verdachten. De telefoon lag naast medeverdachte [medeverdachte 3] .
De telefoons van vermoedelijk verdachte (imei [nummer ] ) en vermoedelijk medeverdachte [medeverdachte 1] (imei [nummer ] ) hebben op 11 oktober 2019 cell-id’s gebruikt op locaties in de omgeving van de [adres 4] (
zaaksdossier 4).
Op 30 september 2019 hebben deze telefoons gebruik gemaakt van cell-id’s op locaties in de omgeving van [adres locatie] (
zaaksdossier 8).
Op 14 november 2019 hebben deze telefoons van vermoedelijk verdachte (imei [nummer ] ) en van medeverdachte [medeverdachte 1] cell-id’s gebruikt op locaties in de omgeving van de [adres 7] (
zaaksdossier 6).
Nader onderzoek Samsung medeverdachte [medeverdachte 1]
In de Samsung telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] zijn foto’s aangetroffen van computer-schermen en een gsm scherm waarop websites van internetbankieren te zien zijn.
Op een van de foto’s is een internetbankierpagina te zien waarbij het bedrag van afboeking en de woonplaats passen bij de aangifte van [aangever 4] , te weten € 9.141,41 en [plaats] .
Op twee foto’s van internetbankieren is de naam [aangever 12] te [plaats] leesbaar.
Op een foto van een gsm-scherm is de naam van aangeefster [aangever 13] en een gedane overboeking van € 4.000,- en een af- en bijboeking van € 14.000,- leesbaar.
Op de telefoon stond ook een printscreen van een email van aangever [aangever 14] betreffende de overboeking naar een Ierse bank alsmede van een factuur/invoice van € 47.500,- op naam van [aangever 14] .Het emailadres staat op naam van ‘ [naam 16] ’.
Op de telefoon is op 21 oktober 2018 via WeTransfer een bestand binnengekomen van een flyer van Eco Roofing & Cleaning. Op de telefoon staan ook WhatsApp-berichten die zijn verstuurd naar “Business cards Nunspeet” waarin staat: “Just wanted to check if you got the flyers ready” en “this is the Irish guy [medeverdachte 1] just checking to see if my flyers is done” en “you just had to change the phone number and the name too easy clean and Roofing”.
Door de verbalisant is gerelateerd dat de flyers op de telefoon sprekend lijken op de flyers van Amazing Roofing & Cleaning en A-Class Cleaning & Roofing.
[naam 17] staat in de contactlijst.
In de telefoon is geen correspondentie aangetroffen die duidt op werkopdrachten of contact met een leidinggevende met betrekking tot sturing of (werk)opdrachten.
Politiecontrole
Op 20 augustus 2019 zijn bij de woning aan de [adres 14] klusjesmannen door de politie gecontroleerd. De mannen bleken te zijn verdachte, [medeverdachte 1] , [naam 15] en [naam 14] .
Op 4 juli 2019 werd een bestelbus met kenteken [kenteken] door de politie gecontroleerd in Amstelveen. De inzittenden waren de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [naam 14] . De mannen hadden flyers bij zich van Eco Roofing & Cleaning.
Op 30 september 2019 heeft de politie de inzittenden van de bus met kenteken [kenteken] gecontroleerd op 1300 meter van de Prof. Lorentzlaan te Amstelveen. In de bus zaten [naam 13] , [medeverdachte 3] en [verdachte] .Op 1 oktober 2019 is tijdens een politiecontrole op het Strandvliet te Amstelveen gezien dat [naam 14] door de wijk liep en een boekje met foto’s van straatwerk en dakwerkzaamheden bij zich had. Uit het busje met kenteken [kenteken] stapte verdachte. De verbalisanten merken op dat zij deze persoon de dag daarvoor ook al staande hadden gehouden. Het busje is gecontroleerd op 900 meter van de Prof. Lorentzlaan te Amstelveen.
Eerdere klussen
De gebouwenbeheerder van het Vlietland College te Leiden heeft verklaard dat er geen Irish travellers bij de school zijn geweest of door de school zijn ingehuurd voor (bouw)werkzaamheden. In de zomermaanden vinden er wel (bouw)werkzaamheden aan de school plaats, maar nooit door buitenlandse bedrijven of werkers.
