Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
mr. A.M. Ruijs, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C.B. Stenger, naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
9.Vorderingen van de benadeelde partijen
9.Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstraf van 8 (acht) maanden.
2 (twee) maandenniet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
twee jaar.
- Meldplicht bij reclassering:veroordeelde meldt zich bij Reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 12 te Amsterdam. Hij blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Veroordeelde werkt mee aan het toezicht en de begeleiding door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt. Hieronder valt ook het meewerken aan huisbezoeken;
- Ambulante behandeling:veroordeelde werkt mee aan een behandeling gericht op delictanalyse en -preventie bij de Forensisch Ambulante Zorg van Inforsa of een soortgelijke instelling. Hij houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang:veroordeelde wordt verplicht zijn medewerking te verlenen aan begeleid of beschermd wonen bij Multi Plus Zorg of een soortgelijke instelling, met als doel hem voor te bereiden op een zelfstandig bestaan;
- Volgen van een opleiding:veroordeelde volgt een opleiding ROC TOP of bij een soortgelijke instelling;
- Overige voorwaarden:veroordeelde wordt verplicht om de volgende bijkomende bijzondere voorwaarden na te leven en zich te houden aan de opdrachten van de reclasseringsorganisatie die in het kader van het toezicht op de naleving van deze voorwaarden noodzakelijk zijn:
structurele dagbesteding, zoals het volgen van een opleiding of werk(traject) van Wet Participatie en Inkomen (WPI) of vergelijkbare instantie;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
€ 440,- (vierhonderdveertig euro),bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van
8 (acht) dagen.
teruggave aan verdachtevan:
€ 764,32 (zevenhonderdvierenzestig euro en tweeëndertig cent)aan vergoeding, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 april 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
€ 764,32 (zevenhonderdvierenzestig euro en tweeëndertig cent),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 april 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
15 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
€ 300,- (driehonderd euro)aan vergoeding, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 9 april 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
€ 300,- (driehonderd euro),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 9 april 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
6 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
een gevangenisstraf van 26 (zesentwintig) dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.