Tussenoverweging rechtbank:Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte en/of zijn medeverdachten de klusjesmannen zijn geweest die op enig moment bij de woningen van de aangevers zijn geweest. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Op basis van de aangiftes zoals weergegeven onder paragraaf 3.4.1.1. kan worden vastgesteld dat er sprake is van een vaste modus operandi. De aangevers – veel zijn op hoge leeftijd en alleenstaand – hebben allen verklaard dat een Engelssprekende man bij hun woning aanbelde en een aanbod deed om voor een klein bedrag een kleine klus te doen, bijvoorbeeld het schoonmaken van een dakgoot of gevel. Meestal belde één klusjesman aan en sloten er nog twee of drie mannen aan als de aangevers akkoord waren gegaan met het aanbod. Gedurende de (schoonmaak)-werkzaamheden werden er vervolgens ernstige schades en/of problemen aan het dak of gevel geconstateerd, die dringend gerepareerd zouden moeten worden. De ‘klusjesmannen’ boden aan om de reparaties uit te voeren. Wel moest meteen (bij voorkeur contant) worden betaald voor onder andere de aanschaf van materialen of huur van machines. In een aantal gevallen werden er extra problemen geconstateerd. De afgesproken werkzaamheden zijn echter nooit uitgevoerd, aangevers zijn veelal met smoesjes aan het lijntje gehouden en hebben hun geld niet hebben teruggekregen.
De rechtbank stelt voorts vast dat in alle zaaksdossiers – met uitzondering van zaaksdossiers 4 en 8 – bedrijfsnamen zijn gebruikt die een sterke gelijkenis met elkaar vertonen. Zo zijn alle bedrijfsnamen een variant van ‘Cleaning & Roofing’ of ‘Roofing & Cleaning’. Ook de flyers van die bedrijven vertonen zeer veel gelijkenissen met elkaar. In het register van de Kamer van Koophandel zijn echter geen bedrijven met vergelijkbare namen ingeschreven.
In de bestelbus met kenteken [kenteken] – die op naam staat van medeverdachte [medeverdachte 1] – is een ingebonden blok opdrachtformulieren aangetroffen waarop de bedrijfsnaam A-Class Cleaning & Roofing staat. De opdrachtformulieren vertonen overeenkomsten met de factuur genoemd in de aangifte van dhr. [aangever 5] (
zaaksdossier 6) waarbij de bedrijfsnaam Amazing Cleaning & Roofing is vermeld en met de factuur van aangever [aangever 11] (
zaaksdossier 12) met de bedrijfsnaam Ace Roofing & Cleaning.
Op de achterzijde van het blok staan handgeschreven notities die betrekking hebben op de aangevers [aangever 6] (
zaaksdossier 3) en [aangever 9] (
zaaksdossier 10).
Aangevers [aangever 6] en [aangever 9] hebben telefonisch contact gehad met het nummer # [nummer ] . Dit is het telefoonnummer van de Nokia telefoon die lag in de hotelkamer van verdachten, op het nachtkastje van medeverdachte [medeverdachte 1] .
In het bed van medeverdachte [medeverdachte 1] lag zijn Samsung telefoon. In die telefoon staan foto’s van (verpakkingen) van simkaarten van de telefoonnummers # [nummer ] , # [nummer ] , # [nummer ] en # [nummer ] . Deze telefoonnummers zijn te linken aan aangiftes uit – respectievelijk –
zaaksdossiers 1, 2, 7 en 11, zaaksdossier 8, zaaksdossier 6 en zaaksdossiers 5 en 10.
Van deze vier telefoonnummers zijn drie telefoonnummers gebruikt door eenzelfde onbekend gebleven mobiele telefoon, te weten # [nummer ] , # [nummer ] en # [nummer ] . Deze onbekend gebleven telefoon is tevens gebruikt door het nummer # [nummer ] , genoemd in beide aangiftes van
zaaksdossier 4.
Daarmee zijn ook de op basis van de uit de aangiftes naar voren gekomen telefoonnummers zowel aan elkaar als aan de medeverdachte [medeverdachte 1] te linken.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de klusjesmannen in alle zaaksdossiers behoren tot dezelfde groep. Dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] collega’s zijn en samen kluswerkzaamheden hebben uitgevoerd, wordt niet betwist. Wel is door de verdediging betoogd dat niet ten aanzien van alle zaaksdossiers kan worden vastgesteld dat verdachte één van de klusmannen is. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte fysiek aanwezig is geweest bij de woningen van de aangevers in zaaksdossiers 1, 2, 4, 6 en 8.
In
zaaksdossier 2heeft de politie ter plaatse de identiteit van de aanwezige klusjesmannen bij de woning van aangever [aangever 3] gecontroleerd. Verdachte was één van deze klusjesmannen.
Dat verdachte in de
zaaksdossiers 1, 4 (aangeefster [aangever 12] ) en 6één van de aanwezige klusjesmannen is geweest, kan naar het oordeel van de rechtbank met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld op grond van de herkenningen van verdachte door de aangevers van de zaaksdossiers.
Ten aanzien van de herkenningen door de aangevers in
zaaksdossiers 6overweegt de rechtbank wel dat telkens met beide bewoners van de woning de fotoconfrontatie is uitgevoerd en dat de desbetreffende processen-verbaal de mogelijkheid openlaten dat de bewoners de foto’s van verdachten in elkaars aanwezigheid hebben bekeken. Dat is voor de rechtbank reden om behoedzaam met de deze herkenningen om te gaan. De rechtbank heeft – op basis van het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien – evenwel geen aanleiding om aan de betrouwbaarheid van de herkenningen te twijfelen. Daar komt bij dat de Samsung telefoon van verdachte paallocaties heeft aangestraald in de omgeving van de woning van de aangever op de dag dat de klusjesmannen aanwezig waren.
Aangeefster [aangever 1] (
zaaksdossier 4) en aangeefster [aangever 13] (zaaksdossier 8) hebben verdachte niet herkend. Voor de vaststelling dat verdachte één van de klusjesmannen is die bij aangeefster [aangever 1] (
zaaksdossier 4) zijn geweest, maakt de rechtbank evenwel – als schakelbewijs – gebruik van de herkenning door aangeefster [aangever 12] . De rechtbank overweegt daartoe dat deze aangeefsters buren van elkaar zijn, de klusjesmannen op dezelfde dag bij de woningen van aangeefsters zijn geweest, zij hetzelfde contactnummer hebben ontvangen en dat sprake is van dezelfde – voldoende specifieke – modus operandi. Het verweer van de raadsvrouw dat de modus operandi in essentie niet overeen komen en derhalve niet van schakelbewijs gebruik kan worden gemaakt, wordt verworpen.
De rechtbank is van oordeel dat ook met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte bij de woning van aangeefster [aangever 13] (
zaaksdossier 8) aanwezig is geweest, nu de Samsung telefoon van verdachte op 30 september 2019 en 1 en 2 oktober 2019 paallocaties aangestraald in de buurt van de woning van aangeefster. Daar komt bij dat op 1 oktober 2019 tijdens een politiecontrole is gezien dat verdachte uit het busje met kenteken [kenteken] stapte en dat hij samen met [naam 14] was. Laatsgenoemde had een boekje met foto’s van straatwerk en dakwerkzaamheden bij zich. Ze bevonden zich ongeveer 900 meter van de straat van de aangever. Dat verdachte ook op 30 september 2019 tijdens een politiecontrole op ongeveer 1300 meter van de straat van de aangeefster is gecontroleerd door de politie – en de vermelding van de geboortedatum van een oudere [verdachte] abusievelijk is – leidt de rechtbank af uit de toelichting van de verbalisant dat dezelfde persoon een dag eerder ook was gecontroleerd. Gelet op het aanstralen van de telefoon van verdachte in de buurt van de woning van aangeefster op diezelfde dagen, heeft de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de politiecontrole op 1 oktober 2019.
Vrijspraak zaaksdossier 3, 5, 7, 9, 10, 11 en 12
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat verdachte één van de klusjesmannen is geweest die bij de woning van de aangevers van zaaksdossiers 3, 5, 7, 9, 10, 11 en 12 zijn geweest en aldus direct betrokken is geweest bij de oplichting van die aangevers. Verdachte is in al deze zaaksdossiers niet herkend als één van de klusjesmannen. Ander bewijs waaruit de directe betrokkenheid van verdachte bij deze specifieke oplichtingen blijkt, bevat het dossier niet. In zaaksdossiers 7 en 12 heeft de telefoon van verdachte weliswaar die dag gebruik gemaakt van paallocaties in de omgeving van de woning van de aangever, maar dat is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om met voldoende mate van zekerheid te kunnen vaststellen dat verdachte bij de woning van de aangever is geweest. Verdachte zal van die onderdelen van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Verder overweegt de rechtbank ten aanzien van zaaksdossier 5 (aangeefster [aangever 8] ) dat niet kan worden vastgesteld dat door aangeefster [aangever 8] is betaald voor werkzaamheden die niet zijn uitgevoerd. Aangeefster heeft € 1.300,- betaald voor het schoonmaken van haar tuinpad. Deze schoonmaakwerkzaamheden zijn verricht. Toen de mannen vervolgens tegen aangeefster zeiden dat de achterzijde van de woning en het dak ook gedaan zouden moeten worden, is aangeefster niet op het aanbod ingegaan, waarna de mannen zijn vertrokken. Enkele dagen later bleek het pad te verzakken. De rechtbank maakt daaruit op dat de werkzaamheden wel zijn uitgevoerd, maar mogelijk niet goed. Hoewel deze gang van zaken wellicht een wanprestatie in civielrechtelijke zin oplevert, is geen sprake van strafrechtelijke oplichting. Verdachte zal dan ook van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of er sprake is van oplichting. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
3.4.1.3. Oplichtingsmiddelen
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van oplichting is vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen teneinde daarvan misbruik te maken.
Daartoe moet de verdachte een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bedoelde oplichtingsmiddelen hebben gebruikt, door welk gebruik die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Aannemen van een valse naam
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachten niet hun echte namen hebben gegeven aan de aangevers, maar dat telkens een valse naam is opgegeven. Zo heeft ook verdachte telkens een valse naam opgegeven. Aangever [aangever 2] (
zaaksdossier 1) heeft medeverdachte [medeverdachte 1] herkend als “ [naam 3] ” en verdachte als “ [naam 6] ”. In
zaaksdossier 2heeft medeverdachte [medeverdachte 1] zich voorgesteld als [naam 6] . Blijkens de verklaring van aangeefster [aangever 12] (
zaaksdossier 4) heeft [medeverdachte 1] zich aan haar voorgesteld als ‘ [naam 4] ’. Aangever [aangever 5] en zijn echtgenote (
zaaksdossier 6) hebben [medeverdachte 1] herkend als ‘ [naam 6] ’.
Aannemen van een valse hoedanigheid
Hiervoor heeft de rechtbank reeds vastgesteld dat de in de zaaksdossiers voorkomende bedrijven – waarvan de bedrijfsnaam telkens een variant is op “Cleaning & Roofing” – niet voor komen in het register van de Kamer van Koophandel. Verdachte heeft zich evenwel in
zaaksdossiers 1, 2, en 6voorgedaan als werkzaam bij die één van die bedrijven. Medeverdachte [medeverdachte 1] deed zich al dan niet als baas als baas voor en heeft tegen aangeefster [aangever 12] (
zaaksdossier 4) verteld dat hij al tien jaar in Nederland werkt en dat het bedrijf is gevestigd in Den Haag.
Door telkens te wisselen van bedrijfsnaam en/of onjuiste informatie te verstrekken over dat bedrijf, is sprake geweest van het aannemen van een valse hoedanigheid.
Listige kunstgrepen en samenweefsel van verdichtsels
Ten aanzien van alle zaaksdossiers zijn de verdachten begonnen met het verrichten van een simpele klus, te weten reinigings- en schoonmaakwerkzaamheden. Aangevers betaalden hiervoor een klein bedrag van maximaal € 1.000,-. In alle zaaksdossiers zijn tijdens het verrichten van die simpele klus gebreken aan het dak, de gevel of het dakkapel geconstateerd. In sommige gevallen (
zaaksdossiers 1 en 3) zijn ook foto’s van die gebreken getoond.
Na de constatering van het gebrek werd een voorstel gedaan om het gebrek te repareren. In sommige gevallen werd de druk opgevoerd door aan te geven dat het gebrek snel gerepareerd moest worden, bijvoorbeeld omdat aangever anders binnen een jaar met grotere problemen geconfronteerd zou worden (
zaaksdossier 1) of het dak zou instorten en dan het dak van de buren zou meenemen (
zaaksdossier 4). In ieder geval konden verdachten in alle gevallen direct beginnen.
Verdachten hebben vertrouwen gewekt door te wijzen op andere klussen, bijvoorbeeld bij een school (
zaaksdossier 2). Ook hebben zij in een enkel geval een boek met voorbeelden van eerdere werkzaamheden laten zien (
zaaksdossier 1). Na onderzoek is echter gebleken dat er geen klanten zijn gevonden bij wie grote werkzaamheden hebben plaatsgevonden. Ook is er bij twijfelende aangevers verwezen naar het geloof (
zaaksdossier 2) en is er grote korting gegeven (
zaaksdossier 8).
Als aangevers er eenmaal van overtuigd waren geraakt dat reparaties noodzakelijk waren en zij akkoord waren gegaan met een prijs, moest door alle aangevers ofwel het gehele bedrag meteen worden betaald ofwel een - vaak substantiële - aanbetaling worden gedaan. In de meeste gevallen moest dit bedrag contant worden betaald, in een aantal gevallen werden geldbedragen naar een bankrekening overgemaakt. Er werden verschillende excuses opgevoerd voor het op voorhand moeten betalen. Zo zou het nodig zijn voor het direct kunnen aanschaffen van materialen of als voorschot voor het huren van een lift (
zaaksdossiers 1) of een machine (
zaaksdossier 4, aangeefster [aangever 1] ).
In een aantal gevallen is geprobeerd om de aangevers nog meer geld te laten betalen. Zo werden er extra gebreken geconstateerd in
zaaksdossiers 2 en 4. In zaaksdossier 4 heeft aangeefster [aangever 12] het afgesproken bedrag twee keer moeten betalen (zowel contant als giraal) omdat er iets mis zou zijn gegaan met de eerste (girale) betaling. Ook aangeefster [aangever 1] heeft meer geldbedragen moeten overmaken, maar ze weet niet waarom (
zaaksdossier 4). Aangeefster [aangever 13] heeft extra geld overgemaakt omdat dat nodig zou zijn vanwege de BTW (
zaaksdossier 8).
In alle gevallen vertrokken verdachten als het geld eenmaal was overhandigd en/of was overgemaakt. In geen van de zaaksdossiers zijn verdachten teruggekomen met aangeschafte materialen voor de klus. In een aantal zaken is er helemaal geen contact meer geweest nadat de mannen waren vertrokken (
zaaksdossiers 4, aangeefster [aangever 12] , 6 en 8), terwijl een aantal aangevers aan het lijntje werden gehouden door het geven van smoesjes waarom er vertraging was in de uitvoering van de werkzaamheden en/of waarom de mannen nog niet waren teruggekomen.
Zo werd tegen aangever [aangever 2] (
zaaksdossier 1) gezegd dat de vrachtwagen met materialen was aangehouden door de politie omdat er verkeerde benzine in de vrachtwagen zat. [aangever 2] werd vervolgens gevraagd om het betalen van een extra geldbedrag. Tegen [aangever 2] werd gezegd dat dit nodig was om de vrachtwagen terug te krijgen. Ook werd aan hem gevraagd om losgeld te betalen voor de aangehouden mannen. De rechtszaak zou ook reden zijn geweest voor het niet kunnen starten met de werkzaamheden.
Daarnaast is als smoes gebruikt dat het te druk was om langs te komen (
zaaksdossier 2) en het aan te schaffen materiaal op voorraad was (
zaaksdossiers 1).
Door deze mededelingen en/of gedragingen van verdachten – hetgeen méér is dan een enkele leugen of een enkele misleidende gedraging – is telkens bij de aangevers een onjuiste voorstelling van zaken in het leven geroepen. Hierdoor zijn de aangevers bewogen tot het betalen van grote geldbedragen.
3.4.1.4. Oogmerk en medeplegen
De rechtbank stelt vast dat verdachten telkens hebben gehandeld volgens een bepaald patroon, waaruit een criminele intentie kan worden afgeleid. Verdachten hebben immers telkens een onjuiste voorstelling van zaken gegeven en daarmee aangevers geld afhandig gemaakt. Daarbij was er sprake van een vooropgezet plan. Verdachten hebben telkens gebruik gemaakt van een valse naam, zo ook verdachte. Hij heeft zich aan aangever [aangever 2] (zaaksdossier 1) immers voorgesteld als ‘ [naam 6] ’. Ook heeft verdachte een rol gehad bij het in scene zetten van de noodzaak van het verrichten van reparaties. Zo heeft aangever [aangever 3] (zaaksdossier 2) verdachte herkend als de persoon die bij zijn woning aanbelde en aanbood om de gevel van de woning te reinigen. Daarbij merkte verdachte op dat ze net klaar waren met werkzaamheden bij het Vlietland College. Uit onderzoek is echter gebleken dat er bij het Vlietland College geen buitenlandse bedrijven of werkers zijn ingehuurd voor (bouw)werkzaamheden. De aangevers [aangever 5] (zaaksdossier 6) hebben verklaard dat verdachte heeft geholpen met schoonmaken en in de dakgoot stond. Aangevers [aangever 5] hebben [naam 13] herkend als de persoon die bij hun woning aanbelde en aanbood om de dakgoot schoon te maken. In zaaksdossier 2 is verdachte de persoon geweest die het eerste contact met de aangever heeft gemaakt. De rollen van verdachten waren aldus inwisselbaar. In ieder geval is verdachte telkens betrokken geweest bij de uitvoering van de eerste ‘simpele’ klus, waarmee het vertrouwen van de aangevers werd gewonnen en waarbij een gebrek werd geconstateerd. Bovendien zijn de medeverdachten familieleden van verdachte, werkte hij al geruime tijd met hen in Nederland en deelden ze een hotelkamer. Het is bovendien onaannemelijk dat verdachte nooit heeft gehoord dat zijn familieleden zich met andere namen voorstelden. Dat verdachte door de medeverdachten werd afgeschermd met betrekking tot de oplichtingspraktijken, is niet gebleken.
De rechtbank concludeert dat met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte wist dat de aangevers opgelicht zouden worden. Nu verdachte ook daarbij aanwezig is geweest en zelf oplichtingshandelingen heeft uitgevoerd, kan worden vastgesteld dat verdachte opzet heeft gehad op het oplichten van de aangevers alsmede op de nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten daarbij. De verklaring van verdachte dat hij alleen de werkzaamheden uitvoerde die hem werden opgedragen en dat hij niet wist dat de aangevers opgelicht zouden worden, legt de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde.
Verdachten zijn nooit van plan geweest om de afgesproken werkzaamheden uit te voeren, maar hadden van meet af aan de bedoeling om de aangevers op te lichten.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte een zodanig wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de oplichting van de aangevers, dat kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van oplichting van aangevers [aangever 2] (zaaksdossier 1), [aangever 3] (zaaksdossier 2), [aangever 12] en [aangever 1] (zaaksdossier 4), [aangever 5] (zaaksdossier 6) en [aangever 13] (zaaksdossier 8). Dat niet is komen vast te staan dat verdachte alle in de tenlastelegging opgenomen oplichtingshandelingen zelf heeft uitgevoerd, staat aan een bewezenverklaring van medeplegen niet in de weg. Verdachte heeft zodanig nauw en bewust samengewerkt met de medeverdachten, dat ook de onderdelen van de tenlastelegging die niet door hem maar door medeverdachten zijn uitgevoerd, bewezen kunnen worden verklaard.